Alles Amerika
Afdrukken

Reisverslag Jessicat: van Seattle, WA naar San francisco, CA

Startdatum: 2011-06-03 Startpunt: Seattle, Washington
Einddatum: 2011-07-04 Eindpunt: San francisco, California
Aantal volwassenen: 2 Vervoermiddel heen & terug: Vliegtuig (KLM/ Delta)
Aantal kinderen: 0 Vervoermiddel ter plaatse: Auto (Hertz)
 
Route van dag tot dag:
Dag 1: Seattle, WA
naar Seattle, WA
Dag 2: Seattle, WA
naar Seattle, WA
Dag 3: Seattle, WA
naar Victoria, BC
Dag 4: Victoria, BC
naar Victoria, BC
Dag 5: Victoria, BC
naar Vancouver, BC
Dag 6: Vancouver, BC
naar Kelowna, BC
Dag 7: Kelowna, BC
naar Three Valley, BC
Dag 8: Three Valley, BC
naar Banff, AB
Dag 9: Banff, AB
naar Banff, AB
Dag 10: Banff, AB
naar Waterton Lakes, AB
Dag 11: Waterton Lakes, AB
naar Whitefish, MT
Dag 12: Whitefish, MT
naar Whitefish, MT
Dag 13: Whitefish, MT
naar Bozeman, MT
Dag 14: Bozeman, MT
naar Mammoth Hot Springs, MT
Dag 15: Mammoth Hot Springs, MT
naar Mammoth Hot Springs, MT
Dag 16: Mammoth Hot Springs, MT
naar Jackson Lake, WY
Dag 17: Jackson Lake, WY
naar Salt Lake City, UT
Dag 18: Salt Lake City, UT
naar Moab, UT
Dag 19: Moab, UT
naar Moab, UT
Dag 20: Moab, UT
naar Mesa Verde NP, CO
Dag 21: Mesa Verde NP, CO
naar Mexican Hat, UT
Dag 22: Mexican Hat, UT
naar Tusayan, AZ
Dag 23: Tusayan, AZ
naar Page, AZ
Dag 24: Page, AZ
naar Bryce Canyon NP, UT
Dag 25: Bryce Canyon NP, UT
naar Zion NP, UT
Dag 26: Zion NP, UT
naar Las Vegas, NV
Dag 27: Las Vegas, NV
naar Furnace Creek, CA
Dag 28: Furnace Creek, CA
naar Mammoth Lakes, CA
Dag 29: Mammoth Lakes, CA
naar Mariposa, CA
Dag 30: Mariposa, CA
naar San Francisco, CA
Dag 31: San Francisco, CA
naar San Francisco, CA
Dag 32: San Francisco, CA
naar San Franciso, CA
 
 
Terug naar boven Dag 1: Vrijdag 3 Juni 2011
Van: Seattle, WA, United States
Naar: Seattle, WA, United States
05juni-04.jpg
Eerst met de trein naar Schiphol... Dan de vliegreis naar Seattle. Aangekomen eerst de bagage en dan de auto ophalen. Daarna op weg naar hotel Max, die valet parking blijkt te hebben. We zijn moe en gaan vroeg slapen.

 
Terug naar boven Dag 2: Zaterdag 4 Juni 2011
Van: Seattle, WA, United States
Naar: Seattle, WA, United States
04juni-07.jpg
04juni-21.jpg
Helaas slecht geslapen door een slecht bed/ matras. Ik had het gevoel dat ik zo mijn bed uit kon rollen, dus maar een kussen achter mijn rug gelegd om een 'stabiel' gevoel te krijgen. Het hotel ziet er leuk uit qua uiterlijk, maar goed slapen is voor mij echt belangrijker.
We zijn erg vroeg wakker (mede door de jetlag en het matras) en gaan maar op pad. Het eerste wat we tegenkomen wat open is... is de Starbucks. We ontbijten hier met koffie/ thee en donut/ cake. In de omgeving van de Starbucks zijn op dit vroege tijdstip best wel wat zwervers, waar we overigens geen last van hebben. Na het ontbijt gaan we naar de Monorail. Als eerste gaan we naar de Space Needle. Van boven heb je een mooi uitzicht over de stad en omgeving. Daarna gaan we naar EMP. We kunnen op de foto met de N'aavi, de blauwe mensen uit Avatar omdat er die dag een tentoonstelling start rond Avatar. Deze start om 12.00 uur dus gaan we eerst de vaste tentoonstelling bekijken (van Nirvana, Jimi Hendrix etc). Daarna even lunchen bij McDonalds en dan de Avatar-tentoonstelling bekijken. Wij vinden het EMP erg leuk. We gaan dan naar Macy's en lopen daarna door naar Pike Place Market. Daar is het erg druk. We besluiten naar het Aquarium te gaan. Dan nog even wat eten en weer terug naar het hotel.

 
Terug naar boven Dag 3: Zondag 5 Juni 2011
Van: Seattle, WA, United States
Naar: Victoria, BC, Canada
05juni-11.jpg
05juni-27.jpg
We gaan op weg naar Port Angeles. Van daar nemen we de boot naar Vancouver Island. Helaas wisten we niet dat we deze boot online hadden kunnen boeken. Dit was verstandig geweest, aangezien de boot maar 3 x per dag gaat en er precies deze dag een marathon is. Hierdoor moeten we de auto bij de ferry-vertrekplaats laten staan tot het tijd van vertrek is (3 uur later), omdat we anders niet meer mee kunnen. Nu moeten we dus lopend ons in het plaatsje vermaken, terwijl we eigenlijk nog een stukje langs Olympic NP hadden willen rijden. Niets aan te doen. Dus om 17.15 uur vertrekt de boot richting Victoria. Daar aangekomen gaan we direct naar ons hotel. Naast het hotel zit een restaurant waar we een lekkere hamburger met friet eten.

 
Terug naar boven Dag 4: Maandag 6 Juni 2011
Van: Victoria, BC, Canada
Naar: Victoria, BC, Canada
06juni-08.jpg
06juni-61.jpg
We gaan op weg naar Butchart Gardens. Dit zijn hele mooie tuinen. De entree is hoog, maar als je er van houdt... is het de moeite waard. We hebben prachtig weer, dat scheelt natuurlijk ook. Na de lunch vertrekken we weer en doen een scenic drive langs de kust terug naar Victoria. We parkeren de auto in een garage. Dan gaan we lopend het centrum verkennen. Op een gegeven moment gaan we in de lounge van The Empress Hotel wat drinken. Een pot thee wordt het (het voordeligst en dorstlessend). We zitten hier heerlijk met tv bij ons zithoekje. Als ijshockeyfan tijdens een wedstrijd om de Stanley Cup is dat niet verkeerd. We besluiten hier ook te gaan eten en de wedstrijd hier uit te zien. Vancouver verliest helaas de wedstrijd. We gaan weer terug naar het hotel.

 
Terug naar boven Dag 5: Dinsdag 7 Juni 2011
Van: Victoria, BC, Canada
Naar: Vancouver, BC, Canada
07juni-11.jpg
07juni-46.jpg
Ontbijten, inpakken, uitchecken en op weg. De auto zetten we weer in een garage. We gaan eerst naar het Royal BC museum. Het deel over de indianen is het meest interessant. Daarna nog even naar een kerstwinkel, die erg veel heeft. Dan is het tijd om naar de boot te gaan voor onze overtocht. Aan de overkant rijden we direct naar ons hotel in het centrum van Vancouver. Even wat eten in een restaurant vlakbij en de plannen voor de komende dagen bekijken.

 
Terug naar boven Dag 6: Woensdag 8 Juni 2011
Van: Vancouver, BC, Canada
Naar: Kelowna, BC, Canada
08juni-06.jpg
08juni-27.jpg
Na het ontbijt (wat niet zoveel voorstelt) zetten we onze spullen in de auto. Lopend gaan we naar de Rogers Arena, het stadion van de Vancouver Canucks. We halen onderweg nog taart/cake ter aanvulling op het ontbijt. De hele stad is vandaag in Stanley Cup sferen: de bussen rijden rond met de tekst ‘Go Canucks Go’ op de informatieborden, veel mensen in clubkleuren, winkels met affiches, etc. Aangekomen bij het stadion kijken we rond en gaan naar binnen. De deur staat open, en we nemen uitgebreid foto’s (tevens van een training die aan de gang is). Blijkt dat we helemaal niet binnen mogen rondlopen, en worden verzocht door een bewaker om te vertrekken. Nou ja, toch even mooi binnen geweest.
Nog even wat boodschapjes doen en postzegels halen, broodje eten en dan richting Granville Island. We rijden verkeerd en besluiten gewoon richting Kelowna te rijden.
De rit naar Kelowna is best lang (400 km in te totaal). Na een honderdvijftig kilometer komen we in Manning Park, een natuurpark dat we doorkruizen onderweg naar Kelowna. Mooie uitzichten, en niet al te druk. Heel speciaal: onderweg komen we langs de weg twee keer beren tegen! Eerst een moederbeer met twee cubs, en daarna een mannelijke zwarte beer. In een keer raak bij het eerste de beste natuurpark! Zo goed mogelijk geprobeerd foto’s te maken.
Na de ontmoeting met de beren komen we bij het bezoekerscentrum van Manning Park. Leuke, fotogenieke grondeekhoorns. We krijgen de tip om nog even te kijken bij Lightning Lake. Blijkt een beetje tegen te vallen... Dan rijden we verder naar Kelowna. Onderweg luisteren we naar de vierde wedstrijd van de Vancouver Canucks via de AM. We eten onderweg bij McDonalds en gaan naar ons hotel.

 
Terug naar boven Dag 7: Donderdag 9 Juni 2011
Van: Kelowna, BC, Canada
Naar: Three Valley, BC, Canada
09juni-24.jpg
09juni-31.jpg
We gaan vandaag op weg naar Three Valley. We komen er rond half drie aan, maar besluiten eerst door te rijden naar Revelstoke.
Daar pakken we de Meadows To The Sky Parkway, een weg die naar de top van Mount Revelstoke leidt. Dit gebied is beroemd vanwege mooie alpenweiden. Echter, die bloeien pas in augustus. Daarnaast, door het koude voorjaar is er nog veel sneeuw. We kunnen maar 12 van de 26 kilometer afleggen op de berg. We stoppen onderweg een paar maal voor het uitzicht, en bij de stopborden op de weg parkeren we om even in de sneeuw te lopen. Opvallend is dat de weg na de wegafsluiting best begaanbaar lijkt. Na een stukje wandelen rijden we terug met de auto naar beneden. Op naar Three Valley, naar ons hotel.
Het hotel is een pompeus complex, maar wel schitterend gelegen aan een meer. Er is een zogenaamde Ghost Town naast gelegen, die je eventueel kunt bezoeken.

 
Terug naar boven Dag 8: Vrijdag 10 Juni 2011
Van: Three Valley, BC, Canada
Naar: Banff, AB, Canada
10juni-25a.jpg
10juni-34.jpg
We gaan vandaag op weg naar Banff. De eerste bezienswaardigheid onderweg is het Skunk Cabbage Trail, een rondwandeling door de Columbia wetlands. Wel interessant, een looppad door moerassig gebied waar veel vogels voorkomen. We horen er een heleboel, zien er een paar, maar kunnen geen goede foto’s maken (te snel). Na Skunk Cabbage Trail zijn een hoop trails/bezienswaardigheden dicht. We rijden Revelstoke uit richting Glacier. Daar stoppen we op het hoogste punt, de Rogers Pass. Niet heel veel bijzonders helaas; we drinken er even koffie. Na de Rogers Pas gaan we richting Golden (waar we drie jaar terug ook al verbleven). Een mooie rit, met de Columbia Mountains op een lange rij. Alle bergen zijn nog vol sneeuw, en dat is een schitterend gezicht. Sommige foto’s lukken goed, andere niet aangezien het redelijk bewolkt is en de kleuren wat flets uitkomen.
In Golden aangekomen gaan we lunchen: pannenkoeken. Na Golden een hoop wegwerkzaamheden. Dat valt sowieso op: na de winter moet veel gerepareerd worden aan de wegen. Via Golden komen we uiteindelijk in Yoho NP terecht. De rit ernaartoe is schitterend, net als de rest van de weg tot Banff. De zon breekt ook meer door, en dat geeft een mooi effect aan het landschap. In Yoho stoppen we bij Emerald Lake. Daar hebben we tijdens onze vorige vakantie mooie foto’s gemaakt. Nu komt het water wat minder blauw uit, maar het is er toch wel mooi.
Na Emerald Lake gaan we via de Kicking Horse Pass naar Banff NP, wat in Alberta ligt en waar het tevens een tijdszone later is. In Banff besluiten we (aangezien de weersverwachting voor morgen niet zo goed is) om naar Moraine Lake en Lake Louise te gaan. Moraine Lake vonden we al erg mooi, maar ook nu worden we weer niet teleurgesteld. De bergen liggen vol met sneeuw, en op het meer zelf drijft nog deels ijs. De zon breekt door, wat mooie plaatjes geeft. Erg mooie omgeving, en hoogtepunt van de dag.
Op de terugweg van Moraine Lake naar Lake Louise valt op dat er onlangs nog een lawine is geweest; een deel van de vangrail ligt in het ravijn. Lake Louise zelf is niet zo speciaal, al geven veel mensen er hoog van op. Ons kan het niet echt bekoren.
Na Lake Louise gaan we door naar Banff, naar de Aspen Lodge. We blijven daar twee dagen. Mooie lodge, met zwembad. We kijken de vijfde wedstrijd om de Stanley Cup. De Canucks winnen met 1-0. Na de wedstrijd eten we bij een Italiaans restaurant lekkere pasta.

 
Terug naar boven Dag 9: Zaterdag 11 Juni 2011
Van: Banff, AB, Canada
Naar: Banff, AB, Canada
11juni-07.jpg
11juni-17.jpg
We slapen onrustig, en daardoor slapen we ’s morgens verder door. Om 9.30 lezen we dat het ontbijt tot 10.00 uur duurt. Dat wordt dus even haasten. Het ontbijt bij de lodge is overigens goed en uitgebreid. Lekker. Na het ontbijt douchen en boodschappen doen. We hebben niet zoveel zin om erop uit te gaan (gisteren een lange dag), dus we blijven in Banff en vermaken ons voor het grootste gedeelte van de middag in het appartement. We schrijven o.a. ansichtkaarten, en doen deze op de bus. Hopelijk komen ze snel aan, de Canadese post staakt drie dagen.
Om 17.30 besluiten we naar de Bow Falls te gaan, watervallen dichtbij Banff. We lopen er naartoe, een goede wandeling. De watervallen blijken helaas meer een stroomversnelling… wat ons betreft vooral een prestige object van Banff. Vanaf de watervallen gaan we naar het Fairmont Banff Springs Hotel, van dezelfde keten als het Empress Hotel in Victoria. Mooi statig hotel met dito afwerking. We besluiten te gaan eten in de lounge. Het worden eigentijdse burgers met cheesecake als toetjes. Die cheesecake is trouwens erg goed. We lopen terug naar de lodge, die tegen het centrum van Banff aan ligt. Onderweg komen we vier herten tegen, die we uitgebreid op de foto zetten. Dat is de charme van Canada!

 
Terug naar boven Dag 10: Zondag 12 Juni 2011
Van: Banff, AB, Canada
Naar: Waterton Lakes, AB, Canada
12juni-20.jpg
12juni-44b.jpg
Zo slecht als deze nacht hebben we nog niet geslapen. Verschrikkelijk… uiteindelijk staan we om 6.45 op, douchen en gaan ontbijten. Vroeg voor de zondag! Tassen pakken, auto inladen en klaarmaken voor vertrek.
Hierna op weg naar de volgende halte: Waterton Lakes NP, tegen de grens met de VS. Reisafstand: tegen de 400 km. Onderweg tanken we in een Indianenreservaat. We besluiten onderweg een tussenstop in Calgary te maken (daar komen we toch langs) bij het Heritage Park. In Calgary zijn we zo, het Park is nog flink zoeken. Misgereden, de weg gevraagd, navigatie aangezet, en we vinden het. Een entree met twee stoomlocomotieven, erg mooi. Het Heritage Park is een soort openluchtmuseum met twee delen: Calgary rond 1800 (voor komst spoorwegen) en tegen 1900. Een echte aanrader! Originele gebouwen (of goede reproducties) uit die tijd, met levende personages die alledaagse dingen doen of verhalen vertellen.
We bezoeken eerst een autotentoonstelling met auto’s uit de periode 1900-1945, en allerhande zaken daaromheen zoals brandstofpompen en reclameborden. Echt heel leuk, met o.a. een echte Shell tankstation. Hierna nemen we een echte stoomtrein die rondjes langs een aantal stations rijdt. We stappen na een ronde uit en nemen een kijkje in het Calgary van 1800. Raken aan de praat met een hele aardige man (van een jaar of zeventig) die een kruidenierswinkeltje beheert. Hij vraagt naar onze reis en vertelt dat zijn vrouw uit de buurt van Waterton Lakes komt. Leuk, dit soort contacten. We bekijken nog enkele andere gebouwen en gaan dan door naar een voorbeeldstadje van rond 1900, gelegen langs de Canadian Pacific Railroad. Met winkeltjes, een bank, verzekeringsagent, bakkerij, kermis (met draaimolen), tandarts, enz. Erg leuke details en ook weer leuke figuranten die van alles vertellen. We gaan door naar een spoorwegmuseum, waar verschillende locomotieven en wagons te bekijken zijn. Hierna lopen we terug naar de uitgang van het park.
Na het Heritage Park rijden we door naar Waterton. Een heel eind highway 2 af, daarna stukje highway 5 en dan rijden we Waterton binnen. De aanrijroute is erg mooi, een oud gletsjerlandschap met kleine meertjes, beekjes, heuvels/dalen en mooi uitzicht op de bergen. Ons hotel, de Bayside Inn, ligt pal aan het Upper Lake van de Waterton Lakes. Mooi uitzicht over het meer met de daarachterliggende bergen. We eten bij het hotel (gevulde kip, pasta, cheesecake), dat bevalt erg goed. Aardige ober met Nederlandse kennissen.
Morgen rondkijken in Waterton, en daarna door naar Glacier NP. Helaas weten wel al dat de Going-To-The-Sun Road deels dicht is door de sneeuw (balen!). Eerst maar goed slapen, dan kunnen we er weer tegenaan.

 
Terug naar boven Dag 11: Maandag 13 Juni 2011
Van: Waterton Lakes, AB, Canada
Naar: Whitefish, MT, United States
13juni-19.jpg
13juni-45.jpg
Het was lawaaierig doordat er recht boven onze kamer een meidenslaapzaal met eigen trap zit. De wekker stond op 7.15 uur, maar ging niet om de een of andere reden niet af. We staan wat later op dan gepland, om 8.00 uur. We ontbijten in het tegenover ons hotel gelegen restaurant. Een gezellig restaurant in jachtstijl en met berenaccenten. Lekker ontbijt, eieren en pannenkoeken. Om 10.00 uur vertrekken we het park in, onderweg naar Red Rock Canyon. Op de rit van/naar de Canyon zien we veel bloemen. We hopen nog wat groot wild te zien, helaas zit dat er in het Waterton Lakes NP niet in (terwijl er veel wild gezien wordt!). Red Rock Canyon is een kloof bestaande uit rood steen (samengedrukte zand en klei) die in de loop der tijd door een beek is uitgesleten. Mooi om te zien.

We besluiten hierna richting Glacier NP te gaan. Het weer is de hele dag wat onbestendig. Zwaar bewolkt, lichte en zware regenbuien en af en toe een waterig zonnetje. Om in Glacier NP te komen moeten we eerst de grens met de VS oversteken bij Chief Mountain. We dachten dat dat veel tijd zou gaan kosten, maar dat viel erg mee. Na wat vragen door een vriendelijke grensbewaker mogen we eigenlijk vlot doorrijden. We maken een korte tussenstop in Babb, een klein plaatsje dertig kilometer na de grens, en doen daar boodschappen en tanken. Tanken in Amerika is overigens vrij goedkoop, afgelegen plaatsen is het vaak wel iets duurder. Prijzen liggen rond 3,70 dollar per gallon, wat ongeveer neerkomt op 40 dollar per tankbeurt. Dat is goedkoper dan Nederland!

We willen allereerst naar Many Glacier, onderdeel van Glacier NP. Helaas kunnen we dat niet vinden. We rijden door naar de oostingang bij St. Mary’s Lake. Daar kopen we een NP pas waarmee we alle Amerikaanse nationale parken in kunnen. We rijden van de oostingang tot ongeveer 11 mijl de Going-To-The-Sun Road tot waar deze geblokkeerd is. We nemen onderweg diverse foto’s van de bezienswaardigheden op de route: St. Mary’s Lake, het Wild Goose Island. Bij Sunrift Gorge stoppen we, lopen naar de Baring Falls en nemen foto’s. Leuke wandeling.

We gaan alsnog naar Many Glacier. De weg naar Many Glacier is erg slecht, met veel hobbels en gaten in de weg. Many Glacier is een gebied waar o.a. Lake Sherburne ligt. De weg eindigt bij Swiftcurrent Inn. Daar parkeren we en besluiten we een stukje te wandelen. Helaas regent het onderwijl wel redelijk. Er staat opeens een hert heel dichtbij naast het pad. We nemen uitgebreid foto’s en het hert blijft in de buurt. Verderop is de bewegwijzering niet echt goed en het pad redelijk drassig. We gaan terug naar de auto.

Vanaf Many Glacier rijden we zuidwaarts langs de oost- en zuidgrens van het park richting ons volgende hotel in Whitefish. Onderweg komen we langs Goat Lick Overlook. Dat is een plek waar berggeiten naartoe komen om de rotswand te likken om zodoende mineralen binnen te krijgen. Het uitzichtspunt ligt net te ver weg van de rotswand om goede detailfoto’s van de geiten te maken. We zien een geit met een klein geitje afdalen langs de wand. Een hele prestatie, net als de foto die we uiteindelijk toe hebben weten te maken (een beetje klein maar goed).

We vervolgen onze weg naar West Glacier, het plaatsje bij de westelijke ingang van Glacier NP. Onderweg steekt nog een hert over. Een foto maken zit er helaas niet in, het hert is te snel weer weg. Rond 20.00 uur komen we aan in West Glacier. We komen uiteindelijk rond 21.30 aan in Whitefish. Een mooi hotel, met een kleine opsteker: we blijken hier twee nachten te blijven, iets waar we niet bij stil hadden gestaan.

 
Terug naar boven Dag 12: Dinsdag 14 Juni 2011
Van: Whitefish, MT, United States
Naar: Whitefish, MT, United States
14juni-09.jpg
14juni-24b.jpg
We ontbijten uitgebreid in het hotel. Het eten is prima. Eggs Benedict met elk sausages (worstjes van hertenvlees), paprika, spinazie en ui. Omelet met elk sausages, brie, spinazie en ui. De eetzaal van het hotel is trouwens erg mooi, helaas zijn er aardig wat herten, een paar beren en een stel fazanten gesneuveld voor de aankleding.

Na het ontbijt besluiten we de westkant van Glacier NP te bekijken. Voordat we de stad uitrijden, halen we snel een audiostekker om de iPod op de autoradio te kunnen aansluiten. We zijn na anderhalve week bijna door alle cd’s heen.

Via de westingang van Glacier NP kunnen we in totaal 16 mijl rijden van de Going-To-The-Sun Road.
Eerst rijden we nog een andere weg binnen het NP (naar Polebridge), maar die valt tegen. Alle bomen zijn bij een bosbrand weggevaagd, en er is nog weinig voor teruggekomen. Daarnaast zijn er geen dieren te zien. We besluiten de Going-To-The-Sun Road te rijden. Helaas gaat het eerst flink regenen. Het eerste gedeelte van de route langs Lake McDonald valt een beetje tegen, mede door het trieste weer. We kunnen de weg volgen tot Avalanche Creek en Gorge. Daar aangekomen gaan we een stuk wandelen. We lopen de Trail Of The Cedars Nature Trail, een mooie wandeling door een traditioneel Noord-Amerikaans dennenbos. Tijdens de wandeling spotten we een vogel in zijn nest. Tot nu toe zijn we er niet in geslaagd om vogels op de gevoelige plaat vast te leggen. Dat lukt nu met veel geduld wel.

We gaan dan terug naar de uitgang van het park. Onderweg stoppen we nog om wat foto’s te maken van de rivier en Lake McDonald. Als we bij de uitgang van het park zijn aangekomen, besluiten we Highway 2 nogmaals te rijden langs de zuidzijde van het park. We komen allereerst bij de Goat Lick Overlook, waar we op het eerste gezicht geen geiten aantreffen. Dan zien we aan de andere kant van de weg andere auto’s staan. We hebben daar mooi uitzicht op de berggeiten, alhoewel ze wat ver weg zijn. We raken aan de praat met twee Amerikanen die een zomerkamp voor Indiaanse kinderen leiden. Ze komen beiden van de oostkust van de VS en zijn hier ieder jaar om kinderen te onderwijzen en vakantie te laten vieren.

Hierna vertrekken we verder de 2 af, we zien helaas geen dieren. We tanken in East Glacier en draaien om terug naar Whitefish. Het loopt tegen de avond, wat op zich een goede tijd is om te spotten omdat deze actief worden met eten/tevoorschijn komen. Op de terugweg zien we helaas geen beren. We stoppen nogmaals bij de Goat Lick Overlook. Met de zoomlens krijgen we ze er dit keer aardig op. Overigens zien een hoop toeristen ons geparkeerd staan, en gelijk komen er andere auto’s op de plek van de geiten af om ook foto’s te maken. We rijden verder en komen op de terugweg naar West Glacier tweemaal herten tegen, waar we uitgebreid foto’s van maken. De eerste keer gaat het om twee kleinere herten, daarna om een mooi volwassen vrouwtjeshert.
We eten in West Glacier in hetzelfde restaurant als waar we gisteren hebben gegeten (rond 20.00) – op het menu: chicken pot pie, lasagne en raspberry-rhabarb pie. Om 21.30 zijn we terug in het hotel.

 
Terug naar boven Dag 13: Woensdag 15 Juni 2011
Van: Whitefish, MT, United States
Naar: Bozeman, MT, United States
15juni-16.jpg
15juni-31.jpg
Vandaag gaan op pad voor de langste rit van deze vakantie, naar Bozeman wat redelijk dichtbij Yellowstone NP ligt. De ritafstand is 570 km. We staan om 7.00 uur op, ontbijten uitgebreid en gaan om 9.00 uur weg naar Bozeman. Na wat boodschappen gaan rijden we via Kalispel langs het Flathead Lake. Een mooie omgeving, waar veel Amerikanen vakantie vieren. We gaan langs de National Bison Range, een van de plekken waar bizons in het wild leven. Uiteindelijk blijven we vier uur in dit park (vanaf 11.30). Het is erg mooi. Via een 19 mijl lange slingerweg worden bezoekers de voor verschillende vegetatiezones heen genomen, en kunnen daarbij dieren observeren. Een soort safari dus.

In het eerste gedeelte komen we vier bizons tegen, die we vanaf een afstand op de foto zetten. Vervolgens klimmen we een heel eind omhoog naar de top van een heuvel. Onderwijl nemen we een aantal mooie foto’s van herten en verschillende bloemen. Op de top van de heuvel aangekomen hebben we een mooi uitzicht over het gebied rond Flathead Lake en de dichtbij gelegen bergen. Daarnaast de hoofdprijs: een hele grote kudde bizons die in het nabijgelegen dal aan het grazen zijn, inclusief diverse kalveren.

Na de heuvel gaan we weer naar beneden. Tijdens de afdaling en de daaropvolgende tocht door prairieterrein komen we diverse herten, antilopen, vogels en andere dieren tegen. Met veel geduld hebben we een aantal beesten mooi op de foto gezet. Vooral de antilopen zijn speciaal. We zien er een in de verte, en die komt langzaamaan dichterbij. We zetten ‘m een paar keer op de foto. Dan zien we nog een antilope, en nog een, en… uiteindelijk hebben we een groep van zeker vijftien in het vizier. Uit het niets duiken ze op! Erg speciaal.

Na de NBR gaan we weer op weg naar Bozeman. Over de verdere tocht is niet zoveel te melden. Het werd uiteindelijk slecht weer. Om 15.30 vertrekken we bij de Range, om 19.30 komen we aan. We slapen in een Holiday Inn. Een mooie, ruime kamer met een echt tweepersoonsbed. We eten pasta in het restaurant, vergezeld door de kreten van ijshockeyfans. Vanavond was de beslissende wedstrijd voor de Stanley Cup. Helaas verliezen de Canucks.

 
Terug naar boven Dag 14: Donderdag 16 Juni 2011
Van: Bozeman, MT, United States
Naar: Mammoth Hot Springs, MT, United States
16juni-27 - Sapphire Pool.jpg
16juni-43.jpg
Vandaag vertrekken we naar Yellowstone NP. We hebben vannacht redelijk geslapen. Om 7.30 een wake up call, in het hotel ontbijten en om 9.30 uur rijden we weg. We rijden van Bozeman naar West Yellowstone, de westelijke ingang van het NP. Op de rit ernaartoe gebeuren er twee opmerkelijke dingen. 30 mijl voor Yellowstone zien we een Volkswagen Golf naast de weg liggen. Hij is van de weg geraakt en drie meter lager in de berm beland. Ziet er niet best uit. We zien zeker zes politieauto’s, en diverse ambulances. We staan langs de weg geparkeerd voor uitzicht, maar worden door een park ranger gevraagd om weg te rijden, aangezien er een traumaheli moet landen. Niet best dus.

Vlakbij het ongeluk zien we een zwarte beer (in een bruine uitvoering). Nou ja, anderen hebben ‘m gespot en wij schuiven erbij aan. Het is een mooi gezicht, wel wat ver weg. Het is wel freezing cold buiten, een graad of vier/ vijf (schatten we). Onze kledingkeuze was daar niet echt op afgestemd. Gauw wat extra lagen aantrekken. De rest van de dag blijft het frisjes, en hebben we tintelende handen.

Dan komen we aan in Yellowstone. We vergeten te tanken, en moeten nog terug naar West Yellowstone terwijl we al een mijl of tien het park in zijn. Geluk bij een ongeluk zien we van heel dichtbij herten en bizons. De bizons zijn i.t.t. het park van gisteren aan de aanwezigheid van mensen gewenst. We kunnen van heel dichtbij foto’s maken, vanuit de auto. Een van de bizons loopt om onze auto heen (we staan in de weg tijdens het oversteken). De bizons zijn niet alleen in Yellowstone, er zijn voldoende andere dieren te zien. Bizons zijn wel het meest zichtbaar. Een stukje verder komen we wederom bizons tegen, ditmaal een hele kudde met kalfjes. En vlakbij. In het informatiecentrum wordt gewaarschuwd voor bizons: ze lijken loom, traag en sullig, maar ze zijn onberekenbaar, snel en kunnen zomaar uitvallen (zeker met hun jongen in de buurt). Even verderop het bewijs van de cirkel van leven en dood: een bizonskelet. Die blijven hier gewoon liggen.

Waar in Yellowstone ook geen tekort aan is, en waar het om bekend staat, is de geothermische activiteit. Deze uit zich in onder meer in de aanwezigheid van geysers, hotsprings (of pool), mudpots en fumaroles. De verschillen tussen deze activiteiten zitten in de mate waarin ze water en/of stoom spuiten en de kleur van het water/grond die vaak veroorzaakt wordt bepaalde bacteriën of algen die aanwezig zijn. De geothermische activiteit geeft Yellowstone een surrealistische aanblik. Het kan zomaar gebeuren dat ergens tussen de bomen regelmatig een stoomwolk opstijgt.

De eerste hotsprings die we tegenkomen zijn de Ojo Caliente Springs, die we bereiken via de Fountain Flat Drive. Deze zijn onderdeel van het Lower Geyser Basin. Een basin is een bepaald gebied waar geothermische activiteit plaatsvindt door middel van meerdere geizers, hotsprings, etc. Wat opvalt: de stoom¬ en lucht van veel bronnen stinkt, en ruikt naar een combinatie van rotte eieren, de groene rolcontainer en het eindresultaat van een avondje shoarma met knoflook eten.

Na de Ojo Caliene Springs gaan we verder naar de Fountain Paint Pot. Dit zijn een soort modderpoelen die vaak een bepaalde kleur krijgen door algen of bacteriën. Bij deze modderpoel is de kleur wit/grijs van de grond. Naast de modderpoel stroomt water uit hete bronnen, en dit is verkleurd in rood, zwart en wit door bacteriën. Bij de Fountain Paint Pot treffen we ook de Clepsydra Geyser, die een aardig werkt. Het is overigens wel fijn om een geiser in actie te zien, aangezien dat nog helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Geisers zijn qua spuittijden en spuitintensiteit vaak onvoorspelbaar. Of toeristen maken ze kapot door er muntjes, petjes of rotsen in te gooien. Niet te geloven, maar waar. We zien ook een voorbeeld van een fumarole en spring.

Na de Fountain Paint Pot gaat we via de Firehole Lake Drive naar een aantal grotere geisers, waaronder de Great Fountain Geyser (mooi, maar niet in werking gezien) en de White Dome Geyser (die allang niet meer heeft gewerkt, maar wel mooi is om te zien).

Hierna gaan we door naar het Midway Geyser Basin. Hier ligt de beroemde Grand Prismatic Spring, een pool die met heel veel kleuren op de foto gezet moet kunnen worden. Helaas is bij ons door het koude weer veel stoom aanwezig, wat het zicht ontneemt (waait onvoorspelbaar alle kanten op). Verder zien we ook de Oval Pool en Turquoise Pool.

Na de Midway Geyser Basin gaan we door naar het Biscuit Basin. Dit heette zo vanwege gevormde rotsen. Die rotsen zijn door een aardbeving verdwenen. We fotograferen o.a. de Mustard Spring, die wel mooi is. Hierna maken we een wandeling naar de Mystic Falls van 2,5 mijl. Stukje lopen, maar wel speciaal. De waterval is van zichzelf al mooi, maar rondom is ook geothermische activiteit die voor extra stoomwolken zorgt. Ook zetten we een aantal schattige marmotten op de foto.

We lopen terug naar de auto en besluiten om op tijd wat te gaan uit in de Old Faithful Inn. Lekkere burgers op het menu. Bij de Old Faithful Inn horen we dat de laatste spuit om 17.50 heeft plaatsgevonden. Met een interval van 93 minuten moeten we de volgende spuit net kunnen zien. We gaan naar buiten, helaas is de spuit al begonnen. We pikken meer stoom dan waterstralen mee. Speciaal: het begint te sneeuwen (natte sneeuw)! Het wordt al gauw heel koud. We gaan gauw richting ons hotel in Mammoth Hot Springs, dat is nog een flink eind rijden, zeker ook omdat de maximale snelheidslimiet in Yellowstone 45 mijl per uur bedraagt.

Onderweg naar ons hotel krijgen we op verschillende plekken te maken met overstekende bizons. De volwassen dieren wachten voor een auto, en de jonge steken over. Erg leuk om te zien. Speciaal. Verderop langs de route de hoofdprijs van vanavond: een grizzlybeer, op redelijke afstand. Het dier blijft rustig doorgaan met eten en poseert voor alle fotografen. We hebben een paar aardige foto’s. Inmiddels wordt het al wat donker onderweg. We rijden het laatste stuk in het schemerdonker. We zien op een aantal plekken konijnen wegschieten. En het rijden blijft aandacht vragen: opeens staat er een hert midden op de weg! We zien uiteindelijk nog zeker tien herten langs de kant van de weg staan om over te steken. Na een anderhalf uur rijden komen we aan bij ons hotel. Het ziet er netjes uit.

 
Terug naar boven Dag 15: Vrijdag 17 Juni 2011
Van: Mammoth Hot Springs, MT, United States
Naar: Mammoth Hot Springs, MT, United States
17juni-26.jpg
17juni-33.jpg
De wekker gaat om 7.30 uur. Helaas zijn we al eerder wakker door een sukkel die bij het openen van zijn auto zijn claxon laat afgaan. Nou ja, op naar het ontbijt in het hotel. We laten tevens een lunchbox maken (Italiaanse sandwich). Om 9.30 zijn we bij het bezoekerscentum Albright Visitor Centre. We vragen o.a. informatie over spuittijden van geisers. Het weer is vandaag iets beter, maar nog steeds koud.

We starten onze dag vlakbij Mammoth Hot Springs. Daar liggen verschillende “terrassen” die ontstaan zijn door geothermische activiteit. We bekijken de Lower Terraces Area. Leuk om te zien.
We willen graag wat wildlife zien in het park, en gaan richting Tower¬-Roosevelt in het noordoostelijke gedeelte. Daar schijnen veel dieren te zitten. Onderweg zien we vluchtig een wolf of coyote. We stoppen bij de Undine Falls. Na deze waterval rijden we door. Helaas blijkt de Blacktail Plateau Drive dicht in verband met werkzaamheden. Dat is jammer, aangezien daar veel kans op ontmoetingen met dieren is. We gaan door naar de Petrified Tree, een versteende boom. Dit is nogal een grote teleurstelling, in de loop der jaren hebben mensen grote delen meegenomen, en nu staat er een groot hek omheen.

We gaan vanaf Tower-Roosevelt naar de NO ingang park. We zien daar een mooie zwarte beer, aardig dichtbij. Hij is aan het eten en drinken langs een beekje, en heel veel mensen nemen foto’s. Tot de park ranger arriveert, iedereen moet afstand nemen… We rijden door de Lamar valley, en stoppen op diverse plaatsen. Veel bizons gezien. Nog meer bizons. Bizons. Je zou bijna niet kunnen bedenken dat ze bijna uitgeroeid waren. Na een tijd rijden zien we heel in de verte berggeiten. Helaas weinig nieuwe dieren. Een vrouw vertelt ons dat dichtbij wolven te zien zijn.
We rijden naar Soda Butte Creek waar achter de top van een heuvel een met wolvenhol (den) zit. Met wat geluk komen de wolven over de heuveltop en kunnen we ze spotten. Fanatiekelingen staan in de kou zeer warm gekleed al 6 uur wolven te spotten. Wij hebben geluk, op de weg ernaartoe zien we er één, en we zetten ‘m op de foto. Niet heel scherp, maar toch.

Hierna gaan we op weg naar Canyon Village, de oostelijke kant van Yellowstone. Hier bekijken we de Calcite Springs, watervallen met thermische activiteit rondom de oevers, dat is wel bijzonder om te zien. Nabij zien we berggeiten, niet van hetzelfde soort als we eerder hebben gezien maar meer lijkend op de geiten zoals we in NL ook hebben. Vanaf de Calcite Springs klimmen we een stuk, en komen we terecht op een pas waar nog eeuwige sneeuw ligt. Daar gaan we mee op de foto.

Vanaf de pas rijden we naar de Tower Falls. Onderweg zien we een mooie coyote en eekhoorns. Die zetten we op de foto. Na de Tower Falls besluiten we de Yellowstone watervallen (Upper en Lower) te bekijken. We rijden door tot Canyon Village en pakken daar de North Rim Drive. We stoppen op een aantal panoramapunten waaronder de Grand View en Inspiration Point. Het zicht is erg mooi.

We gaan eten in Canyon Village. Bizon ravioli, Varkensvlees met barbecue-honing saus en aardappels. Beiden eerst koud, de serveerster neemt ze mee om op te warmen. Helaas – het eten bij de hotels in Yellowstone is niet geweldig.

Na het eten gaan we richting het Norris Geyser Basin. We bekijken een deel, waaronder de Steamboat Geyser. Deze kan heel hoog spuiten, maar dat gebeurt zelden. Desalniettemin treffen wij ‘m redelijk actief, en het is mooi om op de foto te zetten. We gaan aan op het hotel. Op de terugweg (schemerdonker) staan herten op de weg. Meer herten in berm. Dat is oppassen geblazen! Om 21.30 zijn we terug.

N.B. Helaas geen Beartooth Highway gedaan in Montana/Wyoming, deze was voorgaande twee dagen dicht door sneeuw. Onduidelijk of deze nu weer open is aangezien we geen internet en mobiel bereik hebben! Het is nu te kort tijd om deze weg nog te rijden, want morgen gaan we weer verder.

 
Terug naar boven Dag 16: Zaterdag 18 Juni 2011
Van: Mammoth Hot Springs, MT, United States
Naar: Jackson Lake, WY, United States
18juni-03.jpg
18juni-34.jpg
We beginnen onze dag met ontbijten bij het hotel. Gisteren viel op dat het met het afruimen van de tafels een beetje rommelig gaat; de bediening loopt achter. De restaurant manager loopt zuchtend en puffend door de zaak en heeft de zaak niet onder controle. Vandaag moeten we wachten op een tafel, terwijl het niet zo druk is. Beetje jammer. We melden dat er gisteren geen flesjes water in ons lunchpakket zaten. Helaas doet de frontdeskmedewerkster nogal raar, ze heeft een klantonvriendelijke houding. De serveerster is aardig, maar vergeet de toast en ketchup. Slordig. Dat is een mindere start vandaag…

We gaan vandaag naar de volgende bestemming: Grand Teton NP, een park dat aan Yellowstone vast zit. Op de weg ernaartoe pakken we nog zoveel mogelijk mee van Yellowstone. Het weer is beter, iets minder koud dan voorgaande twee dagen. Maar nog wel frisjes. In Mammoth Hot Springs staan naast ons hotel een groep met elks (herten) te zonnen en te relaxen, we zetten ze op de foto. Bij vertrek uit Mammoth Hot Springs moeten we eerst een flinke klim maken. Bijna op de top staat een kreupele bizon op de weg. Zijn rechterachterpoot kan hij niet meer op staan, en strompelt door de berm met losse stenen. Zielig om te zien, en een gevaarlijke situatie voor het verkeer. We willen de park rangers bellen, maar geen bereik. Later die dag spreken we een ranger. Die zegt dat ze wel hadden ingegrepen voor het verkeer; het beest laten ze echter zijn gang gaan. “The wolves will get him”. De natuur!

We wilen nog verder kijken bij het Noris Geyser Basin, specifiek het Porcelain Basin. Op weg ernaartoe spotten we een mooi mannetjeshert, en dat zetten we uitgebreid op de foto.
Daarna rijden we langs een waterval. Bij het Porcelain Basin aangekomen valt een geiser in het bijzonder op, de Constant Geyser. Deze spuwt om de twintig minuten (ongeveer) water, we wachten er even op en zetten ‘m mooi op de foto.

Daarna gaan we naar de Artists Paint Potts, waar Indianen vroeg kleurstoffen voor verf vandaan haalden. Helaas is het nogal een tegenvaller, er is namelijk bijna niets te zien behalve een hoop stromend water. We vervolgen onze weg over de Firehole Canyon Drive, een weg die door een kloof langs de Firehole rivier loopt. Daarin liggen ook de Firehole Falls. Wat ons opvalt tijdens de rit, is een man met een soort bus. Naderhand blijkt dat dit geen touringcar is, maar een gigantische camper met alles erop en eraan. Daar rijden er overigens genoeg van rond zien we tijdens onze vakantie.

Na de Firehole Canyon gaan we naar het Black Sand Basin, waar we diverse mooie pools zien. We vervolgen onze weg naar het laatste basin wat we willen bezoeken, de West Thumb Geyser Basin. Dit basin ligt aan de rand van Yellowstone Lake, wat een hele mooie locatie is. Het is wel grappig om aan de ene kant hitte en stoom te zien en aan de andere kant een blauw meer, waarin je niet mag zwemmen gedurende het hele jaar vanwege het feit dat het te koud is. Binnen minuten zou je overlijden door onderkoeling.

Langs Lake Lewis verruilen we via de zuidelijke ingang Yellowstone NP voor Grand Teton NP. We volgen de noord-zuid route. Yellowstone was prachtig. Veel dieren gezien, en ook aantal mooie geisers en bronnen. Als afscheid nog even bord van het park erop.

Grand Teton oogt de eerste twintig mijl niet heel veel anders dan Yellowstone; het enige dat opvalt is dat we geen dieren zien. Grand Teton is veel kleiner dan Yellowstone, en heeft geen geothermische activiteit. Wat direct opvalt, zijn de aanwezige bergen met besneeuwde toppen. Grand Teton heeft er tien met een hoogte boven de 3.000 meter. De rijafstanden zijn goed te bevatten. We rijden niet te snel om goed rond te kijken naar dieren. Er wordt ook gevraagd om dit te doen om zo aanrijdingen met dieren te voorkomen. Ons valt op dat een heleboel auto’s ons voorbij zoeven…

Pas na een tijdje rijden zien we enkele herten in het open veld naast de weg grazen. We stoppen om foto’s te maken. Gelijk stoppen er zeker acht andere auto’s. Zo werkt dat in een nationaal park. Wij hopen in Grand Teton nog elanden te fotograferen (mooses in het Engels). Er zijn twee aanbevolen uitkijkpunten. Op beide plekken zien we niet zoveel. We ontmoeten de tweede plek een gepensioneerde man uit Maine, die veel fotografeert. We raken lang aan de praat. Onderwijl zien we een trumpet swan, een bijna uitgestorven vogel. Helaas niet op de foto kunnen zetten. De man vertelt waar hij elanden heeft gefotografeerd. We nemen afscheid en besluiten in te checken in het hotel, om daarna op elandenjacht te gaan. Als diner nemen wat broodjes kaas met cheesecake toetje uit de supermarkt. Lekker snel, en kostendrukkend.

Het hotel is gelegen aan de kust van Jackson Lake, een van de twee grote meren in Grand Teton. De locatie is mooi, en ons verblijf blijkt een houthakkershut. Erg sfeervol, en rustig. Heerlijk.

We gaan op elandenjacht. Het gaat regenen, wat het uitzicht niet bevordert. We rijden een oostelijke route door het park, parallel aan de loop van de Snake River. Helaas spotten we in twee uur tijd geen elanden. Wel lopen we een stukje langs de Snake River. Om tien uur zijn we terug, en gaan redelijk snel slapen.

 
Terug naar boven Dag 17: Zondag 19 Juni 2011
Van: Jackson Lake, WY, United States
Naar: Salt Lake City, UT, United States
19juni-24.jpg
19juni-27.jpg
We hebben redelijk geslapen in het huisje. We staan om 7.30 op. Na het ontbijt checken we uit en gaan de rest van Grand Teton bekijken. We zijn vooral geïnteresseerd in elanden. Daarna moeten we door naar Salt Lake City, een soort tussenstop naar de hetere delen van de reis (in Utah, Colorado, Arizona, etc.). Een rit van 500 km.

We gaan naar het midden en zuiden het park. Allereerst rijden we een eenrichtingsweg die langs Jenny Lake leidt. Het uitzicht bij Jenny Lake is mooi. Helaas regent het een beetje, en is het zwaar bewolkt. De Teton bergkam is aan het zicht onttrokken. We zien een zwarte raaf. Een enorm beest, zeker vergeleken met zijn verre neven die bij ons thuis in de dakgoot verblijven.

Na Jenny Lake gaan we naar het bijbehorende bezoekerscentrum om wat informatie in te winnen. We willen graag nog elanden zien. De dame van het centrum raadt ons aan bij Moose Junction te kijken (toepasselijke naam!), langs te gaan bij Snake River in de buurt van het Rockefeller Preserve en bij de Gros Ventre River. We stippelen een route uit langs die gebieden, en gaan op pad.

Bij de Moose Junction is het meteen raak! Tussen de willows langs het water staat een vrouwtjeseland, met een halsband om. Willows zijn het lievelingseten van elanden. Leuk om te zien. Er staan een heleboel andere mensen ook om foto’s te maken.

We rijden de Moose-Wilson weg naar het Laurance S. Rockefeller Preserve. Rockefeller, een kleinzoon van de oliemagnaat, heeft veel gebied aangekocht en gedoneerd aan Grand Teton. Vandaar dat er een gebied naar hem is genoemd, en een soort centrum aangelegd. We gaan een stukje wandelen. We zien mooie elks, echter vluchten deze weg om dat een stom gozertje met stenen naar ze gooit. Zijn broertje is gelukkig boos op ‘m. Er zijn leuke vogels te zien, o.a. knalgeel. Dan begint het te regenen, en gaan we terug naar de auto.

Op naar het laatste gebied voor onze elandjacht. We rijden via de Antelope Flats Road richting Gross Ventre River. Op de Antelope Flats zien we onder meer bizons, een antilope, elks, een coyote en diverse vogels. We zetten een knalblauwe vogel op de foto. Helaas geen elanden. We stoppen langs de Gross Ventre, maar zien ook daar geen elanden. Inmiddels is het 15.00, en hoog tijd om te gaan. We moeten ons beeld over Grand Teton wat bijstellen: er zijn redelijk wat dieren. Het park zelf kwam wat minder uit de verf, het is ontoegankelijker als Yellowstone qua wegen, etc. Je zult er echt moeten wandelen om wat te zien. In ons geval zal het slechte weer ook niet hebben bijgedragen.

En, zie daar, het komt vanzelf op je weg als je er niet te hard naar zoekt: langs de weg staat een schitterende eland, precies bij het hek die Grand Teton afbakent van de rest. Hij is een brede rivier overgezwommen om verse bomen te eten. Knappe prestatie. Hij is fotogeniek, en veel mensen komen eropaf. De eland wordt zenuwachtig van de mensen en met name van de flitsen van sommige fototoestellen en voert daarom drie keer een aanval uit op het (elektrische) hek, zielig...
We gaan op weg naar Salt Lake City. De I-15 blijkt een rotweg. Betonplaten, gaten in de weg en veel wegwerkzaamheden. En dat tot Salt Lake aan toe. We eten wat bij de Subway tussendoor. Rond 21.30 komen we in Salt Lake aan. Helaas blijkt de straat waaraan we zitten, South West Temple, niet de enige die “temple” in de naam heeft. Na lang rondrijden vragen we de weg. Uiteindelijk komen we aan bij Shilo Inn. Een mooi hotel, met een goede kamer. Nog even wat foto’s op de laptop zetten en dan door naar bed.

 
Terug naar boven Dag 18: Maandag 20 Juni 2011
Van: Salt Lake City, UT, United States
Naar: Moab, UT, United States
20juni-12.jpg
20juni-50 - Skyline Arch.jpg
We slapen goed, en staan pas om 8.00 uur op. Na ontbijt in het hotel sturen we een aantal foto’s en een stukje reisverslag naar het thuisfront. We pakken de auto in, en besluiten nog even rond te kijken in Salt Lake. We moeten later vandaag door naar Moab in Zuidoost Utah, een rit van 400 km. Buiten is het aardig warm, nu al 25 graden...

Salt Lake is een aparte stad. Het is het centrum van het Mormonengeloof.
We bezoeken de Temple Square, waar alle belangrijke gebouwen van de Mormoonse kerk staan. Alles is tot in de puntjes verzorgd. De Tabernacle is een immense hal waarin het Mormon Tabernacle Choir optreedt. Het bevat een immens kerkorgel, en de akoestiek is perfect. Men kan letterlijk een pen horen vallen. Na de Tabernacle lopen we nog wat rond en bekijken o.a. de Salt Lake Temple, niet toegankelijk voor niet-Mormonen. We komen een groepje met jongeren tegen, allen net gekleed. Elke jongen heeft minimaal twee meisjes aan de arm. Allen niet ouder dan 13, 14. Salt Lake is een stad met een rare sfeer. De mensen beleven hun geloof vanuit het hart, maar voor ons gevoel is het allemaal te nep, te over the top, te perfect. Er lopen op Temple Square overigens heel veel vrouwen rond met een naambordje, die iedere toerist in zijn eigen taal kunnen aanspreken. Dat heeft natuurlijk zo zijn redenen…

Na Temple Square gaan we het gebouw bewonderen waarin het staatsbestuur van Utah gevestigd is. Het gebouw is een kopie van het Capitool in Washington. Weer zo’n klein dingetje… We dwalen terug naar het hotel, pakken de auto en zoeken een supermarkt op.

We gaan naar de Walmart. Daar kopen we onder meer een mobiele harde schijf (voor foto back-up naast de netbook, want we hebben ongelooflijk veel foto’s gemaakt), handcrème (nodig na de gure dagen in Yellowstone en Grand Teton), een goedkope koelbox met koelelementen (dan kunnen we wat meer dingen zelf kopen en meenemen in de hete gebieden die eraan komen, en kosten besparen want alles is duur in afgelegen gebied) en de nodige drank en eten. De Walmart heeft echt alles! We lunchen met verse salade en fruit.

We rijden om 13.45 weg uit Salt Lake City naar Moab. De weg naar Moab verloopt zonder al te veel problemen. We komen rond 18.30 aan bij de ingang van Arches NP, wat vlakbij Moab ligt. We besluiten de tijd goed te benutten (morgen willen we ook naar Canyonlands NP), en gaan naar Arches toe. Arches NP is beroemd vanwege de rode zandstenen bogen die door weer en wind zijn uitgeslepen. Tegen de avond met de ondergaande zon is er sprake van goede omstandigheden voor het maken van foto’s.

De omgeving van Arches is al een stuk woester dan het noordelijke gedeelte van Utah. En een stuk warmer. Het heet woestijn, al is het geen woestijn conform wat veel van ons zouden verwachten. Het is namelijk helemaal niet kaal. Er groeien behoorlijk wat planten, bloemen, cactussen, etc. In het zuiden van Utah slagen ze er ook aardig in om met behulp van irrigatie landbouw te bedrijven.

We eten gauw wat brood, en gaan het park in. We stoppen onderweg bij een aantal uitzichtspunten waar we zicht hebben op mooie rode rotsformaties als de Three Gossips, de Tower Of Babel en de Balanced Rock. Verder zijn er versteende duinen, de Petrified Dunes, te bewonderen. De eerste echte stop doen we bij de Delicate Arch, wellicht de beroemdste boog uit het park. We besluiten niet naar de boog zelf te gaan, maar naar het uitzichtspunt. Mooi uitzicht, wel een lange klim. ’s Avonds is het nog steeds zo'n 25-30 graden. Dat is even een overgang. De Delicate Arch komt er redelijk op, de achtergrond is niet helemaal vrij waardoor je niet geheel vanuit deze hoek door de boog kunt kijken.

Na de Delicate Arch gaan we naar de Sand Dune Arch, een boog die verborgen ligt in een kloof tussen rotsen in. Door het zand wandelen, net als op het strand. Mooie plek. We krijgen ook nog een glimp mee van de Broken Arch, alhoewel van onze afstand af niet te zien is dat deze kapot is. Inmiddels gaat de zon langzaam onder, en is het fotograferen een race tegen de tijd geworden. De Skyline Arch is al bijna niet meer te fotograferen. We rijden gauw door naar het einde van de weg die door het park loopt. Deze houdt op bij Devils Garden, daar loopt een pad nog verder. We lopen dit pad op, en proberen nog zoveel mogelijk bogen mee te pakken. Helaas is het eigenlijk al te donker. We zien nog de Landscape Arch, Partition Arch, de Pine Tree Arch en Tunnel Arch. Het donker treedt wel snel in. We denken dat we morgen of overmorgen nog een keer naar Arches NP gaan voor wat foto’s bij zonsopgang of zonsondergang.

 
Terug naar boven Dag 19: Dinsdag 21 Juni 2011
Van: Moab, UT, United States
Naar: Moab, UT, United States
21juni-17.jpg
21juni-35.jpg
We verblijven twee dagen in Moab, en besluiten daarom het wat rustig aan te doen. We staan om 8.30 op. Moeten ook wat aan de warmte wennen. Koffie is te verkrijgen in de hal (gratis). We eten onze eigen broodjes van de Walmart op, met koffie/thee. En eten de cheesecake op. We blijven relaxed tot 14.00 uur op onze kamer om wat uit te rusten, het reisverslag bij te werken, Yellowstone foto’s uit te zoeken (veel geisers, veel verwarring) en lezen nog wat reisinformatie door. We moeten nog een aantal excursies bevestigen die we de komende twee weken gaan doen (waarom is ons een raadsel, betalen = deelnemen, zou je denken). Met de mobiel hebben we problemen om de organisaties te bereiken. Gelukkig kunnen we gratis bij de receptie bellen. Bij het boeken informeren we nog even naar de tijdszones van Arizona, Utah, etc. Arizona, Utah, Wyoming, Colorado en Montana liggen in dezelfde tijdszone. Ze kennen alle, op Arizona na, een Amerikaanse variant van zomertijd/wintertijd. Arizona doet echter niet mee… behalve de Indianenreservaten in Arizona, die wel… Dus we moeten bij het passeren van de grens Arizona-Utah, alsmede binnen Arizona (als we excursies in een van de reservaten doen) rekening houden met tijdsverschillen. Wat een gedoe!

Om 13.45 besluiten we warm te gaan eten, om ’s avonds brood te eten om makkelijker wat te kunnen ondernemen. We willen namelijk nog een keer foto’s in Arches NP maken.

We eten in een restaurant waarvan we de naam snel zijn vergeten. We hebben pasta en steak. De serveerster heet Rhonda. We vragen naar het type ijsthee wat ze hebben. Amerika kent nl. andere ijsthee dan wij gewend zijn, nl. letterlijk koude thee. Wij kennen zoete ijsthee. De serveerster zegt dat ze sweetened ijsthee hebben. We willen graag perzik, de serveerster zegt kortaf “lemon”. Iets anders hebben ze niet. Krijgen we de ijsthee, blijkt het toch weer de aparte Amerikaanse variant. We vragen om water, maar krijgen een holle blik terug van de serveerster. We moeten drie keer vragen om water, want het gaat de serveerster boven haar pet dat iemand een tweede drankje bestelt, terwijl het eerste nog niet op is… wat een gedoe. Omdat het eten echter wel goed is, geven we wel fooi. We moesten wel wat lang wachten, maar a la.

Hierna vertrekken we met de auto naar Canyonlands NP. We gaan naar het noordelijke gedeelte, dat heet Islands In The Sky. Dit noordelijke gedeelte, dat geheel los ligt van het midden- en zuidelijke gedeelte van het park, is letterlijk een eiland omgegeven door kloven, met een toegangsweg (the Neck genaamd). De uitzichten zijn erg mooi. Veel rode, witte, groene, gele steenlagen in allerlei vormen en kleuren. Helaas is het erg warm, maar wat het nog erger maakt zijn de zwermen met vliegjes en muggen die ons belagen. Komt misschien door de geur van de zonnebrand…? De auto zit ook helemaal onder, en heeft een lichtbruine kleur gekregen. We rijden zo’n twee uur rond in Canyonlands en genieten van het uitzicht op verschillende panoramapunten. Het schijnt te lijken op de Grand Canyon, maar het daarbij niet te halen. Wat Ivo erg mooi vindt zijn de ronde uitslijpingen in het landschap door oude rivieren. Verder zien we een aantal mooie cactussen en bloemen. We nemen overal in hoog tempo foto’s om zo snel mogelijk weer in de auto te zitten, vrij van insecten en de hitte.

We verlaten Canyonlands om 17.45, en komen om 18.30 bij de ingang van Arches aan. We rijden de hele weg uit tot aan Devils Garden. Vanaf daar volgen we de trail langs de diverse bogen: Pine Tree Arch, Tunnel Arch, Landscape Arch en Partition Arch. We hopen bij de ondergaande zon wat mooie foto’s te maken. Waarschijnlijk vallen deze bogen het meeste op bij opkomende zon ‘s morgens vroeg. Even goed maken we mooie plaatjes. De wandeling naar de verste bogen valt nog wel tegen, de zon piept er nog doorheen, het is warm en ook hier veel insecten. Maar goed, wel een geslaagde wandeling. Op de terugweg praten we uitgebreid met een man uit San Francisco over fotograferen, en waar wij naar toe gaan qua parken. Bleek hij net de parken in tegenovergestelde richting te hebben bereisd. Grappig.

Tijdens de rit omlaag terug naar Moab maken we nog wat foto’s van de zonsondergang. Die is erg mooi in deze contreien. Om 21.30 zijn we terug in het hotel. We gaan gelijk douchen, en praten nog wat na. Om 23.30 naar bed.

 
Terug naar boven Dag 20: Woensdag 22 Juni 2011
Van: Moab, UT, United States
Naar: Mesa Verde NP, CO, United States
22juni-04.jpg
22juni-29.jpg
In de papieren van Jan Doets staat dat we op tijd moeten vertrekken, maar niet waarom. Het is in ieder geval niet het aantal kilometers, dat valt wel mee (245 km). In ieder geval gaan we vandaag iets later op, 8.15 uur. Aankleden, spullen inpakken, uitchecken. We gaan eten bij een pannenkoekenhuis dat korting geeft aan gasten van het hotel waar wij in zitten. Het eten smaakt goed, en is snel klaar. Pannenkoeken en omelet. We krijgen vijf dollar korting, en een gerecht is goedkoper op de bon gekomen, dat is een meevaller. Bij het afrekenen wordt één van onze creditcards geblokkeerd, net als bij de supermarkt. Tegenvaller… waarschijnlijk heeft de creditcardmaatschappij 'm geblokkeerd vanwege "ongebruikelijk betaalgedrag", veel betalingen in het buitenland. Morgen maar bellen! Het opnemen van geld met de gewone bankpassen is een hele bevalling: er is geen pijl op te trekken welke pas op welke automaat werkt 

We tanken en gaan op weg naar Mesa Verde NP in Colorado. De rit erheen gaat voorspoedig. Onderweg komen we nog een mooie boog tegen, de Wilson Arch. Daarna maken we een kleine omweg naar Newspaper Rock, een canyon waar een aantal Indiaanse muurschilderingen te bewonderen zijn. Doel en auteurs zijn onbekend. Het is wel leuk om te zien hoe in de vroegere historie van de VS schilderkunsten werden beoefend. Het ongeoefende oog zou kunnen denken dat het net lijkt op het schilderbord van de kleuterschool... We rijden door Cortez, wat een mooie plaats moet zijn volgens de reisbeschrijving. Valt tegen. We rijden door naar het park.

Mesa Verde is een park dat tot doel heeft om Indiaans cultureel erfgoed te beschermen. In dit park zijn overblijfselen van nederzettingen van de Ancestral Puebloans (of Anasazi) te vinden. Dit zijn Indianen die langere tijd in de Four Corners regio leefden. In de latere fase van hun aanwezigheid hebben deze voorgangers van de Indianen rotswoningen gemaakt, vaak gelegen onder overhangende, uitgeslepen rotspunten. Wij komen rond 15.30 uur aan in het park, en kunnen nog enkele van de nederzettingen bezoeken. Niet allemaal, daar is het wat te laat voor. Dat is waarschijnlijk wat het boekje van Jan Doets bedoelde…

Tijdens het kopen van de entreekaarten zien we vanuit het informatiecentrum wilde paarden lopen. Ze hebben er in het park ruim 600, wat eigenlijk alweer teveel is geworden. Een aantal moet verhuisd worden.

Allereerst bezoeken we het Spruce Tree House, wat het beste bewaard is gebleven van alle. De tocht ernaartoe is redelijk te doen. Het is wel warm. Op de weg ernaartoe horen we hard gezoem. Er is een enorme bijenkorf te vinden. Even verderop zetten we vogels (waarschijnlijk boomklevers) op de foto. We bezoeken Spruce kort, en gaan door naar het hoofddoel, de Cliff Palace. De rondtoer begint om 17.30, en de tocht bestaat uit zandstenen en metalen trappen heen, en trappen en ladders terug. Dat is nog wel een uitdaging. We hebben een leuke ranger, die uitgebreid vertelt over de Cliff Palace, de eet/drinkgewoonten en bronnen van de bewoners, de architectuur en meer. De nederzetting is gelegen op een vruchtbare, redelijk natte plaats onder een overhangende rots. De bewoners moesten via de rotsen naar boven klauteren… hoogtevrees niet gewenst! De ranger vertelt ons nog wat over de ceremoniële gebouwen die aanwezig zijn, de kivi's. Het zijn een soort onderaardse verblijven die daardoor goed bruikbaar zijn in zomer (koel) en winter (warm). Tijdens de rondleiding tilt een van de medebezoekers zijn pet van zijn hoofd om even af te koelen. Prompt verdwijnt zijn zonnebril in de afgrond…

Op de terugweg zien we nog enkele roofvogels zweven boven de canyon waar Cliff Palace in ligt. Het lijken een soort haviken. Ook in dit park vindt men weer veel raven.

’s Avonds gaan we eten in een Indian style restaurant naast het hotel. De ambiance is erg leuk, met mooie schilderijen en Indiaanse doeken. Het menu is grotendeels spicy, we kiezen beiden kalkoen met notenkorst, spinazie, tomaat en een zoete dressing, lekker! Chocolade cheesecake toe. Daarna terug naar kamer, rond 21.30 terug. Nog even reisverslag en foto’s bijwerken, en naar bed.

Nou ja, naar bed? Eerst moeten we zorgen dat er niet teveel licht in de kamer valt. De buitenlamp bij de deur kan niet uit en schijnt door slechte luxaflex naar binnen. Na veel gehannes sluiten twee donkere t-shirts de boel af. Het is tevens erg warm, we hebben geen airco hier!

 
Terug naar boven Dag 21: Donderdag 23 Juni 2011
Van: Mesa Verde NP, CO, United States
Naar: Mexican Hat, UT, United States
23juni-02.jpg
23juni-39.jpg
We staan om 8.30 op en hebben redelijk geslapen. We werden wakker van de buren, een stel olifanten die continu heen en weer denderden. Rare snuiters. Ontbijten met broodjes Nutella. Daarna spullen inpakken, e-mail checken en op weg. We gaan naar het Step House, een overblijfsel dat in de zuidwesthoek van het park ligt. De weg ernaartoe is erg bewerkelijk, veel bochten en veel stijgen en dalen. 12 mijl in een halfuur is niet veel. Aangekomen op de locatie is het erg warm, en er is weinig beschutting tijdens de wandeling doordat alle bomen zijn geveld tijdens een oude bosbrand. Na een kwartier lopen zijn we ter plekke. Tijdens de wandeling zien we de nodige vogels, hagedissen en mooie bloeiende cactussen. We kijken even rond, en lopen daarna terug.

We stappen in de auto en gaan op weg naar onze volgende bestemming, dat is Monument Valley. Het is vanaf de Step House nog een eind rijden naar de ingang van het park, zo’n beetje 28 mijl over een bochtige, stijgende/dalende weg. De vervelendste tot nu toe. Beiden worden we een beetje misselijk. Tijdens de rit omlaag zien we wilde paarden en roofvogels, die we gauw op de foto zetten.

We rijden naar Cortez waar we tanken, boodschappen doen en lunchen bij de Subway. Onze betaalpas werkt gelukkig om geld op te nemen. Daarna gaan we op weg naar Monument Valley, een park dat middenin Navajo gebied ligt, en ook door hen beheerd wordt. Onderweg naar Monument Valley komen we langs het Four Corners Monument, het kruispunt van de staten Utah, Arizona, Colorado en New Mexico. We gaan niet naar het monument zelf omdat dat geld kost. We rijden we over de oprit, en rijden zo kortstondig vanuit Colorado New Mexico binnen. Na twee meter zijn we in Arizona, dat we doorkruizen naar Monument Valley, dat in Utah ligt. Monument Valley is veel meer woestenij conform wat de meesten van ons verwachten. Dor, droog, heet. Het is bijna 43 graden als we aankomen. Tijdens de rit ernaartoe waait er kleine zandhozen over de weg, en er vliegen bollen dorre takken rond net als in de westerns.

Om 17.15 komen we aan in Monument Valley. Gelukkig op tijd voor de excursie, die om 18.00 plaatselijke tijd gepland staat. De Indianen lopen gelijk met Colorado qua tijd, dus dat scheelt. De jeepbestuurder biedt aan om 17.30 te vertrekken. Dat scheelt een halfuur! We gaan op weg. Wat volgt is een speciale tocht, die uiteindelijk meer dan drie uur duurt (drie kwartier langer dan betaald). We worden tijdens een privérit rondgeleid door Monument Valley, en rijden door een stuk waar ook alleen Navajo bestuurders mogen komen (met de eigen auto mag je een 17 mijl lange panoramaroute volgen, maar kom je niet in het achterland). De weg is alleen geschikt voor hoge jeeps met vierwielaandrijving. Dat lukt met eigen auto nooit, wat een hobbels en mul zand. Vooral de eerste mijl is erg. Voor ons hobbelt een RV (camper) met twee Zwitsers naar beneden. Onze gids kijkt nogal meewarig, het lijkt hem niet zo slim. Ons ook niet: met een huurauto onverharde wegen berijden valt buiten de verzekering! Die RV gaat met 50 cm vering heen, maar komt met 0 terug. Hij rolt van links naar rechts over de weg. We zien nog wel meer mensen met personenauto’s die naar beneden gaan, onbegonnen werk. Zelfs als we een jeep zouden hebben, zouden we het niet doen. Het vergt aparte bestuurderskwaliteiten.

We hebben een erg aardige bestuurder, die ons veel vertelt over de omgeving, de Navajo’s en zichzelf. Hij is een wat oudere Navajo die deels toeristen rondleidt, deels als lasser werkt in LA en deels sieraden maakt. Dat alles om rond te komen. De Indianen hebben het niet zo breed, en hebben een achterstandspositie in de VS. Alhoewel ze eigen reservaten met eigen zeggenschap hebben, is er in de reservaten veel armoede (te zien aan oude auto’s en stacaravans), dit zijn vaak ook niet de beste stukken land. De Navajo’s zijn echter wel trots op Monument Valley, het is hun “vaderland”. Alle rotsen in dit gebied hebben een naam, genoemd naar bekende personen, historische personen of naar de figuur waarop ze lijken. Zo zijn er de rotsen Totempole, Rooster (haan), YeibiChei (Groep biddende personen), etc. De YeibiChei is speciaal. Elke winter wordt er op deze plek negen dagen en negen nachten lang door een groep Navajo’s gebeden om genezing van een ziek persoon.

In Monument Valley werden veel westerns opgenomen met o.a. John Wayne en Clint Eastwood. De laatste paar jaren niet zoveel meer, aangezien de western een beetje uit de mode is. Recente films die hier opgenomen zijn omvatten onder meer Mission Impossible II, Wild Wild West en een videoclip van Metallica. De omgeving maakt veel indruk, het is erg mooi om al die verschillende rode zandsteenrotsen te zien. Je kunt met je eigen creativiteit er iets in zien. Zo kun je o.a. Jezus zien, een liggende draak, Snoopy, etc. We stoppen op diverse plaatsen voor foto’s van het landschap, bij een aantal stalletjes waar we Indiaanse oorbellen kopen, bij een oude rotswoning en, heel speciaal, bij een aantal zandstenen bogen. Een van die bogen lijkt op een roofvogel (Big Hogan). De gids speelt op zijn fluit een lied, terwijl wij liggend met onze ogen dicht luisteren, erg speciaal.

We praten met de gids over de wijze waarop de Indianen rondkomen, hoe ze met kinderen omgaan, en ook hoe dat in Nederland gaat. Onderwijl gaat de zon onder wat hele mooie luchten geeft en fraai belichte rotsen.

Nadat we terug zijn bij de auto, geven de gids een goede fooi en vertrekken naar Mexican Hat, waar ons hotel ligt: de San Juan Inn. We komen om vlak voor half tien aan, eten nog snel wat (cheeseburger/pasta), bekijken de foto’s en gaan rond twaalven slapen.

 
Terug naar boven Dag 22: Vrijdag 24 Juni 2011
Van: Mexican Hat, UT, United States
Naar: Tusayan, AZ, United States
24juni-05.jpg
24juni-16.jpg
De dag begint om 8.00 uur, om de creditcard te regelen. Een groot succes! Eerst moeten we de creditcardmaatschappij kunnen bellen. Helaas geen mobiel bereik. Via de vaste telefoon kun je alleen bellen met België met behulp van een telefoonkaart, anders durven ze je hier gewoon 45 dollar voor drie minuten te rekenen… Nou telefoonkaart gekocht, bellen met België… na 10 keer proberen pas contact. We moeten in een geldautomaat de kaart activeren door ‘m te gebruiken.

We ontbijten bij het hotel: omelet met spek, lekker. Het is buiten al aardig warm. We pakken onze spullen in en vertrekken richting de Grand Canyon. We rijden terug langs Monument Valley en nemen nog wat foto’s. In Tuba City stoppen we om boodschappen te doen. Na het gebruik bij een betaalautomaat werkt de creditcard gelukkig weer! Tevens hebben we het geluk dat onze tweede betaalkaart werkt bij een pinautomaat om geld op te nemen.

We rijden vandaag bijna 370 km. Een deel daarvan omvat de South Rim Drive langs de Grand Canyon, de zuidelijke route langs de GC. Via de Desert View ingang komen we het park binnen. We stoppen op diverse plekken om de GC te bewonderen (o.a. Navajo Point, Moran Point, Grandview Point), en foto’s te nemen. De GC is erg bijzonder omdat het ongeveer de helft van geschiedenis van de aardkorst bevat. Het is een soort doorsnede van de wereldgeologie. De steenlagen nemen verschillende kleuren aan door lichtval/schaduw. Het is moeilijk met woorden te beschrijven. We komen aan in het GC bezoekerscentrum, waar we de film “A Journey Of Wonder” over de GC bekijken.

Daarna rijden we richting Tusayan, waar ons hotel zit. We eten bij een steakhouse. Lekker, maar wel wat pittig. Ons hotel zit verstopt. We zoeken ons rot. Na rondvragen vinden we het wel. Het hotel zelf is wel mooi. We besluiten om niet meer weg te gaan. Eigenlijk willen we de GC nog bij zonsondergang zien, maar zijn ook wel moe. Morgen weer een dag. We relaxen in de avond. Overigens is het in Tusayan een uur eerder dan in Monument Valley (dat is een Indianenreservaat in Arizona).

 
Terug naar boven Dag 23: Zaterdag 25 Juni 2011
Van: Tusayan, AZ, United States
Naar: Page, AZ, United States
25juni-16.jpg
25juni-65.jpg
Vandaag staat er een bijzondere excursie op de agenda, een helikoptervlucht boven de Grand Canyon. We staan om 7.00 uur op, pakken de spullen in en zorgen dat we om 8.45 uur op het vliegveld zijn. We vliegen met Papillion Tours. Na veiligheidsinstructies vertrekken we aan boord van een helikopter met een piloot en twee andere toeristen. We vliegen in totaal drie kwartier. Het wiebelige vliegen doet een te groot beroep doet op mijn evenwichtsorgaan. Ik wordt hierdoor misselijk, maar houdt alles binnen. Een van de andere toeristen zit relaxed achterover en gebaart dat wat frisse lucht helpt. Vijf minuten later zoekt hij naar een zakje en spuugt zijn hele maaginhoud uit. Ondanks deze tegenvaller, is de vlucht wel mooi. We kijken van boven in de canyon, die heel wijds is en mooie kleuren heeft. We vinden de vlucht wel wat kort.

Als we terugkomen op het vliegveld doen we het even rustig aan. Daarna gaan we met de auto naar Bright Angel Point, vanwaar je een mooi zicht op de GC hebt. We lopen een stukje en nemen foto’s. Om 12.00 stappen we in de auto richting de volgende bestemming: Page in Arizona. De rit naar Page is 250 km, ruim twee uur rijden. Het is qua landschap erg mooi! Allerlei gelaagdheden en rode/roze gesteenten. Qua kleur misschien nog wel mooier dan de GC! Wat verder opvalt, zijn wederom de grote campers van Amerikanen. Vandaag zagen we er eentje die een bus had als camper, met daarachter een SUV op sleeptouw voor de ritjes tussendoor…

We komen om 14.30 uur plaatselijke tijd aan in Page. Het is er enorm warm, 45 graden. We verbranden dan ook wel wat. We zijn te vroeg om in te checken. We besluiten de Glen Canyon stuwdam te bezoeken, met uitzicht op Lake Powell. Page is ontstaan toen deze dam gebouwd werd. Lake Powell is een groot recreatiegebied, o.a. voor watersporters. Het meer heeft witgrijze kliffen die mooi afsteken tegen rode zandstenen omgeving eromheen. Eerst gaan we naar het bezoekerscentrum van de dam. Daar zien we dat we nog net mee kunnen met een bezoek aan de dam zelf. Interessant bezoek, we worden rondgeleid over de dam en door de dam bij de turbines. Er zijn strenge beveiligingsmaatregelen. Tijdens de rondgang zien we twee hagedissen die aan het vechten zijn; de ene heeft de andere in zijn bek. Na ons bezoek aan de dam rijden we nog naar twee uitzichtspunten om de dam er goed op te zetten. Daarna gaan we naar de Walmart om boodschappen te doen.

Daarna vinden we het genoeg. We gaan naar het hotel en relaxen wat. Om 19.00 eten we nog wat bij een Italiaans restaurant. Op de bon is de fooi inbegrepen (gratuity included), van 20%. Jammer, want bij slechte service betaal je dus ook 20 %.
In Amerika leven serveersters van de fooien. Gangbaar is 15% bij goeie service (20 % bij heel goed), het wordt meestal wel aan de klant overgelaten. Niets of weinig geven kan je komen te staan op een preek van de serveerster.

 
Terug naar boven Dag 24: Zondag 26 Juni 2011
Van: Page, AZ, United States
Naar: Bryce Canyon NP, UT, United States
26juni-27.jpg
26juni-32.jpg
We slapen lekker uit en worden gewekt door een wake up call. We douchen, krijgen gratis ontbijt van het hotel in de ontbijtzaal beneden, pakken onze spullen en zorgen dat we rond 10.45 buiten staan om richting Antelope Canyon Tours te gaan. We hebben vandaag om 11.30 een fototour in de Antelope Canyon. De Antelope Canyon is een smalle kloof die uitgeslepen is in rood zandsteen, en die zeer geliefd is bij fotografen. De canyon heeft namelijk mooie lijnwerking (door slijping van het water dat een paar maanden per jaar er doorheen stroomt) en door de bovenkant van de kloof vallen gedurende de dag lichtstralen die de kloof mooi oplichten, en zorgen voor surrealistische kleuring van de wanden van de kloof.

We worden met een grote jeep naar Antelope Canyon gebracht. Onderweg krijgt de auto pech, en wordt aangeduwd door een collega. Eenmaal in de kloof worden de verwachtingen waargemaakt. Hele mooie plaatjes, in de kleuren geel-rood-roze-etc. Om deze foto’s te maken moet je wel een statief mee hebben (of vaste hand) en heel wat uitproberen met de instellingen van je fototoestel. Wij leven ons uit. Rond het middaguur is het geliefdste tijdstip om foto’s te nemen. Er zijn dan ook heel veel toeristen, in een hele smalle kloof. Dat is wachten, tegenhouden, wachten, geduld, … Gelukkig hebben wij twee uur. Het tweede gedeelte van de tour is het aanmerkelijk rustiger, en kunnen we nog goed foto’s maken. Daarna is het terug naar Page met de jeep.

Vanuit Page gaan we naar Bryce Canyon NP, dat zo’n 250 km verderop in Utah ligt. Op weg naar Bryce komen we veel auto’s met bootaanhangers tegen. Mensen die van/naar Page gaan of een van de andere meren in de buurt voor watersport. We komen langs de naweeën van een ongeluk en moeten even wachten. Een boot ligt op zijn kop in de greppel, de aanhanger is flink beschadigd en een auto wordt weggesleept. We kunnen wel lekker doorrijden. Op de meeste highways in Amerika geldt een maximumsnelheid van 65 mijl per uur (104 km/uur).

We komen naar tweeënhalf uur rijden aan in Bryce. Een mooie omgeving met typisch oranje/wit gekleurde rotskegels. Het temperatuurverschil is enorm met Page. Bij vertrek daar was het 108 graden Fahrenheit versus 83 in Bryce! We hebben hier te maken met een tijdsverschil van een uur. Het is weer een uur later. Nog nooit zo vaak van tijd gewisseld als deze week. Overigens, de Indianen bij Page bleken om toeristische redenen wel weer aan te sluiten bij Arizona tijd… verwarrend 

In Bryce aangekomen bij het hotel blijkt dat dit geen ijskast heeft, we kunnen onze blokken niet koelen voor de koelbox. Dat is al de derde dag op rij. Wat blijkt: Amerikanen hebben zo hun eigen manieren om drankjes te koelen of een koelbox koud te houden. Namelijk: ijsblokjes. In elk motel en hotel is een ijsblokjesautomaat te vinden waarmee je een koelbox e.d. kunt vullen. Dat doen we dan ook al drie dagen op rij. Blokjes in een zak en dat koelt redelijk goed. De boel wordt soms alleen wel nat.

We douchen eerst alle stof en troep van ons af. Om 20.00 uur gaan we eten, rundvleesstoofpot en kippenborst. Lekker. Nog even winkelen. Ze hebben een kerstwinkel en een hele grote souvenirwinkel. We spotten een kattenuitvoering van Monopoly. Na lang wikken en wegen (krijg ik het mee in de wieltas?) koop ik het. Daarna nog even reisverslag tikken, foto’s kijken (aantal foto’s van Antelope zijn redelijk gelukt) en om 23.30 slapen. Morgen bezoeken we Bryce Canyon NP.

 
Terug naar boven Dag 25: Maandag 27 Juni 2011
Van: Bryce Canyon NP, UT, United States
Naar: Zion NP, UT, United States
27juni-30.jpg
27juni-35.jpg
Vandaag gaan we op pad in Bryce. Om 8.00 gaat de wekker. Oef, het valt wat tegen. We staan om 8.30 op om te ontbijten, in te pakken en de auto in te laden. Om 11.00 rijden we weg bij het hotel. We gaan naar het park, dat redelijk dichtbij ligt. Bryce is niet erg groot, maar wel mooi. Kenmerkend zijn de rood-oranje-rood-wit-grijs gekleurde pilaren, “hoodoos” genaamd.

We moeten keuzes maken ten aanzien van wat we willen bekijken in het park. We kiezen ervoor om een wandeling te maken. We starten op Sunset Point en wandelen via Sunrise Point weer naar Sunset Point, een combinatie van de wandelingen Navajo Loop en Queen’s Garden Trail. Bij elkaar 2,8 mijl met stevige stijgingen en dalingen. Bij het beginpunt staat de beroemde rots Thors Hammer. De temperatuur vandaag is boven de 30 graden, net als gisteren. Het gaat redelijk. Het eerste stuk is stevig dalen, waarbij we wel snel in de schaduw terechtkomen. We wandelen tussen tientallen meters hoge stenen wanden. Vervelend zijn de kinderen die rennend (en vallend) naar beneden komen. Dat veroorzaakt nog eens ongelukken. Op de bodem van de kloof aangekomen wandelen we een lang stuk redelijk vlak tussen bomen door en in de schaduw. Erg mooi en rustig hier. We lopen richting de Queen’s Garden. De uitzichten daar zijn erg mooi, door de lichtval kleuren de hoodoos met hun verschillende stenenlagen erg mooi. Terwijl we daar beneden lopen komen we een aantal keer een blauwe vogel tegen, de Steller’s Jay. Het uniekste is toch wel dat toen we op een boomstam wat zitten te drinken, dat een chipmunk (een soort eekhoorn) en een Steller’s Jay elkaar proberen weg te jagen omdat ze denken wat te krijgen… Erg apart om te zien, maar ook wel slecht. Mensen voeren dieren veel te vaak in het wild.

In de Queen’s Garden maken we veel foto’s van de gekleurde pilaren. Daarna klimmen we omhoog, het laatste stukje is nog pittig steil en vol in de zon. Boven aangekomen lopen we een halve mijl terug van Sunrise naar Sunset Point. Uiteindelijk hebben we zo’n tweeënhalf uur gelopen.

Na onze wandeling rijden we nog door naar Farview Point en de Natural Bridge (die eigenlijk een Arch is). Hier nemen we nog wat foto’s, daarna besluiten we door te gaan naar onze volgende bestemming Zion NP. Zion is niet zover weg, we rijden er in twee uur naar toe. We komen Zion via de oostelijke ingang binnen. We nemen foto’s van Checkerboard Mesa, een berg van witte steen met ruitjespatroon. Daarna rijden we door naar het hotel. Op de weg daarnaartoe komen we de Grand Arch nog tegen, een mooie boog in de rotsen (maar geen echte Arch, want geen echte opening).We komen aan bij het hotel, dat ligt mooi centraal gelegen. We eten buiten op de patio hamburger en gehaktbrood. Daarna douchen, relaxen, en bedenken wat we morgen willen doen in Zion.

 
Terug naar boven Dag 26: Dinsdag 28 Juni 2011
Van: Zion NP, UT, United States
Naar: Las Vegas, NV, United States
28juni-08.jpg
28juni-47.jpg
We hebben besloten vandaag direct te vertrekken. We hebben niet zoveel kunnen ontdekken dat we zo kunnen bezoeken. De wandelroutes zijn moeilijk (veel hoogtemeters, en ze duren lang), we hebben weinig tijd, het park spreekt ons minder aan en we willen naar Vegas.

Om 11.00 uur rijden we weg naar Vegas, in de staat Nevada. Op weg naar Vegas gaan we langs het Valley Of Fire State Park. We willen dat graag bekijken. Onderweg waait het erg hard; harde woestijnwind. Deze beukt op de auto. Tijdens de rit naar het park loopt de temperatuur buiten volgens de thermometer in de auto op tot 113 graden Fahrenheit, ruim 50 graden Celsius. Het hoogste van onze vakantie tot nu toe. Voordat we het park binnengaan, willen we graag nog bij Lake Meade kijken, wat vlakbij ligt. Helaas is de verbindingsweg dicht.

In het park aangekomen stoppen we eerst om entree te betalen, dat gaat met geld in een envelopje in een brievenbus. Waterdicht systeem, want een hoop mensen rijden door. Gelukkig is er aan de andere kant van het park een bemande checkpost. We lopen vanaf de toegang een trail van 1/8e mijl naar de zgn. Elephant Rock, die op een olifant lijkt. Helaas blijkt dat je deze ook vanuit de auto op de weg had kunnen fotograferen. Het is nl. te warm om te wandelen merken we al gauw.

Na Elephant Rock eten we wat bij de Seven Sisters, zeven losstaande rode rotsen. We rijden naar de White Domes Road, deze leidt naar twee witte bergtoppen die in het rode landschap afsteken. Voordat we daar zijn, rijden we eerst een gravelzijweg naar Rainbow Vista en het Silica Dome/Fire Canyon uitkijkpunt.
Dit is een van de mooiste plekken in het park. Je hebt hier een schitterend zicht op een dal met rode en pastelkleurige versteende zandduinen. Vervolgens rijden we de White Domes Road uit. De omgeving is erg mooi, de kleuren verlopen van groen, geel, oranje, rood, bruin, roze naar wit en van alles door elkaar. Mooi uitzicht.

Na de White Domes Road rijden we de centrale weg door het park verder uit. We stoppen nog bij Atlatl Roch waar je veel petroglyphs (oude rotstekeningen, uitgekrast inde wand) kan zien. Een deel van die petroglyphs zit vrij hoog op de rotswand, er is een 12 meter hoge trap geplaatst zodat je daar naar toe kan klimmen. De petroglyphs worden door middel van een glazen wand tegen vandalisme beschermd. Een van de tekeningen stelt een atlatl voor, dat is een primitief wapen dat wordt beschouwd als de voorloper van de pijl en boog. We zien ook nog een arch. Als laatste bezoeken we de Beehives, diverse roodgekleurde zandsteenformaties waarvan de vorm veel op bijenkorven lijkt.

Na het park is het ongeveer nog een uur rijden naar Vegas. Nu we in Nevada zijn, is gaan we een uur terug in de tijd. We vinden het hotel makkelijk, laden uit en doen het even rustig aan. Het is warm. We kijken Amerikaanse tv, veel keuze uit allerlei zenders met goede series. Na het tv kijken eten we wat in de hotelbar en vertrekken om 19.00 naar het centrum van Las Vegas. We nemen na een stukje lopen de monorail die naar het centrum loopt. Deze is een kopie van die uit Seattle.

We stappen bij de MGM Grand uit. Het hotel kenmerkt zich door een grote gouden leeuw voor de ingang. Vanaf The Grand willen we de Strip aflopen, waar alle bekende hotelcasino’s aanliggen. Een aantal willen we van dichtbij bekijken:
• het Luxor, een pyramide vormig hotel met als thema Egypte
• MGM Grand
• New York New York, bestaande uit de NY skyline met als thema (hoe kan het ook anders) New York
• Bellagio, met als voorkant fonteinen die op muziek spuiten
• Caesar’s Palace, met als thema het Romeinse Rijk
• Treasure Island, met als thema piraten

We lopen een flink eind af, en gaan bij sommige hotels naar binnen om te kijken hoe het eruit ziet. De details zijn overal anders en zijn zeer goed uitgewerkt. De kern, het casino, is vaak hetzelfde. Elk hotel heeft een eigen zaal waar optredens van musicals, bands, etc. plaatsvinden. Tussen veel hotels rijdt ook een kleine tram die ze met elkaar verbindt. Handig als je veel loopt (dus wij nemen er ook wel eentje).

We lopen tussendoor de M&M’s winkel binnen. Vier etages met M&M’s goodies, waaronder kerstspullen en mokken. We kopen ijsjes en drinken. We moeten veel drinken vanavond omdat het tot laat nog boven de dertig graden is. We eindigen onze avond met de gratis buitenvoorstelling bij het Treasure Island hotel, waar een verhaal over sirenen en piraten wordt opgevoerd van ongeveer twintig minuten. We kijken toe vanaf het terras van een café (cola’s kosten vijf dollar per stuk). De voorstelling is om 23.50 afgelopen. We lopen een stuk door naar een halte van de monorail, nemen de monorail terug en zijn uiteindelijk na enen in het hotel. Om 1.20 in bed… latertje vandaag.

 
Terug naar boven Dag 27: Woensdag 29 Juni 2011
Van: Las Vegas, NV, United States
Naar: Furnace Creek, CA, United States
29juni-07.jpg
29juni-11.jpg
We slapen uit tot 8.30, eten ontbijt in het hotel (niet alles even lekker, eieren lauw). Om 11.00 uur rijden we weg uit Vegas. We gaan op weg naar Death Valley NP. Het is minder erg dan het klinkt… maar wel warm. Alhoewel, minder warm als gisteren. We hebben ons goed ingesmeerd (allebei wel wat verbrand afgelopen week), maar besluiten zoveel mogelijk in de auto te blijven.

Het is ongeveer twee uur rijden naar de parkingang. Onderweg tanken we, zien een aantal dorpjes die de naam dorp niet mogen hebben en rijden langs Nelson luchtmachtbasis. Het leger heeft in Nevada grote delen van de woestenij in haar bezit voor het testen van wapens en technologie. Het bekendste is Area 51.
Na onderweg wat brood te hebben gegeten, komen we bij de oostelijke ingang van Death Valley aan. Het is een groot park. Death Valley is de heetste, droogste en laagste plek van heel Noord-Amerika. Ondanks dit afschrikwekkende imago, is dit Nationale Park erg populair bij natuurliefhebbers. De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden het zeeniveau, en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw zijn bedekt. De unieke flora en fauna hebben zich aangepast aan de extreme omstandigheden. Je vindt hier prachtige zandduinen, uitzonderlijk mooie rotsformaties, schitterende woestijnlandschappen, kraters en ook plekken met culturele achtergronden. De hoogste temperatuur die ooit in het park werd gemeten – in juli 1913 - was 56,7 graden Celcius. Nu zijn we ook aangekomen in Californië.

Vanaf de oostelijke ingang zijn drie mooie attracties uit het park te bereiken, die we bezoeken.
Via een 13 mijl lange verharde weg bereiken we Dante's View. Tijdens het laatste stuk gaat de weg via een aantal haarspeldbochten steil omhoog, (15 procent). De weg komt uit bij een van de meest spectaculaire uitkijkpunten van heel Death Valley, je kan vanaf hier zowel het hoogste punt in Death Valley zien (Telescope Peak, 3.368 meter), als ook het laagste punt (Badwater, 86 meter onder het zeeniveau). Je bevindt je hier 1700 meter boven Badwater, dat hemelsbreed gezien op slechts 2 mijl afstand ligt. Het is hier gemiddeld 20 graden minder warm dan in de vallei. Het waait verschrikkelijk hard. Na het uitzicht dalen we weer af.

We rijden verder tot 20 Mule Team Canyon. Deze weg loopt door een gebied met kleurrijke rotsen, badlands en desolate heuvels, die zijn gevormd tijdens het droogvallen van een oud meer. Tussen 1882 en 1890 reden hier 20 teams met door muilezels voortgetrokken karren die borax vanuit de mijnen vervoerden. Op de 20 Mule Team Canyon Road is sprake van eenrichtingverkeer. De weg is goed begaanbaar voor personenauto’s, soms wel wat hobbels.

Na de canyon rijden we verder, en komen we bij het uitkijkpunt Zabriskie Point. Je hebt hier een adembenemend mooi uitzicht op een bijna onaards woestijnlandschap, de badlands genaamd. Verrassend genoeg is dit landschap vooral gevormd door water! Het regent niet vaak in Death Valley, maar de weinige buien die er zijn, zijn vaak bijzonder heftig. Het water kan niet wegzakken in de bodem, en daardoor moet er in korte tijd heel veel water worden afgevoerd, waardoor diepe geulen ontstaan in het zachte gesteente. De badlands zijn dus het resultaat van extreme watererosie.

Na dit uitzicht komen we langs het bezoekerscentrum en bereiken ons hotel, de Furnace Creek Ranch. We besluiten eerst in te checken, en dan verder te kijken wat we nog willen doen. We hebben een mooie kamer, en rusten wat uit. Het waait buiten zo hard, net alsof je aan het föhnen bent… Om half zes gaan we wat eten (pasta) en gaan daarna terug naar onze kamer. We besluiten alvast spullen uit te zoeken en in te pakken (souvenirs en alle bewaarde boekjes, folders, etc.). De avond is zo om. Het reisverslag nog bijwerken, en dan slapen.

 
Terug naar boven Dag 28: Donderdag 30 Juni 2011
Van: Furnace Creek, CA, United States
Naar: Mammoth Lakes, CA, United States
30juni-28.jpg
30juni-38.jpg
Vandaag staan we lekker laat op. Ik heb niet zo goed geslapen. We eten brood op de kamer, pakken de spullen in en vertrekken om 11.00 uur. We gaan nog wat rondkijken in Death Valley NP alvorens we vertrekken naar Yosemite (althans, er vlakbij, zaterdag komen we daar echt aan). We rijden vanuit Furnace Creek naar het zuiden om een drietal bezienswaardigheden te bezoeken.

Na ongeveer zeven mijl bereiken we via een onverharde zijweg de Devil's Golf Course. Dit is een uitgestrekte vlakte vol met zoutkristallen. De oppervlakte is scherp en erg ongelijk, vol met holtes en zoutpilaren die soms wel 30 centimeter hoog zijn.

Daarna rijden we verder over de Badwater Road tot 18 mijl ten zuiden van het bezoekerscentrum. Naast de weg strekt zich een enorme zoutvlakte uit, het Badwater Basin, die we daar het handigste kunnen bereiken. Er zijn daar een aantal vlonders aangelegd zodat je eenvoudig een klein stukje het gebied in kan lopen. Op een bordje staat aangegeven dat het Badwater Basin zich op 85,5 meter beneden zeeniveau bevindt; het exacte laagste punt ligt echter niet op deze plek, maar enkele kilometers verder op de vlakte. Het is het laagste punt op het westelijk halfrond. Het gebied droogt nooit helemaal op, er leeft hier zelfs een unieke vissoort, de Death Valley pupfish. Bij de vlonders staat vaak een ondiepe plas water, waarin je deze visjes kan zien. De streek dankt zijn naam Badwater overigens aan het feit dat iemand ooit zijn ezel van het zoute water wilde laten drinken, deze weigerde, en de eigenaar dacht dat het water vergiftigd was.

Na Badwater Basin keren we om, terug richting het bezoekerscentrum. Tien mijl ten zuiden van het Visitor Center begint de 9 mijl lange eenrichtingweg Artist’s Drive. De weg is smal, zit vol soms erg scherpe bochten, en heeft veel hoogteverschillen. We kunnen dan ook niet sneller rijden dan ongeveer 15 mijl per uur. Je ziet rotsen in allerlei kleuren (roze, groen, paars, bruin, zwart), bewijsstukken van de meest heftige vulkanische activiteiten die in Death Valley hebben plaatsgehad. Er zijn onderweg veel plaatsen waar je kunt stoppen om foto's te maken en korte wandelingen te maken. Tijdens het laatste gedeelte van de rit gaat de weg vooral omhoog, en worden we beloond met een prachtig uitzicht over de zoutvlakte in het westen.

Hierna gaan we richting onze overnachtingsplaats Mammoth Lakes, onderweg naar Yosemite NP. We moeten nog een flink eind door Death Valley voordat we het park uit zijn. We komen langs de Death Valley Sanddunes. Het gebied waarin deze duinen liggen heet Mesquite Flat, en het wordt aan alle kanten door bergen omsloten. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains.

Vanuit het park stijgen we van gelijk aan zeeniveau (NAP) tot 5000 voet (1500 meter) boven zeeniveau. Een behoorlijke klim. Langs de weg staan borden om de airco uit te zetten om zo de motor te ontlasten. We zien onderweg een tweetal opgedroogde meren. Het is maar weer een bewijs van de grote hitte in dit gebied. We moeten vandaag in totaal ruim 350 km rijden tot Mammoth Lakes. Na ruim twee uur rijden, doemt links van ons de Sierra Nevada op met haar besneeuwde toppen (tot boven 4.000 meter hoogte). Mooi uitzicht. Uiteindelijk komen we om half zes aan in Mammoth Lakes. Het is een wintersportdorp op de hellingen van de Sierra Nevada. De omgeving is erg mooi, nog veel sneeuw. Het is 83 graden, een stuk aangenamer dan waar we vandaan kwamen.

We installeren ons eerst in onze hotelkamer in de Alpenhof Lodge. We eten in een Oostenrijks uitziend restaurant, hoe toepasselijk, Wiener schnitzel. Na het eten rijden we de bergen achter Mammoth Lakes in om nog een kijkje te nemen. De temperatuur daalt snel tot 58 graden F. We nemen wat foto’s van de Twin Lakes en Twin Falls. Het is erg mooi. Hierna is het tijd om terug naar het hotel te gaan. We gaan vroeg slapen om morgen tijdig naar Yosemite te kunnen gaan.

 
Terug naar boven Dag 29: Vrijdag 1 Juli 2011
Van: Mammoth Lakes, CA, United States
Naar: Mariposa, CA, United States
31-01juli-10.jpg
31-01juli-23.jpg
We gaan vroeg op (voor ons doen, deze vakantie): 8.00 uur. We ontbijten simpel met wat het hotel aanbiedt. Om 10.00 uur rijden we weg, en doen we boodschappen. Om 11.00 uur rijden we de Tioga pas op (9945 voet hoog). Het is druk op de weg naar Yosemite, het is dan ook een van de drukste parken van de VS, en het is dit weekend 4 juli, Independence Day, dus wellicht hebben veel Amerikanen een lang weekend.

Op de top van de pas ligt tevens de oost-ingang van het park. We mogen snel passeren omdat we een jaarkaart voor alle parken in de VS hebben. We komen bij Lee Vining Creek, een meer waar nog veel ijs op drijft. Dat levert erg mooie plaatjes, zeker met de spiegeling van de bergen in het water. We nemen een aantal mooie foto’s. We rijden daarna verder. Het is ongeveer 50 mijl langzaam dalen naar de westkant van het park. We zien onderweg heel veel sneeuw. Het is ook hier tot laat in juni dicht geweest, en er ligt nog veel sneeuw op de hellingen.

Onderweg stoppen we bij het Olmsted Point, om een stukje te lopen naar een uitzichtspunt. Al met al zo'n 300 meter, maar door de sneeuw die er ligt een glibberige opgave. Eenmaal daar loont het uitzicht. Dit deel van de Sierra Nevada bestaat uit afgeronde (=afgesleten) toppen. Erg mooi uitzicht. Op dit uitzichtspunt zetten we diverse salamanders (of hagedissen) en een marmot uitgebreid op de foto. De marmot is gewend aan mensen, en bezig met voedsel zoeken. Erg leuk om van dichtbij te zien. We zien nog een coyote langsrennen. Bijzonder om te zien. Yosemite heeft een hoop wildlife.

Na Olmsted Point rijden we verder. We gaan zuidwaarts door het park. Onderweg spotten we mooie mule deer (hert). We zetten ze uitgebreid op de foto terwijl ze aan het grazen zijn. Tevens zien we mooie bloemen. Yosemite weet echt te boeien. Het is een mooi landschap van bergen, sneeuw, mooie bloemen, heel veel bos en veel beken en rivieren. We rijden een paar keer met de auto door water wat over de weg loopt. De sneeuw smelt nog steeds. We maken een stop bij Yosemite Creek om even een broodje te eten. Rondom ons heen staan diverse Amerikanen met een hele huisraad: barbecue, grote koelboxen, kleden, bestek, etc.

We besluiten na het eten richting de Yosemite Valley te gaan, middenin het park, waar ook het bezoekerscentrum ligt. Het uitzicht op de Yosemite Falls en de Bridalveil Fall is erg mooi. We besluiten echter niet te stoppen. Het is veel te druk op de stopplekken. Richting Yosemite Village (het einde van de vallei) is het nog erger qua drukte. We stappen uit, kijken even rond, en gaan weer. We lusten wel wat en om half zes gaan we eten in een restaurant in El Portal (kip en pasta, en een saladebar!). Daarna gaan we naar het hotel in Maraposa. Morgen pakken we het laatste gedeelte van het park mee.

 
Terug naar boven Dag 30: Zaterdag 2 Juli 2011
Van: Mariposa, CA, United States
Naar: San Francisco, CA, United States
31-02juli-15.jpg
31-02juli-22.jpg
Om 7.30 zou de wekker moeten gaan. Dat hebben we helaas vergeten. Dus worden we om 8.00 wakker. Nou ja, het is vakantie. Om 8.45 gaan we eten in de hotellobby. Gratis ontbijt, vrij basic, maar verder prima.

Wij pakken onze spullen en besluiten om via de zuidelijke ingang van Yosemite het park binnen te rijden, aangezien daar sequoia’s zijn te vinden, enorm grote bomen. De oudste is meer dan 1.800 jaar oud. Het gedeelte van het park waar ze zijn te vinden heet Mariposa Grove. We rijden in ongeveer drie kwartier naar het park. Dan wacht een vervelende verrassing: het is erg druk. We staan anderhalve mijl voor de ingang in de file, en het schiet niet op. Uiteindelijk komt er na een halfuur beweging in. Blijkt dat de parkrangers iedereen laten doorrijden zonder betalen (later blijkt dat je bij de uitgang moet betalen…). Helaas mogen we niet met eigen vervoer naar Mariposa Grove. Alles is vol. We rijden door het park in, en pakken de shuttlebus. Duurt allemaal even, maar we komen er wel. Om 12.45 zijn we bij de bomen. De volgende twee uur kijken we rond. We zetten o.a de Grizzly Giant en de California Tree (waar je in/onder kunt staan) op de foto. Daarnaast zien we veel eekhoorns. Leuk om te zien. Na bijna twee uur gaan we terug naar bus. Om 15.00 zijn we weer bij de auto.

Met de auto rijden we verder het park door (met kans op file, maar dat valt gelukkig mee). We willen graag doorrijden tot bijna bij Yosemite Valley om zo een deel van de vallei op de foto te zetten. Op het Tunnel View is het erg druk. Na even wachten kunnen we een mooie foto maken, met daarop de Bridalveil Fall en de beroemde bergtoppen El Capitan en de Halfdome.

Na deze fotosessie gaan we het park uit. Niet via de uitgang bij El Portal, maar meer noordelijk. Gisteren stonden we nl. bij El Portal in de file het park uit. Er zijn rotsen op de weg terechtgekomen (lawine) en we moesten via noodbruggen omrijden (eenrichtingsverkeer). We gaan met de auto richting het laatste station op onze reis: San Francisco. Het is bijna drie uur rijden. Onderweg stoppen we in Oakdale om te eten (kip en salade). Daarna verder. De weg is niet overal even best. Zonder file rijden we rond kwart over acht over de Bay Bridge (tolbrug) SF binnen. We verblijven in hotel Whitcomb. Auto parkeren via valet parking. Spullen uitladen en naar de kamer. Morgen laatste volle dag in de VS!

 
Terug naar boven Dag 31: Zondag 3 Juli 2011
Van: San Francisco, CA, United States
Naar: San Francisco, CA, United States
31-03juli-06.jpg
31-03juli-15.jpg
We staan op om 8.30, en ontbijten in het hotel. Het plan is om met een Cable Car (een aan een touw voorgetrokken tram) naar de haven van San Francisco te gaan, om daar onze fietsen op te pikken voor onze fietstocht vandaag.

We lopen een stuk vanaf het hotel naar het vertrekpunt van de Cable Car naar Fisherman’s Wharf. Daar aangekomen staat er een wachtrij van twee uur. Bah, wat een drukte. Dan maar geen Cable Car. Op alle tussenstops wordt ook niemand aan boord gelaten. Dat schiet niet op. We nemen de F Streetcar (een jaren zestig tram, best leuk om te zien) naar de haven. Het duurt wel even voor we er zijn, de tram stopt op elke straathoek. Om 12.30 komen we aan bij de fietsenverhuur. We krijgen goede fietsen, alleen is het idee van een damesfiets hier iets anders dan in NL – de stangen zitten bijna net zo hoog als een herenfiets. Na wat puzzelen gaan we rijden. We rijden langs de baai, over de Golden Gate Bridge naar Sausolito, en nemen dan de veerpont terug naar de haven.

Het is overal erg druk. Het is mooi weer, en veel Amerikanen hebben een lang weekend. Daarnaast veel toeristen op pad. We worstelen ons er doorheen. Af en toe stoppen we om een foto te maken van de baai. De kleuren zijn wat flets. We moeten een paar keer flink klimmen voordat we aan het begin van de Golden Gate Bridge staan. Daar aangekomen blijkt dat de fiets/voetgangersstrook aan een kant dicht is. Iedereen moet over de oostpassage van de brug. Dan komt de ware toerist boven: als kippen zonder kop loopt iedereen over de brug. Op de fiets bijna geen doorkomen aan. Dus uiteindelijk lopen we zeker de helft van de brug. Dus tot zover de Bike The Bay Tour…

Op een gegeven moment kunnen we weer opstappen. We rijden naar Sausolito om daar de veerpont terug te nemen. Die blijkt niet zo frequent te gaan, en ook daar weer enorme drukte. Op de pont worden een beperkt aantal fietsers meegenomen (t.o.v. de voetgangers). Er staat een enorme rij te wachten. Wij sluiten als domme toeristen halverwege aan in de rij. Al met al bijna een uur gewacht in de volle zon. Dan mogen we op de pont. Aan boord praten we gezellig met een Amerikaanse oma die ook weleens in Amsterdam is geweest over het wel en wee van fietsers in de VS en NL. De overtocht met de pont is zo om. We brengen zo spoedig mogelijk onze fietsen terug. Fietsen is vandaag niet onze favoriete bezigheid. Daarna gaan we naar Pier 39 om de plaatselijke zeeleeuwen te bewonderen (het zijn er niet zoveel, veel zijn aan het jongen in het zuiden) en te winkelen. Hierna gaan we eten bij IHop. Simpel, mediterrane kip met salade. Blijkt later dat we 1+1 gratis eten. Da’s mooi meegenomen.
We willen nu een Cable Car terugnemen naar het hotel. Wederom om 19.30 in de avond enorm druk. We gaan maar lopen, eerst naar Lombard Street (meest bochtige straatje van de VS); daarna naar het hotel. Al met al nog een hele trip, maar wel leuk om zo SF te zien. Het ligt op zeven heuvels, daarvan hebben wij er minimaal twee omhoog en omlaag gelopen.

Bij het hotel aangekomen gaan we alvast voorbereidingen treffen om terug te gaan naar huis. Spullen uitzoeken, etc.

 
Terug naar boven Dag 32: Maandag 4 Juli 2011
Van: San Francisco, CA, United States
Naar: San Franciso, CA, United States
31-4juli-03.jpg
Vandaag om 14.00 vliegen we terug naar NL. Toch ook wel weer lekker.

 
Reeds maal gereageerd.

Aantal keren bezocht: 7444

©2001-2024 AllesAmerika.com | Aan deze website kunnen geen rechten worden ontleend. Deze website is auteursrechtelijk beschermd en mag zonder onze schriftelijke toestemming niet worden vermenigvuldigd of gekopiëerd, noch aan derden worden doorgegeven of toegankelijk gemaakt. Wederrechtelijk gebruik is strafbaar en verplicht tot schadevergoeding. | Privacy policy | Webhosting: Site Build It! | Design: ColoMedia | Adverteren op AllesAmerika.com?