Live reisverslag Linda H (Linda_op_reis): van Salt lake city, UT naar Salt lake city, UT
Startdatum: | 2018-04-06 | Startpunt: | Salt lake city, Utah |
Einddatum: | 2018-04-28 | Eindpunt: | Salt lake city, Utah |
Aantal volwassenen: | 2 | Vervoermiddel heen & terug: | Vliegtuig (KLM) |
Aantal kinderen: | 0 | Vervoermiddel ter plaatse: | Auto () |
Informatie, inleiding en conclusie:
Elf maanden na onze laatste road trip is het alweer tijd om terug te gaan. Dit keer een bijzondere gelegenheid, want de eerste week reizen mijn ouders mee. We laten ze de “Best of South Utah” zien - voor zover je in dit goddelijke landschap een keuze kunt maken - en mijn vader krijgt van ons twee dagen canyoneering als verjaardagscadeau. Helaas... mijn moeder maken we daar niet blij mee. Maar met haar ga ik terug naar het Family History Library om onze familiehistorie verder bij te scherpen.
De beschrijving van deze week blijft kort, omdat de meeste plaatsen waar we komen bekende kost zijn voor ervaren Amerikagangers.
Na een week zetten we mijn ouders af bij het SLC vliegveld en dan hebben we twee weken ter vrije besteding. Waarschijnlijk gaan we een rondje “Great Basin” (spreek uit “beezin”) doen, door Utah, Noord Nevada, Noord Californie, Zuid Oregon en zuid Idaho. We eindigen hoe dan ook in Yellowstone en Grand Teton, want daar ben ik nog nooit geweest. Helaas zijn daar in april nog maar enkele wegen open.
De beschrijving van deze week blijft kort, omdat de meeste plaatsen waar we komen bekende kost zijn voor ervaren Amerikagangers.
Na een week zetten we mijn ouders af bij het SLC vliegveld en dan hebben we twee weken ter vrije besteding. Waarschijnlijk gaan we een rondje “Great Basin” (spreek uit “beezin”) doen, door Utah, Noord Nevada, Noord Californie, Zuid Oregon en zuid Idaho. We eindigen hoe dan ook in Yellowstone en Grand Teton, want daar ben ik nog nooit geweest. Helaas zijn daar in april nog maar enkele wegen open.
Route van dag tot dag:
Dag 1: | Salt Lake City, UT naar Holladay, UT |
Dag 2: | Holladay, UT naar Holladay, UT |
Dag 3: | Holladay, UT naar Tropic, UT |
Dag 4: | Tropic, UT naar Escalante, UT |
Dag 5: | Escalante, UT naar Escalante, UT |
Dag 6: | Escalante, UT naar Escalante, UT |
Dag 7: | Escalante, UT naar Notom, UT |
Dag 8: | Notom, UT naar Notom, UT |
Dag 9: | Notom, UT naar Price, UT |
Dag 10: | Price, UT naar Baker, NV |
Dag 11: | Baker, NV naar Austin, NV |
Dag 12: | Austin, NV naar Fernley, NV |
Dag 13: | Fernley, NV naar Chester, CA |
Dag 14: | Chester, CA naar Klamath Falls, OR |
Dag 15: | Klamath Falls, OR naar Sunriver, OR |
Dag 16: | Sunriver, OR naar Dayville, OR |
Dag 17: | Dayville, OR naar Gooding, ID |
Dag 18: | Gooding, ID naar West Yellowstone, MT |
Dag 19: | West Yellowstone, MT naar West Yellowstone, MT |
Dag 20: | West Yellowstone, MT naar Jackson, WY |
Dag 21: | Jackson, WY naar Ogden, UT |
Dag 22: | Ogden, UT naar Salt Lake City, UT |
Dag 23: | Salt Lake City, UT |
Terug naar boven
Dag 1: Vrijdag 6 April 2018
Van: Salt Lake City, UT, United StatesVia: Salt Lake City International Airport
Naar: Holladay, UT, United States
Lekker die directe vlucht vanaf Schiphol. Rustige vlucht, lekker op tijd geland. Helaas hele trage afhandeling bij de douane. Slechte organisatie: er zijn 6 loketten, maar er is er maar eentje open voor buitenlanders. Lunchpauze heeft voorrang boven binnenkomende vluchten.
Douanemeneer is wel reuze vriendelijk. “En nu de duim” zegt hij als ik mijn vingers op de scanner leg. Blijkt dus Nederlands te spreken.
Weerzien in Engen Hus B&B is echt thuiskomen. Doug & Karen zijn zo vreselijk lief en zorgzaam. Mijn ouders - best nerveus zo & onzeker over hun Engels - zijn gelijk op hun gemak.
‘S Avonds wat gegeten bij Laila’s, een restaurant met middenoosterse keuken. De serveerster heeft een tattoeage met “opa-hartje-oma” tegen een achtergrond van windmolens. Kortom: Nederlandse grootouders.
Het is weer als vanouds: Amerikanen zijn helemaal niet zo wereldvreemd, iedereen weet waar Nederland ligt.
Douanemeneer is wel reuze vriendelijk. “En nu de duim” zegt hij als ik mijn vingers op de scanner leg. Blijkt dus Nederlands te spreken.
Weerzien in Engen Hus B&B is echt thuiskomen. Doug & Karen zijn zo vreselijk lief en zorgzaam. Mijn ouders - best nerveus zo & onzeker over hun Engels - zijn gelijk op hun gemak.
‘S Avonds wat gegeten bij Laila’s, een restaurant met middenoosterse keuken. De serveerster heeft een tattoeage met “opa-hartje-oma” tegen een achtergrond van windmolens. Kortom: Nederlandse grootouders.
Het is weer als vanouds: Amerikanen zijn helemaal niet zo wereldvreemd, iedereen weet waar Nederland ligt.
Terug naar boven
Dag 2: Zaterdag 7 April 2018
Van: Holladay, UT, United StatesVia: Temple Square
Naar: Holladay, UT, United States
Vanmorgen iedereen om 3 am wakker, behalve ik. Om 8.30 uur heerlijk ontbeten in Engen Hus. Volle bak: er is nog een stel uit de buurt dat hier hun zesjarig huwelijksfeest viert (weg van de kinderen) en een Frans stel dat in New York woont dat helemaal gek is van skieen.
Wij gaan naar Family History Library (dat groter is dan het Family History Center). Eerst een tochtje over het Temple Square. Ik blijf me verbazen over de subtiele manier waarop hier het Mormoonse geloof wordt gepresenteerd. Positief is het zeker, of het nu gaat om de prachtige schilderijen in Visitor Center Noord of de charmante hostesses van over de hele wereld.
De kersenbomen staan prachtig in bloei en kleuren mooi bij de roze jurken van bruidsmeisjes, want hier wordt druk getrouwd.
Om 12 uur wonen we een orgelrecital bij in het Tabernakel. Een kleine mevrouw gooide al haar benen en armen in de strijd en overwon glansrijk. Prachtig geluid en eigenlijk de enige manier om de akoestiek in dit gebouw te ervaren.
In de Family History Library valt het nog tegen om een goede vrijwilliger te vinden, na twee keer vragen komt Fritz uit Duitsland ons helpen. Aangezien al mijn voorouders uit de grensstreek komen, is dat prima. Ik had wat specifieke vragen opgeschreven, waaronder een 18-eeuws doopregister uit de gemeente Uelsen in Duitsland. Blijkt in nieuwstaat naast me in de boekenkast te staan! Ik zou echt weken in deze bieb kunnen doorbrengen, en mams ook. Gelukkig zag ik dat ze nu ook online cursussen aanbieden. We blijven er hangen tot de bieb sluit.
Tot slot nog even shoppen bij Nordstrom - “net de Bijenkorf” - waar allebei mijn ouders prima slagen en dan weer naar huis. We wilden eten bij Taqueria 27, waar het vorig jaar heerlijk eten was, maar het is loeidruk. Doorgelopen naar de Copper Kitchen drie deuren verderop, waar we ook moeten wachten, maar snel aan de beurt zijn. Hier drinkt pap zijn lekkerste tapbiertje van de hele week. Het eten is ook uitstekend.
Wij gaan naar Family History Library (dat groter is dan het Family History Center). Eerst een tochtje over het Temple Square. Ik blijf me verbazen over de subtiele manier waarop hier het Mormoonse geloof wordt gepresenteerd. Positief is het zeker, of het nu gaat om de prachtige schilderijen in Visitor Center Noord of de charmante hostesses van over de hele wereld.
De kersenbomen staan prachtig in bloei en kleuren mooi bij de roze jurken van bruidsmeisjes, want hier wordt druk getrouwd.
Om 12 uur wonen we een orgelrecital bij in het Tabernakel. Een kleine mevrouw gooide al haar benen en armen in de strijd en overwon glansrijk. Prachtig geluid en eigenlijk de enige manier om de akoestiek in dit gebouw te ervaren.
In de Family History Library valt het nog tegen om een goede vrijwilliger te vinden, na twee keer vragen komt Fritz uit Duitsland ons helpen. Aangezien al mijn voorouders uit de grensstreek komen, is dat prima. Ik had wat specifieke vragen opgeschreven, waaronder een 18-eeuws doopregister uit de gemeente Uelsen in Duitsland. Blijkt in nieuwstaat naast me in de boekenkast te staan! Ik zou echt weken in deze bieb kunnen doorbrengen, en mams ook. Gelukkig zag ik dat ze nu ook online cursussen aanbieden. We blijven er hangen tot de bieb sluit.
Tot slot nog even shoppen bij Nordstrom - “net de Bijenkorf” - waar allebei mijn ouders prima slagen en dan weer naar huis. We wilden eten bij Taqueria 27, waar het vorig jaar heerlijk eten was, maar het is loeidruk. Doorgelopen naar de Copper Kitchen drie deuren verderop, waar we ook moeten wachten, maar snel aan de beurt zijn. Hier drinkt pap zijn lekkerste tapbiertje van de hele week. Het eten is ook uitstekend.
Terug naar boven
Dag 3: Zondag 8 April 2018
Van: Holladay, UT, United StatesVia: Salinas, Panguitch, Red Canyon, Bryce Canyon National Park
Naar: Tropic, UT, United States
Na weer zo’n lekker ontbijt en bijpraten met de Fransen (die gisteren met vuilniszakken om skieden in de stromende regen), beginnen we aan een lange dag rijden. Hoewel we een hekel aan snelwegen hebben, weet de bijna lege IS15 zuidwaarts ons wel te charmeren. Maar ja, die hoge bergen zo pal naast de weg blijven ons lonken, dus iets voorbij Provo gaan we bij Payson de snelweg af op zoek naar Forest Road 15. Die vinden we en slingert heerlijk de bergen in, tot we ineens voor een slagboom staan met de mededeling dat de weg boven dichtgesneeuwd is. Ehhh. Had handig geweest om dat gewoon aan het begin van de weg te zetten?
Dan maar weer terug en de I15 vervolgd. Bij Salinas koffie gedronken in - hoe kan het ook anders - Mom’s Kitchen. Mom blij en wij ook, want charmant tentje met erg rijke historie. Als lunchstop hebben we Panguitch uitgekozen, leek me wel leuk: rijke historie en een hoop tentjes, waarvan sommigen zelfs op zondag open zijn. Maar Panguitch viel ons tegen. Het huisje waar Butch Cassidy opgroeide is een leuke stop, maar het plaatsje zelf mist de charme die we van oudere dorpjes gewend zijn. Lunchen doen we bij Subway’s, waar mams helemaal idolaat van blijkt te zijn. Op zo’n trip leer je toch allemaal nieuwe dingen over je ouders.
We racen snel door en komen eindelijk bij Red Canyon aan. Hiervoor had ik in de planning niets voorbereid, omdat ik verwachtte dat het park nog dichtgesneeuwd zou zijn. Niets van dat alles: stralende zon, zeker 15 graden en geen spoor van sneeuw. Humpf. Afgezien van een korte (plas-)stop bij het Visitor’s Center moeten we er nu haastig doorheen, helemaal niet onze stijl.
Eindelijk komen we dan bij Bryce Canyon aan. Hier heb ik honderden foto’s gemaakt toen ik er 7 jaar geleden voor het eerst was. Mijn ouders waren er zo’n 10 jaar geleden en vergaapten zich ook aan alle kleuren & vormen.
En nu... stonden we een beetje te kleumen door de koude wind op alle pull-outs en kon het ons nauwelijks bekoren. Sneeuw was er helemaal niet meer, en het park leent zich er blijkbaar slecht voor om meerdere keren te bezoeken. Heel gek.
Slapen in Tropic bleek een goed idee. Charmant gehuchtje en de Log Cabins zijn superdeluxe, nog groter dan op de foto met een gigantisch bed. We steken de weg over voor een hapje eten en vinden het familierestaurantje sympathiek, goedkoop en zeker niet slecht.
‘S Avonds hebben we een privetour geboekt bij Dark Ranger Telescope Tours. Dark Ranger blijkt Kevin te zijn, die overdag werkt als Park Ranger. Leuke naam dus voor zijn bedrijf. Hij heeft net buiten het park een paar indrukwekkende telescopen neergezet. Kevin is een supernerd. Hij stelt zich niet eens voor maar begint gelijk te ratelen, alsof hij het complete heelal in 1 avondje wil behandelen. Mensenlief, wat weet die man verschrikkelijk veel. Mijn vader en ik stellen hem de ene vraag na de andere, van de kans op microbieel leven op Europa tot kwantummechnische processen in de kern van een zwart gat tot de historie van astronomie per continent, hij hoeft geen seconde te denken over het antwoord, die man weet gewoon alles. Alleen zijn uitleg hoe het kan dat licht afbuigt door zwaartekracht terwijl het zelf geen massa heeft, snap ik niet.
Ik zou uren naar Kevin kunnen luisteren, alleen.... sterrenkijken in de high desert is verschrikkelijk koud. Niet gewoon koud. Niet klappertandend koud. Maar zo koud dat het DNA in je cellen bevriest. Het maakt niet uit dat het overdag een lekkere 19 graden was met een strakke zon. We staan nu in een soort Arctische wind en de vrieskou dringt door alle kledinglagen heen, door je haren, door je huid, door je bloedvaten, echt door alles.
Je moet bovendien stilstaan. Als je even beweegt, ben je gelijk de weg kwijt tussen alle lichtjes boven je.
We worden alsmaar stiller, afgezien van het geluid van rammelende gebitten. Als Kevin voorstelt om binnen in zijn container een presentatie te bekijken, staan we er al voor de vraag is afgelopen.
Daarna weer naar buiten en nu voelt het nog erger dan eerst. Stilstaan om door een telescoop te turen is bijna onmogelijk. Kevin stuitert ondertussen onaangedaan tussen zijn telescopen heen en weer, terwijl hij de ene planeet na de andere ster inzoomt voor ons. Tussendoor komt ook nog ISS voorbij. Kevin is de enige zonder muts. Marcel heeft een muts op, daar overheen zijn hoodie en daar overheen zijn capuchon. Ik baal als een stekker dat ik alleen mijn thermoshirt heb aangetrokken en mijn thermo onderbroek in de koffer heb laten zitten. En waarom heb ik niet een windjack extra onder mijn jas aangedaan?
Eerder dan gepland stellen we Kevin voor om de tour als beeindigd te beschouwen. Onze tenen - in dikke sokken in wandelschoenen - zijn inmiddels gevoelloos.
In de log cabins kruipen we gelijk in bed met de kachel voluit te loeien. Ik heb voor de zekerheid al mijn thermo-ondergoed aangetrokken, plus sokken. Vlak voor het slapen gaan realiseer ik me dat ik de locals hier mateloos bewonder. Je moet compleet immuun zijn voor zowel hitte als kou om in dit klimaat te kunnen wonen. Iets dat wij toeristen-op-doorreis maar al te makkelijk vergeten.
Dan maar weer terug en de I15 vervolgd. Bij Salinas koffie gedronken in - hoe kan het ook anders - Mom’s Kitchen. Mom blij en wij ook, want charmant tentje met erg rijke historie. Als lunchstop hebben we Panguitch uitgekozen, leek me wel leuk: rijke historie en een hoop tentjes, waarvan sommigen zelfs op zondag open zijn. Maar Panguitch viel ons tegen. Het huisje waar Butch Cassidy opgroeide is een leuke stop, maar het plaatsje zelf mist de charme die we van oudere dorpjes gewend zijn. Lunchen doen we bij Subway’s, waar mams helemaal idolaat van blijkt te zijn. Op zo’n trip leer je toch allemaal nieuwe dingen over je ouders.
We racen snel door en komen eindelijk bij Red Canyon aan. Hiervoor had ik in de planning niets voorbereid, omdat ik verwachtte dat het park nog dichtgesneeuwd zou zijn. Niets van dat alles: stralende zon, zeker 15 graden en geen spoor van sneeuw. Humpf. Afgezien van een korte (plas-)stop bij het Visitor’s Center moeten we er nu haastig doorheen, helemaal niet onze stijl.
Eindelijk komen we dan bij Bryce Canyon aan. Hier heb ik honderden foto’s gemaakt toen ik er 7 jaar geleden voor het eerst was. Mijn ouders waren er zo’n 10 jaar geleden en vergaapten zich ook aan alle kleuren & vormen.
En nu... stonden we een beetje te kleumen door de koude wind op alle pull-outs en kon het ons nauwelijks bekoren. Sneeuw was er helemaal niet meer, en het park leent zich er blijkbaar slecht voor om meerdere keren te bezoeken. Heel gek.
Slapen in Tropic bleek een goed idee. Charmant gehuchtje en de Log Cabins zijn superdeluxe, nog groter dan op de foto met een gigantisch bed. We steken de weg over voor een hapje eten en vinden het familierestaurantje sympathiek, goedkoop en zeker niet slecht.
‘S Avonds hebben we een privetour geboekt bij Dark Ranger Telescope Tours. Dark Ranger blijkt Kevin te zijn, die overdag werkt als Park Ranger. Leuke naam dus voor zijn bedrijf. Hij heeft net buiten het park een paar indrukwekkende telescopen neergezet. Kevin is een supernerd. Hij stelt zich niet eens voor maar begint gelijk te ratelen, alsof hij het complete heelal in 1 avondje wil behandelen. Mensenlief, wat weet die man verschrikkelijk veel. Mijn vader en ik stellen hem de ene vraag na de andere, van de kans op microbieel leven op Europa tot kwantummechnische processen in de kern van een zwart gat tot de historie van astronomie per continent, hij hoeft geen seconde te denken over het antwoord, die man weet gewoon alles. Alleen zijn uitleg hoe het kan dat licht afbuigt door zwaartekracht terwijl het zelf geen massa heeft, snap ik niet.
Ik zou uren naar Kevin kunnen luisteren, alleen.... sterrenkijken in de high desert is verschrikkelijk koud. Niet gewoon koud. Niet klappertandend koud. Maar zo koud dat het DNA in je cellen bevriest. Het maakt niet uit dat het overdag een lekkere 19 graden was met een strakke zon. We staan nu in een soort Arctische wind en de vrieskou dringt door alle kledinglagen heen, door je haren, door je huid, door je bloedvaten, echt door alles.
Je moet bovendien stilstaan. Als je even beweegt, ben je gelijk de weg kwijt tussen alle lichtjes boven je.
We worden alsmaar stiller, afgezien van het geluid van rammelende gebitten. Als Kevin voorstelt om binnen in zijn container een presentatie te bekijken, staan we er al voor de vraag is afgelopen.
Daarna weer naar buiten en nu voelt het nog erger dan eerst. Stilstaan om door een telescoop te turen is bijna onmogelijk. Kevin stuitert ondertussen onaangedaan tussen zijn telescopen heen en weer, terwijl hij de ene planeet na de andere ster inzoomt voor ons. Tussendoor komt ook nog ISS voorbij. Kevin is de enige zonder muts. Marcel heeft een muts op, daar overheen zijn hoodie en daar overheen zijn capuchon. Ik baal als een stekker dat ik alleen mijn thermoshirt heb aangetrokken en mijn thermo onderbroek in de koffer heb laten zitten. En waarom heb ik niet een windjack extra onder mijn jas aangedaan?
Eerder dan gepland stellen we Kevin voor om de tour als beeindigd te beschouwen. Onze tenen - in dikke sokken in wandelschoenen - zijn inmiddels gevoelloos.
In de log cabins kruipen we gelijk in bed met de kachel voluit te loeien. Ik heb voor de zekerheid al mijn thermo-ondergoed aangetrokken, plus sokken. Vlak voor het slapen gaan realiseer ik me dat ik de locals hier mateloos bewonder. Je moet compleet immuun zijn voor zowel hitte als kou om in dit klimaat te kunnen wonen. Iets dat wij toeristen-op-doorreis maar al te makkelijk vergeten.
Terug naar boven
Dag 4: Maandag 9 April 2018
Van: Tropic, UT, United StatesVia: Kodachrome State Park, Grosvenor Arch
Naar: Escalante, UT, United States
Heerlijk geslapen in de Log Cabins, en lekker stevig ontbijt aan de overkant. Helemaal goed begin van de dag. Daarna opbreken en op ons gemakkie karren we over de HW 24. Anders dan Bryce Canyon verveelt deze nooit. De kleuren zijn in ieder seizoen anders en er is sowieso teveel te zien voor 1 trip: mooie rotsformaties, schattige boerderijtjes, steenwoestijn en besneeuwde bergtoppen.
Eindelijk komen we er aan toe om te wandelen in Kodachrome, waar we al een paar keer langs gereden zijn. Verwachtingen waren hooggespannen - die naam alleen al he - maar heel spectaculair vind ik het niet. Gewoon een leuk park qua rotsformaties (maar dat is alles hier), best vol met infrastructuur om te kamperen, parkeren, picknicken en plassen, en van de schoorstenen viel me de bek niet open. We deden de Angel’s Palace Trail, wat voor mijn ouders pittig genoeg was. Mijn vader hield angstvallig afstand van elk uitzichtpunt, wat wel jammer was.
Hierna een stukje de Cottonwood Canyon Road op naar de Grosvenor Arch. Ik dacht dat het een kwartiertje rijden zou zijn, maar het is toch echt wel een stuk langer. Bij de Arch was het ook al druk, maar wel reuze gezellig. Vier stoere gepensioneerde mannen zaten bij te komen van twee dagen rondcrossen op hun quads. Boys will be boys, zeker in dit landschap. Een van hen vertelde dat hij vorig jaar nog een zwangere Nederlandse uit de blubber moest trekken in dit park: haar man en zij waren ondanks de regen in een gewone sedan de Cottonwood Canyon Road opgegaan en prompt blijven steken. Alsof er geen enorme waarschuwingsborden bij beide ingangen staan dat deze “Road will be impassable when wet, even for 4WD”. Ik krijg dan altijd plaatsvervangende schaamte.
De mannen waren nog niet weggeraced, of er kwam een vriendelijk stel in een pick-up truck lunchen. Ondertussen zagen we twee backpackers uit de heuvels komen. De man van de truck ontving ze hartelijk: “what can I get you?”. Hij bleek zelf lange backpacktrips te hebben gemaakt en dit stel was naar Zion aan het wandelen, dus die hadden nog een paar dagen te gaan. Gaaf hoor!
Ondertussen werd mijn moeder behoorlijk ziek, de wandeling had toch teveel van haar gevergd. Dus snel de auto in en met een behoorlijke vaart door naar Escalante. Hier hadden we La Luz gehuurd: een ecovriendelijke huisje aan de rand van het dorp met uitzicht op de woestijn. Helemaal lekker plekje voor mam om te relaxen terwijl wij gaan canyoneeren. Ik had het tevoren helemaal met mams besproken die een grote voorraad leesboeken had gedownload, maar helaas paps niet had geinformeerd. Paps schoot behoorlijk in de stress toen hij zag hoe eenzaam het hier was. Tja, er was ook een huis midden in het dorp, maar die Amerikanen doen niet aan heggen of hekken, die gooien alleen een gazon rondom het huis, en dan zit mams de hele dag ‘en plein public’. Maar als mijn paps zich eenmaal zorgen maakt om mijn mams, dan is er weinig houden meer aan. Bummer.
Toen even naar Excursions of Escalante, om mijn ouders kennis te laten maken met Rick en Amy. En gelijk boodschappen gedaan om ‘s avonds te BBQ’en bij het huis. Ik mocht ook de snijbiet oogsten & lekker roerbakken voor erbij.
Eindelijk komen we er aan toe om te wandelen in Kodachrome, waar we al een paar keer langs gereden zijn. Verwachtingen waren hooggespannen - die naam alleen al he - maar heel spectaculair vind ik het niet. Gewoon een leuk park qua rotsformaties (maar dat is alles hier), best vol met infrastructuur om te kamperen, parkeren, picknicken en plassen, en van de schoorstenen viel me de bek niet open. We deden de Angel’s Palace Trail, wat voor mijn ouders pittig genoeg was. Mijn vader hield angstvallig afstand van elk uitzichtpunt, wat wel jammer was.
Hierna een stukje de Cottonwood Canyon Road op naar de Grosvenor Arch. Ik dacht dat het een kwartiertje rijden zou zijn, maar het is toch echt wel een stuk langer. Bij de Arch was het ook al druk, maar wel reuze gezellig. Vier stoere gepensioneerde mannen zaten bij te komen van twee dagen rondcrossen op hun quads. Boys will be boys, zeker in dit landschap. Een van hen vertelde dat hij vorig jaar nog een zwangere Nederlandse uit de blubber moest trekken in dit park: haar man en zij waren ondanks de regen in een gewone sedan de Cottonwood Canyon Road opgegaan en prompt blijven steken. Alsof er geen enorme waarschuwingsborden bij beide ingangen staan dat deze “Road will be impassable when wet, even for 4WD”. Ik krijg dan altijd plaatsvervangende schaamte.
De mannen waren nog niet weggeraced, of er kwam een vriendelijk stel in een pick-up truck lunchen. Ondertussen zagen we twee backpackers uit de heuvels komen. De man van de truck ontving ze hartelijk: “what can I get you?”. Hij bleek zelf lange backpacktrips te hebben gemaakt en dit stel was naar Zion aan het wandelen, dus die hadden nog een paar dagen te gaan. Gaaf hoor!
Ondertussen werd mijn moeder behoorlijk ziek, de wandeling had toch teveel van haar gevergd. Dus snel de auto in en met een behoorlijke vaart door naar Escalante. Hier hadden we La Luz gehuurd: een ecovriendelijke huisje aan de rand van het dorp met uitzicht op de woestijn. Helemaal lekker plekje voor mam om te relaxen terwijl wij gaan canyoneeren. Ik had het tevoren helemaal met mams besproken die een grote voorraad leesboeken had gedownload, maar helaas paps niet had geinformeerd. Paps schoot behoorlijk in de stress toen hij zag hoe eenzaam het hier was. Tja, er was ook een huis midden in het dorp, maar die Amerikanen doen niet aan heggen of hekken, die gooien alleen een gazon rondom het huis, en dan zit mams de hele dag ‘en plein public’. Maar als mijn paps zich eenmaal zorgen maakt om mijn mams, dan is er weinig houden meer aan. Bummer.
Toen even naar Excursions of Escalante, om mijn ouders kennis te laten maken met Rick en Amy. En gelijk boodschappen gedaan om ‘s avonds te BBQ’en bij het huis. Ik mocht ook de snijbiet oogsten & lekker roerbakken voor erbij.
Terug naar boven
Dag 5: Dinsdag 10 April 2018
Van: Escalante, UT, United StatesVia: Escalante National Monument
Naar: Escalante, UT, United States
Op stap met Excursions of Escalante. Het was volle bak: naast ons drieeen nog een vader-en-zoon uit Californie en een echtpaar uit Maine met hun zoon uit San Francisco. Oftewel: iedereen had zijn ouders meegenomen! De zoon uit Californie is 13 en bijzonder teruggetrokken. Ik durf te wedden dat hij autistisch is en pap (die erg van gezelschap houdt) deze road trip onderneemt om een betere band met zijn zoon te krijgen. Je ziet ze er allebei aan werken om die kloof te overbruggen, wat ik heel ontroerend vind. De zoon uit SF is 30 en kaartenmaker, leuk beroep. Verder dus de gids Rick en zijn nieuwe ‘sidekick’ Noah, een hele jonge maar ook serieuze knul uit North Carolina. Noah rijdt met ons mee naar de canyon en het klikt goed met mijn vader, die ook rustig is.
Na een half uur moeten we wachten op Rick, die altijd pas onderweg beslist welke canyon hij gaat doen. Hij kent ze allemaal uit zijn hoofd, en laat het van het weer en de groep afhangen welke het wordt. Vandaag heeft hij weinig keuze, want mijn vader heeft ECHT hoogtevrees, dus hij zal die met de kleinste afdaling moeten kiezen.
Edoch: helaas. De afdeling is de helft van de twee canyons die we vorig jaar bij Rick deden, maar nog steeds ruim voldoende om paps acute bibbers te bezorgen. No way dat hij hierin gaat. Rick heeft hier 19 jaar ervaring mee en begint zijn speciale “brain adaptation technique” om paps met zijn hoogtevrees te leren omgaan. Marcel en ik hebben hoogtevrees, de jongen van 13 ook, wij seilen allemaal soepeltjes af dankzij de geruststellende coaching van Rick. Maar paps beweegt niet. Hij wil best even vastgegespt worden, even trekken aan het touw, zelfs nog een extra stapje richting de rand lopen, maar hij prakkezeert er niet over om naar beneden te gaan.
En dan gebeurt iets wat Rick in 19 jaar nog nooit is overkomen: hij krijgt een gast niet naar beneden gepraat. Er zit niets anders op: Marcel geeft de autosleutels aan paps, die we voor de komende uren dus alleen achter moeten laten in deze ontoegankelijke wildernis. Ieder jaar opnieuw verdwalen hier mensen, die soms pas na twee weken gevonden worden. Hoe houden we paps in de buurt van de auto? Rick weet het wel: “take my keys, my car can’t be locked, so stay close”. En dat werkt, want al zit hij tussen niks en nergens, paps neemt zijn verantwoordelijkheid serieus. Hij loopt 20 meter naar links, 20 naar rechts, 20 naar voor en 20 naar achter en gaat dan maar een dutje doen in de passagiersstoel. Althans: hij beweert dat hij alleen lag te soezelen, maar wel verbaasd was dat wij zo snel terug waren. Terwijl wij toch echt 4 uur lang door de canyon zwierven.
Afijn, al deze dingen wisten wij natuurlijk niet en hoe hard ik ook probeerde om het uit mijn hoofd te zetten, ik vond het toch niets om mijn vader in die woestenij achter te laten. Mooie canyon, leuke behulpzame groep, maar minder ontspannen dan de tochten vorig jaar met Rick.
‘S Avonds terug in huis was paps stiekum ook blij om morgen bij mams te kunnen blijven. Dat was niet geheel wederzijds, want mams was nog maar halverwege haar boek en had de hele dag lekker in het zonnetje gelegen.
‘S Avonds gegeten in Circle D, niet voor herhaling vatbaar. Eten was er nog steeds prima, maar de akoestiek is er echt slecht, vast door die metalen tafels die ze hebben. Het komt allemaal wat klinisch over.
Na een half uur moeten we wachten op Rick, die altijd pas onderweg beslist welke canyon hij gaat doen. Hij kent ze allemaal uit zijn hoofd, en laat het van het weer en de groep afhangen welke het wordt. Vandaag heeft hij weinig keuze, want mijn vader heeft ECHT hoogtevrees, dus hij zal die met de kleinste afdaling moeten kiezen.
Edoch: helaas. De afdeling is de helft van de twee canyons die we vorig jaar bij Rick deden, maar nog steeds ruim voldoende om paps acute bibbers te bezorgen. No way dat hij hierin gaat. Rick heeft hier 19 jaar ervaring mee en begint zijn speciale “brain adaptation technique” om paps met zijn hoogtevrees te leren omgaan. Marcel en ik hebben hoogtevrees, de jongen van 13 ook, wij seilen allemaal soepeltjes af dankzij de geruststellende coaching van Rick. Maar paps beweegt niet. Hij wil best even vastgegespt worden, even trekken aan het touw, zelfs nog een extra stapje richting de rand lopen, maar hij prakkezeert er niet over om naar beneden te gaan.
En dan gebeurt iets wat Rick in 19 jaar nog nooit is overkomen: hij krijgt een gast niet naar beneden gepraat. Er zit niets anders op: Marcel geeft de autosleutels aan paps, die we voor de komende uren dus alleen achter moeten laten in deze ontoegankelijke wildernis. Ieder jaar opnieuw verdwalen hier mensen, die soms pas na twee weken gevonden worden. Hoe houden we paps in de buurt van de auto? Rick weet het wel: “take my keys, my car can’t be locked, so stay close”. En dat werkt, want al zit hij tussen niks en nergens, paps neemt zijn verantwoordelijkheid serieus. Hij loopt 20 meter naar links, 20 naar rechts, 20 naar voor en 20 naar achter en gaat dan maar een dutje doen in de passagiersstoel. Althans: hij beweert dat hij alleen lag te soezelen, maar wel verbaasd was dat wij zo snel terug waren. Terwijl wij toch echt 4 uur lang door de canyon zwierven.
Afijn, al deze dingen wisten wij natuurlijk niet en hoe hard ik ook probeerde om het uit mijn hoofd te zetten, ik vond het toch niets om mijn vader in die woestenij achter te laten. Mooie canyon, leuke behulpzame groep, maar minder ontspannen dan de tochten vorig jaar met Rick.
‘S Avonds terug in huis was paps stiekum ook blij om morgen bij mams te kunnen blijven. Dat was niet geheel wederzijds, want mams was nog maar halverwege haar boek en had de hele dag lekker in het zonnetje gelegen.
‘S Avonds gegeten in Circle D, niet voor herhaling vatbaar. Eten was er nog steeds prima, maar de akoestiek is er echt slecht, vast door die metalen tafels die ze hebben. Het komt allemaal wat klinisch over.
Terug naar boven
Dag 6: Woensdag 11 April 2018
Van: Escalante, UT, United StatesVia: Escalante National Monument
Naar: Escalante, UT, United States
Terug naar boven
Dag 7: Donderdag 12 April 2018
Van: Escalante, UT, United StatesVia: Devil’s Garden, The Burr Trail, Capitol Reef National Park
Naar: Notom, UT, United States
Terug naar boven
Dag 8: Vrijdag 13 April 2018
Van: Notom, UT, United StatesVia: Factory Butte, Capitol Reef National P
Naar: Notom, UT, United States
Terug naar boven
Dag 9: Zaterdag 14 April 2018
Van: Notom, UT, United StatesVia: Goblin Valley State Park, San Rafael Swell, Little Grand Canyon
Naar: Price, UT, United States
Goblin Valley State Park: veel te duur ($15 per auto voor een kommetje met bruine rotsformaties)
San Rafael Swell: zuidelijke deel - onder de IS 70 - is alleen aan het begin moeilijk rijden, daarna wordt het een soepele gravelweg, Temple Mountain Road. Leuk, maar niet heel spectaculair. De echte 4WD weggetjes die Kalaman in dit gebied heeft gereden zien er veel mooier uit.
Het noordelijke deel heeft als weg de Buckhorn Draw Road, ook een hele makkelijke gravelweg. Dit gebied is fantastisch. We willen absoluut terug om dit beter te verkennen. Waanzinnige rotsformaties, hele mooie canyon, en de Little Grand Canyon doet zijn naam absoluut eer aan. De petroglyphen zijn de mooiste die we ooit in de VS gezien hebben.
Wel druk in het weekend, dit is binnen 3 uur van Salt Lake City en een heel groot ‘speelterrein’ met veel kampeerplaatsen. Dus doordeweeks bezoeken.
San Rafael Swell: zuidelijke deel - onder de IS 70 - is alleen aan het begin moeilijk rijden, daarna wordt het een soepele gravelweg, Temple Mountain Road. Leuk, maar niet heel spectaculair. De echte 4WD weggetjes die Kalaman in dit gebied heeft gereden zien er veel mooier uit.
Het noordelijke deel heeft als weg de Buckhorn Draw Road, ook een hele makkelijke gravelweg. Dit gebied is fantastisch. We willen absoluut terug om dit beter te verkennen. Waanzinnige rotsformaties, hele mooie canyon, en de Little Grand Canyon doet zijn naam absoluut eer aan. De petroglyphen zijn de mooiste die we ooit in de VS gezien hebben.
Wel druk in het weekend, dit is binnen 3 uur van Salt Lake City en een heel groot ‘speelterrein’ met veel kampeerplaatsen. Dus doordeweeks bezoeken.
Terug naar boven
Dag 10: Zondag 15 April 2018
Van: Price, UT, United StatesVia: Salt Lake City International Airport
Naar: Baker, NV, United States
Vanmorgen vermoeid wakker, de Greenwell Inn ligt er bij ons uit. Veel herrie midden in de nacht, een lawaaiige koelkast, een herriekachel en veel te weinig dekens tegen de kou. Gelukkig wel weer een lekker ontbijt in het gastvrije & spotgoedkope Main Street Diner. Daarna naar Salt Lake City Airport om mijn ouders af te zetten. Zoals de kaart al beloofde, slingerde het eerste deel van de route zich prachtig door de bergen heen, met besneeuwde toppen die steeds dichterbij kwamen. En een spoorlijntje dat zo uit het Diorama van de Efteling leek te komen.
Vanaf het vliegveld gingen we met zijn tweeen door. Wel even wennen om weer alleen te zijn. Ik ga de grappige gesprekken op de achterbank missen. Voor het eerst heb ik een stuk gereden, en wat een enorm lekkere auto hebben we zeg: een Chevrolet Escalade 4WD met Wifi. En dan: onbekend gebied in!
Het eerste deel, zeker tot en met Tooele, was niks aan. Saaie voorstad met allemaal stoplichten op rood. Vanaf Stockton werd het een stuk beter. Steeds meer rust op de weg, althans, onze helft, want aan de andere kant zagen we veel “speelauto’s” terugkomen van een lang weekend crossen (het is zondag vandaag). Ietsje voorbij Stockton een hapje gegeten bij Penny’s, waar zojuist iets naars gebeurd leek te zijn: twee sheriffs in uniform interviewden drie serveersters, waarvan er eentje leek te huilen. Toch denk ik dat de slome & gebrekkige service niet alleen daaraan lag. Het zag er niet schoon uit, was ijskoud binnen, het duurde een eeuwigheid voor onze salades kwamen en er was een hormonaal uitgedaagde puistenkop die de hele tijd zat te foezelen aan de jongste serveerster, waardoor niemand nog aan werken toe kwam. Gelukkig smaakte de salade goed.
Hierna de loneliest highway nr 50 op, die zijn naam eer aan doet. Op de lange kaarsrechte stukken door de valleien kun je tientallen kilometers ver kijken, en dan zie je in de verte 1 auto. De Great Basin is precies wat ik hoopte: volstrekt leeg, eindeloze vlaktes waar je ieder gevoel voor afstand in verliest en daar dwars doorheen steile bergruggen, als eilanden in een opgedroogde zee. Wat ik niet had verwacht, is dat er nog sneeuw op de bergtoppen zou liggen, maar dat is wel zo. Heel bijzonder om te zien dat de wolken in de verte sneeuwtoppen blijken te zijn. Het bijzondere aan deze Great Basin - die we de komende dagen omcirkelen vanuit vier staten - is dat de bergen niet op zee afwateren: in het voorjaar loopt al het smeltwater de dalen in, die in een moeras veranderen. Later in het jaar drogen de dalen uit en valt het weer in de bergen neer. Door al het sediment dat nergens heen kan, worden de dalen grote vlaktes. Soms hebben ze een zoutbodem, zoals Lake Sevier - nix lake, gewoon vlakte - waar we grote stofnado’s overheen zien razen. Je krijgt een uniek ecosysteem waar ook zowat niks wil groeien, dus is het hier een van de leegste plekken van de VS.
Wij zijn als een blok voor dit landschap gevallen. Ongelooflijk dat op dit forum nog zo weinig gepost is over dit gebied. Road trips zijn voor deze gebieden uitgevonden, mensen!
Uiteindelijk doemde de berg der bergen op: Wheeler Peak, waar omheen het National Park Great Basin is gemaakt. Eerst de grens met Nevada over, en verhip, in deze compleet desolate niksigheid vind je gelijk een tankstation met casino. Utahnen en Nevadanen delen krek hetzelfde landschap, maar een groter verschil in cultuur is niet denkbaar. Grappig ook dat uur tijdverschil. Om 16.45 is onze ETA 16.15 uur.
Gelijk daarna linksaf, want we overnachten in Baker. Het visitor’s center in Baker bleek dicht te zijn, dus 6 mijl doorgereden naar het VC bij de Lehmann grotten om kaartjes voor de tour van morgen te kopen. Dat was me online niet gelukt omdat hij de korting van onze Annual Pass niet accepteerde. In het VC legt de ranger me uit dat je a) uitsluitend online kunt bestellen en b) het niet om de gewone Annual Pass gaat, maar een andere. Humpf. Had duidelijker gekund op de site. In de auto terug (wifi he) gelijk 1 van de laatste 3 kaartjes gekocht. Marcel heeft morgenvroeg een conference call dus deze ga ik alleen doen.
De ranger vertelde ook dat van de scenic drive de eerste 2 mijl open zijn (meer dan verwacht, want hij loopt zowat tot de top van de berg die bijna 4000 meter hoog is) en dat we sneeuwvrij kunnen wandelen bij Snake Creek. Hij beveelt ons de nieuwe “Serviceberry Loop” aan. Volgens mij is het hele park betrekkelijk nieuw. Het heeft nog een authentieke sfeer zoals Capitol Reef waarschijnlijk 10 jaar geleden was.
Baker is ook een schattig gehucht, met 2 motels, 1 restaurant en 1 winkel. Godzijdank geen enkele keten, wel een paar enthousiaste kunstenaars die van puur natuur houden. Wij zijn helemaal verliefd geworden op Kerouac’s, waar de pizza’s volledig handgemaakt zijn en goddelijk smaken. Wel even wennen aan de Nevada drankenkaart. In Utah is het een biertje of 5 en evenveel glaasjes wijn, hier drie A4-tjes alcoholica. Een andere kunstenaar heeft een oude treinwagon omgebouwd tot woonhuis. Lijkt me groter dan een woonboot, en het ziet er schitterend uit.
Vanaf het vliegveld gingen we met zijn tweeen door. Wel even wennen om weer alleen te zijn. Ik ga de grappige gesprekken op de achterbank missen. Voor het eerst heb ik een stuk gereden, en wat een enorm lekkere auto hebben we zeg: een Chevrolet Escalade 4WD met Wifi. En dan: onbekend gebied in!
Het eerste deel, zeker tot en met Tooele, was niks aan. Saaie voorstad met allemaal stoplichten op rood. Vanaf Stockton werd het een stuk beter. Steeds meer rust op de weg, althans, onze helft, want aan de andere kant zagen we veel “speelauto’s” terugkomen van een lang weekend crossen (het is zondag vandaag). Ietsje voorbij Stockton een hapje gegeten bij Penny’s, waar zojuist iets naars gebeurd leek te zijn: twee sheriffs in uniform interviewden drie serveersters, waarvan er eentje leek te huilen. Toch denk ik dat de slome & gebrekkige service niet alleen daaraan lag. Het zag er niet schoon uit, was ijskoud binnen, het duurde een eeuwigheid voor onze salades kwamen en er was een hormonaal uitgedaagde puistenkop die de hele tijd zat te foezelen aan de jongste serveerster, waardoor niemand nog aan werken toe kwam. Gelukkig smaakte de salade goed.
Hierna de loneliest highway nr 50 op, die zijn naam eer aan doet. Op de lange kaarsrechte stukken door de valleien kun je tientallen kilometers ver kijken, en dan zie je in de verte 1 auto. De Great Basin is precies wat ik hoopte: volstrekt leeg, eindeloze vlaktes waar je ieder gevoel voor afstand in verliest en daar dwars doorheen steile bergruggen, als eilanden in een opgedroogde zee. Wat ik niet had verwacht, is dat er nog sneeuw op de bergtoppen zou liggen, maar dat is wel zo. Heel bijzonder om te zien dat de wolken in de verte sneeuwtoppen blijken te zijn. Het bijzondere aan deze Great Basin - die we de komende dagen omcirkelen vanuit vier staten - is dat de bergen niet op zee afwateren: in het voorjaar loopt al het smeltwater de dalen in, die in een moeras veranderen. Later in het jaar drogen de dalen uit en valt het weer in de bergen neer. Door al het sediment dat nergens heen kan, worden de dalen grote vlaktes. Soms hebben ze een zoutbodem, zoals Lake Sevier - nix lake, gewoon vlakte - waar we grote stofnado’s overheen zien razen. Je krijgt een uniek ecosysteem waar ook zowat niks wil groeien, dus is het hier een van de leegste plekken van de VS.
Wij zijn als een blok voor dit landschap gevallen. Ongelooflijk dat op dit forum nog zo weinig gepost is over dit gebied. Road trips zijn voor deze gebieden uitgevonden, mensen!
Uiteindelijk doemde de berg der bergen op: Wheeler Peak, waar omheen het National Park Great Basin is gemaakt. Eerst de grens met Nevada over, en verhip, in deze compleet desolate niksigheid vind je gelijk een tankstation met casino. Utahnen en Nevadanen delen krek hetzelfde landschap, maar een groter verschil in cultuur is niet denkbaar. Grappig ook dat uur tijdverschil. Om 16.45 is onze ETA 16.15 uur.
Gelijk daarna linksaf, want we overnachten in Baker. Het visitor’s center in Baker bleek dicht te zijn, dus 6 mijl doorgereden naar het VC bij de Lehmann grotten om kaartjes voor de tour van morgen te kopen. Dat was me online niet gelukt omdat hij de korting van onze Annual Pass niet accepteerde. In het VC legt de ranger me uit dat je a) uitsluitend online kunt bestellen en b) het niet om de gewone Annual Pass gaat, maar een andere. Humpf. Had duidelijker gekund op de site. In de auto terug (wifi he) gelijk 1 van de laatste 3 kaartjes gekocht. Marcel heeft morgenvroeg een conference call dus deze ga ik alleen doen.
De ranger vertelde ook dat van de scenic drive de eerste 2 mijl open zijn (meer dan verwacht, want hij loopt zowat tot de top van de berg die bijna 4000 meter hoog is) en dat we sneeuwvrij kunnen wandelen bij Snake Creek. Hij beveelt ons de nieuwe “Serviceberry Loop” aan. Volgens mij is het hele park betrekkelijk nieuw. Het heeft nog een authentieke sfeer zoals Capitol Reef waarschijnlijk 10 jaar geleden was.
Baker is ook een schattig gehucht, met 2 motels, 1 restaurant en 1 winkel. Godzijdank geen enkele keten, wel een paar enthousiaste kunstenaars die van puur natuur houden. Wij zijn helemaal verliefd geworden op Kerouac’s, waar de pizza’s volledig handgemaakt zijn en goddelijk smaken. Wel even wennen aan de Nevada drankenkaart. In Utah is het een biertje of 5 en evenveel glaasjes wijn, hier drie A4-tjes alcoholica. Een andere kunstenaar heeft een oude treinwagon omgebouwd tot woonhuis. Lijkt me groter dan een woonboot, en het ziet er schitterend uit.
Terug naar boven
Dag 11: Maandag 16 April 2018
Van: Baker, NV, United StatesVia: Great Basin National Park, Lehmann Caves, Ely, Austin
Naar: Austin, NV, United States
Wat is het Great Basin toch onwaarschijnlijk mooi en verrassend. Ik kan er met het uur minder bij dat er op het forum nog zo weinig over gepost is. Het zal nooit een Jan Doets bestemming worden, maar dat is nu juist de charme: deze immense regio heb je helemaal voor jezelf. Bergketens, woestijnen, steppes, canyons en zoutmeren; je gaat van stofstorm naar sneeuwstorm; immense vlaktes met een kaarsrechte weg van 40 kilometer op een steile bergwand af en dan ineens hoog in de bergen slingerend over besneeuwde vlaktes. Je hebt altijd immense vergezichten: of je nu op een berg staat en over een vlak dal uitkijkt, of in een dal staat en overal om je heen besneeuwde toppen ziet.
Na een slechte nacht in Baker (naar Stargazer Inn gaan we niet meer terug, overprijsd, lawaaiig, slechte bedden en dat met storm buiten) vanmorgen eerst een tour gedaan door de Lehmann Caves in het Great Basin National Park. Als je de 90 minuten tour doet, heb je die van 60 minuten ook gelijk gezien, zei de ranger. De groepen zijn max 16 mensen groot, dus het heeft hier een intimiteit die je in Carlsbad Caverns echt niet hoeft te zoeken. De grotten hebben de meest prachtige formaties. Het ene moment loop je door een smal gangetje, het volgende sta je in een redelijk grote zaal. Hoogteverschil is er nauwelijks. De uitleg was aardig, maar ik sloeg er niet steil van achterover. Het mag van mij technischer.
Hierna deden we dus de Serviceberry Loop Trail. Omdat de Wheeler berg meer dan 4000 meter hoog is, is de rest van het park nog dichtgesneeuwd. We reden de Snake Creek vallei in en verbaasden ons erover dat er verder helemaal niemand was. Ook tijdens de wandeling zijn we niemand tegengekomen en hebben we geen teken van leven gehoord. Blijkbaar gaat iedereen naar dit park voor de grotten (althans, in dit seizoen) en verder niets.
De wandeling was prachtig, afwisselend over weiden, door berken- en pijnboombossen, met prachtige vergezichten, maar ik kneep hem wel een beetje toen we in een berkenbos liepen. De bomen kraakten vervaarlijk in de harde wind. Op de weg terug moesten we er 3 keer uit om omgevallen bomen van de weg af te slepen. Ik zou hier niet willen kamperen in deze wind.
Hierna reden we verder richting Ely, een mooie route die om de Wheelerberg heen slingert. Vlak voor Ely kregen we de melding dat de olie van de auto vervangen moest worden. We vonden een prima garage (Bear Eight) met een ZZ-top achtige monteur die geroutineerd de klus klaarde. Met dertig minuten vertraging verder op pad; de tijd begon nu te dringen, want de geboekte B&B lag aan een onverharde weg en vanaf 19 uur zou het er sneeuwen.
De weg slingerde verder tussen bergen en dalen, tot we ineens moesten stoppen: de hele weg was afgesloten voor speciaal transport dat stapvoets door de bergen ging. Overal highway patrol en escorte-auto’s, stiekem inhalen was uitgesloten. Er zat niets anders op dan af te wachten of we er ergens langs mochten.
Gelukkig hoefden wij maar een half uur te wachten tot de auto aan de kant werd gezet. Op dat moment was er nog maar 1 auto achter ons, en met 8 auto’s voor ons konden we een beetje inschatten hoe lang die al stil moeten hebben gestaan. Dat zetten de boel in perspectief. Ondertussen begon het te vriezen en te sneeuwen in de storm. Toen we verder reden zagen we dat de auto’s aan de overkant door de politie werden stilgezet in de berm en dat over een lengte van 25 kilometer. Oef! Die mensen zouden dus mogelijk anderhalf uur stil moeten staan in dat koude weer! Hier waren wij nog goed vanaf gekomen.
Austin doemde op in de vorm van Bob Ross bergen, waar we gewoon niet van konden geloven dat ze echt waren, zo prachtig lag de sneeuw erop. Net over de bergpas lag het schattige gehuchtje dat zijn oude gebouwen mooi heeft onderhouden. Helaas was het goede eettentje gesloten en het andere tentje trok ons niet aan (slechte reviews ook), dus we kochten een burrito bij een tankstation waar we gelijk de weg vroegen naar Paradise Ranch Castle, onze B&B voor de nacht. Een lieve, maar ook erg breedsprakige mevrouw vertelde ons in detail hoe we moesten rijden, dat het een bijzonder gebouw was, maar zo tragisch dat Donna er alleen voor stond sinds Bob was overleden. Ehh... OK.
Met de gedetailleerde aanwijzingen reden we er in ieder geval zo heen, in het dal achter de Bob Ross bergen. Het grijze kasteel zag er wat desolaat en verlaten uit vanaf de weg, maar het hek stond open en toen we aankwamen, deed Donna open. Van binnen bleek het kasteel vier keer groter dan het van buiten leek - het was net de Tardis - en een compleet museum, of liever gezegd: drie musea in een.
Morgen over dit kasteel. We zijn moe na een slechte nacht en moeizame rit. Willen douchen, eten en slapen.
Na een slechte nacht in Baker (naar Stargazer Inn gaan we niet meer terug, overprijsd, lawaaiig, slechte bedden en dat met storm buiten) vanmorgen eerst een tour gedaan door de Lehmann Caves in het Great Basin National Park. Als je de 90 minuten tour doet, heb je die van 60 minuten ook gelijk gezien, zei de ranger. De groepen zijn max 16 mensen groot, dus het heeft hier een intimiteit die je in Carlsbad Caverns echt niet hoeft te zoeken. De grotten hebben de meest prachtige formaties. Het ene moment loop je door een smal gangetje, het volgende sta je in een redelijk grote zaal. Hoogteverschil is er nauwelijks. De uitleg was aardig, maar ik sloeg er niet steil van achterover. Het mag van mij technischer.
Hierna deden we dus de Serviceberry Loop Trail. Omdat de Wheeler berg meer dan 4000 meter hoog is, is de rest van het park nog dichtgesneeuwd. We reden de Snake Creek vallei in en verbaasden ons erover dat er verder helemaal niemand was. Ook tijdens de wandeling zijn we niemand tegengekomen en hebben we geen teken van leven gehoord. Blijkbaar gaat iedereen naar dit park voor de grotten (althans, in dit seizoen) en verder niets.
De wandeling was prachtig, afwisselend over weiden, door berken- en pijnboombossen, met prachtige vergezichten, maar ik kneep hem wel een beetje toen we in een berkenbos liepen. De bomen kraakten vervaarlijk in de harde wind. Op de weg terug moesten we er 3 keer uit om omgevallen bomen van de weg af te slepen. Ik zou hier niet willen kamperen in deze wind.
Hierna reden we verder richting Ely, een mooie route die om de Wheelerberg heen slingert. Vlak voor Ely kregen we de melding dat de olie van de auto vervangen moest worden. We vonden een prima garage (Bear Eight) met een ZZ-top achtige monteur die geroutineerd de klus klaarde. Met dertig minuten vertraging verder op pad; de tijd begon nu te dringen, want de geboekte B&B lag aan een onverharde weg en vanaf 19 uur zou het er sneeuwen.
De weg slingerde verder tussen bergen en dalen, tot we ineens moesten stoppen: de hele weg was afgesloten voor speciaal transport dat stapvoets door de bergen ging. Overal highway patrol en escorte-auto’s, stiekem inhalen was uitgesloten. Er zat niets anders op dan af te wachten of we er ergens langs mochten.
Gelukkig hoefden wij maar een half uur te wachten tot de auto aan de kant werd gezet. Op dat moment was er nog maar 1 auto achter ons, en met 8 auto’s voor ons konden we een beetje inschatten hoe lang die al stil moeten hebben gestaan. Dat zetten de boel in perspectief. Ondertussen begon het te vriezen en te sneeuwen in de storm. Toen we verder reden zagen we dat de auto’s aan de overkant door de politie werden stilgezet in de berm en dat over een lengte van 25 kilometer. Oef! Die mensen zouden dus mogelijk anderhalf uur stil moeten staan in dat koude weer! Hier waren wij nog goed vanaf gekomen.
Austin doemde op in de vorm van Bob Ross bergen, waar we gewoon niet van konden geloven dat ze echt waren, zo prachtig lag de sneeuw erop. Net over de bergpas lag het schattige gehuchtje dat zijn oude gebouwen mooi heeft onderhouden. Helaas was het goede eettentje gesloten en het andere tentje trok ons niet aan (slechte reviews ook), dus we kochten een burrito bij een tankstation waar we gelijk de weg vroegen naar Paradise Ranch Castle, onze B&B voor de nacht. Een lieve, maar ook erg breedsprakige mevrouw vertelde ons in detail hoe we moesten rijden, dat het een bijzonder gebouw was, maar zo tragisch dat Donna er alleen voor stond sinds Bob was overleden. Ehh... OK.
Met de gedetailleerde aanwijzingen reden we er in ieder geval zo heen, in het dal achter de Bob Ross bergen. Het grijze kasteel zag er wat desolaat en verlaten uit vanaf de weg, maar het hek stond open en toen we aankwamen, deed Donna open. Van binnen bleek het kasteel vier keer groter dan het van buiten leek - het was net de Tardis - en een compleet museum, of liever gezegd: drie musea in een.
Morgen over dit kasteel. We zijn moe na een slechte nacht en moeizame rit. Willen douchen, eten en slapen.
Terug naar boven
Dag 12: Dinsdag 17 April 2018
Van: Austin, NV, United StatesVia: Fallon, Pyramid Lake, Nixon
Naar: Fernley, NV, United States
Vandaag is een beetje trieste dag, en dat ondanks de strakblauwe lucht. Ik denk dat het komt door Donna en haar eenzame kasteel.
Na een bezoek aan Las Vegas verzuchtte Bob dat hij dolgraag in Nevada zou willen wonen. Waarop Donna antwoordde: “dan doen we dat toch”. Bob, helemaal ontroerd, zei: “if you’re willing to move here for me, I will build you a castle”. En zo geschiedde. Een klein kasteel was niet genoeg voor Bob’s liefde: het werd een immens kasteel op één van de mooiste, maar ook guurste hoogvlaktes in dit gebied. Als fundering werd een dikke stalen balk van zo’n 35 meter naar deze uithoek getransporteerd; sinds gisteren weten we wat voor logistieke nachtmerrie dat moet zijn geweest. Een gietijzeren hek met de naam van de Ranch, een dak voor stargazing, een immense kelder met bar, jukebox, pooltafel, geheime doorgang, werkplaats voor houtbewerking... Een grote eetzaal met notenhouten eettafel van zeker 8 meter lengte, gebloemd behang en oude zwartwit foto’s aan de muur, een badkamer met kroonluchter, wenteltrappen, drie slaapkamers in de kantelen, een terras met bloembedden er omheen, het gaat maar door.
En toen ging Bob dood. Daar zat Donna dan in haar kasteel. Ze wil het afmaken, ze is een stoere mevrouw, maar de puf is eruit. Zonder Bob is deze droom ook weg. De bloembedden blijven leeg. Om het kasteel heen staan bulldozers en bouwmaterialen op het grind. Achter blaffen de waakhonden. De oprit is niet af, dus de entree wordt niet gebruikt; iedereen moet de achterdeur nemen. Twee kamers, de keuken en de eetzaal zijn af, bij de rest ontbreekt een plafond, of behang, of allebei. Ondertussen begint het onderhoud zijn tol te eisen: de verf op het terras bladdert af. En dat is allemaal een reflectie van hoe Donna zich voelt, denk ik. Ze doet haar best voor ons en voor zichzelf en misschien ook voor Bob, ze heeft een nieuwe vriend, probeert een lekker ontbijt te maken, maar het mist bezieling en inspiratie.
En probeer het maar eens te verkopen, zo’n half-af kasteel. Er zit veel potentie in met een beetje goede marketing, maar helaas heeft geen enkele kamer een eigen badkamer en dat lijkt me wel handig om er een goede prijs voor te krijgen. Bovendien moeten wij gasten aanschuiven bij Donna aan de keukentafel, want een eigen zitje was er niet.
Dus dat kleurde een beetje onze stemming toen we de auto instapten, hoewel het landschap weer verrukkelijk was en we heerlijk hadden geslapen. De zon scheen en als we in een dal stonden, konden we overal om ons heen de bergen zien. Great Basin is zelf een mega-kom, waar weer allemaal kleinere kommen in zitten, een beetje zoals de Tupperware bakjes in je keukenkastje.
Na een uur kwamen we bij Fallon, waar alles draait om de Naval Air Base. We reden een vallei in met een opgedroogd kalkmeer en een stoer zandduin naast ons toen we de eerste jets zagen overscheren. Heel laag, heel traag en zo dicht bij elkaar dat het 5 minuten duurde voor we zeker wisten dat het er twee waren. Cool!
In Fallon was de bedoeling om naar de petroglyphen bij Grimes Point te lopen, maar we besloten ter plekke om in plaats daarvan te gaan golfen. Een schattig, maar niet al te best dorpsbaantje, met allemaal verweerde oude knarren die voor het eerst buitenlanders op hun baan zagen spelen. We huurden een aftands setje clubs en sloegen ons vrolijk door negen holes heen. Voor de natuur hoef je hem niet te spelen (je zit tussen treinen, industrie en huizen in), voor de fairways ook niet (veel steen), maar de greens waren best ok en de mensen waren erg vriendelijk. Ook lekker om even de benen te strekken.
Hierna door naar Pyramid Lake. We hadden inmiddels besloten om daar niet te overnachten, maar te kiezen voor de luxe van Comfort Suites Fernley, even goed bijslapen in een groot & lekker bed zonder het standaarde, veel te vette, B&B ontbijt. Dat nam niet weg dat ik nog steeds graag het meer wilde zien, dat er op foto’s prachtig uitzag en eigendom is van de Paiute indianen. Eerst een stop bij Nixon, voor het museum. Tot onze verrassing hebben de Paiute het perfect georganiseerd; zoiets hadden we bij de indianen nog niet meegemaakt. Nixon is een keurig aangeharkt plaatsje vol zonnepanelen en het museum is een absolute aanrader. Heel mooi gebouw, indrukwekkende tentoonstelling en professionele video, plus uitgebreide gift shop. Indianen die echt hun cultuur levend houden en niet als zombies door hun eigen casino’s struinen.
Dat nam niet weg dat ik nog triester werd dan ik al was. De Paiute hielpen de eerste blanke die ze ooit zagen, meneer Fremont, te overleven door hem en zijn uitgeputte escorte naar het water van Pyramid Lake te brengen. Twintig jaar later waren ze alles kwijt. Ze mochten niet meer jagen op hun gronden en niet meer vissen in hun meer. Hun land was in handen van blanke boeren. Hun meisjes werden ontvoerd en verkracht. Hun pijnbomen werden omgehakt voor brandhout. Hun rivieren droogden op. Hun kinderen werden afgepakt en op kostscholen geplaatst, ze mochten hun familie niet zien en hun taal niet spreken. Ik werd er naar van.
In die stemmming zag het Pyramid Lake er niet meer OK uit. Het is inderdaad een prachtig meer, en veel groter dan verwacht. Maar alle vissers naast en op het meer, het klopt niet. Dit meer heeft een bijzondere energie, het is magisch, spiritueel, zoals het turquooise ligt te schitteren tussen de bergen. Het moet ongerept blijven, alleen toegankelijk voor de Paiute en wat volhardende backpackers. In plaats daarvan staan overal pick-up trucks van vissende Amerikanen. Het klopt gewoon niet.
Ik ben blij dat we hier niet logeren. De Crosby Lodge in Sutcliffe bleek een vreselijke bedoening. Gokkasten, vette hap en personeel dat ons geen blik waardig keurde, het past allemaal bij een gestolen meer in een gestolen land.
Terug naar Fernley via Sparks, een voorstad van Reno, waar een mooie golfbaan ligt: Red Hawk. Hier een teetime geboekt voor morgenvroeg. Superdeluxe baan, wat een verschil met Fallon. Ook qua prijs overigens. Voor de rest bestaat Sparks nagenoeg uitsluitend uit ommuurde villawijken met allemaal identieke, veel te grote, woningen. Veel speelplaatsen en medische voorzieningen voor bejaarden. Ik kreeg visioenen van verveelde echtgenotes, kinderen die door illegale nannies worden opgevoed en bejaarden die op een avondje uit de autosleutels in een bakje bij elkaar gooien. Maar goed, wel uitzicht op de Sierra Nevada.
Voor de rest is dit een nuttige stopover. Bij de Walmart een spijkerbroek gekocht, bij Black Bear voor een schijntje heel behoorlijk gegeten en nu lekker slapen in een groot bed in een grote kamer.
Na een bezoek aan Las Vegas verzuchtte Bob dat hij dolgraag in Nevada zou willen wonen. Waarop Donna antwoordde: “dan doen we dat toch”. Bob, helemaal ontroerd, zei: “if you’re willing to move here for me, I will build you a castle”. En zo geschiedde. Een klein kasteel was niet genoeg voor Bob’s liefde: het werd een immens kasteel op één van de mooiste, maar ook guurste hoogvlaktes in dit gebied. Als fundering werd een dikke stalen balk van zo’n 35 meter naar deze uithoek getransporteerd; sinds gisteren weten we wat voor logistieke nachtmerrie dat moet zijn geweest. Een gietijzeren hek met de naam van de Ranch, een dak voor stargazing, een immense kelder met bar, jukebox, pooltafel, geheime doorgang, werkplaats voor houtbewerking... Een grote eetzaal met notenhouten eettafel van zeker 8 meter lengte, gebloemd behang en oude zwartwit foto’s aan de muur, een badkamer met kroonluchter, wenteltrappen, drie slaapkamers in de kantelen, een terras met bloembedden er omheen, het gaat maar door.
En toen ging Bob dood. Daar zat Donna dan in haar kasteel. Ze wil het afmaken, ze is een stoere mevrouw, maar de puf is eruit. Zonder Bob is deze droom ook weg. De bloembedden blijven leeg. Om het kasteel heen staan bulldozers en bouwmaterialen op het grind. Achter blaffen de waakhonden. De oprit is niet af, dus de entree wordt niet gebruikt; iedereen moet de achterdeur nemen. Twee kamers, de keuken en de eetzaal zijn af, bij de rest ontbreekt een plafond, of behang, of allebei. Ondertussen begint het onderhoud zijn tol te eisen: de verf op het terras bladdert af. En dat is allemaal een reflectie van hoe Donna zich voelt, denk ik. Ze doet haar best voor ons en voor zichzelf en misschien ook voor Bob, ze heeft een nieuwe vriend, probeert een lekker ontbijt te maken, maar het mist bezieling en inspiratie.
En probeer het maar eens te verkopen, zo’n half-af kasteel. Er zit veel potentie in met een beetje goede marketing, maar helaas heeft geen enkele kamer een eigen badkamer en dat lijkt me wel handig om er een goede prijs voor te krijgen. Bovendien moeten wij gasten aanschuiven bij Donna aan de keukentafel, want een eigen zitje was er niet.
Dus dat kleurde een beetje onze stemming toen we de auto instapten, hoewel het landschap weer verrukkelijk was en we heerlijk hadden geslapen. De zon scheen en als we in een dal stonden, konden we overal om ons heen de bergen zien. Great Basin is zelf een mega-kom, waar weer allemaal kleinere kommen in zitten, een beetje zoals de Tupperware bakjes in je keukenkastje.
Na een uur kwamen we bij Fallon, waar alles draait om de Naval Air Base. We reden een vallei in met een opgedroogd kalkmeer en een stoer zandduin naast ons toen we de eerste jets zagen overscheren. Heel laag, heel traag en zo dicht bij elkaar dat het 5 minuten duurde voor we zeker wisten dat het er twee waren. Cool!
In Fallon was de bedoeling om naar de petroglyphen bij Grimes Point te lopen, maar we besloten ter plekke om in plaats daarvan te gaan golfen. Een schattig, maar niet al te best dorpsbaantje, met allemaal verweerde oude knarren die voor het eerst buitenlanders op hun baan zagen spelen. We huurden een aftands setje clubs en sloegen ons vrolijk door negen holes heen. Voor de natuur hoef je hem niet te spelen (je zit tussen treinen, industrie en huizen in), voor de fairways ook niet (veel steen), maar de greens waren best ok en de mensen waren erg vriendelijk. Ook lekker om even de benen te strekken.
Hierna door naar Pyramid Lake. We hadden inmiddels besloten om daar niet te overnachten, maar te kiezen voor de luxe van Comfort Suites Fernley, even goed bijslapen in een groot & lekker bed zonder het standaarde, veel te vette, B&B ontbijt. Dat nam niet weg dat ik nog steeds graag het meer wilde zien, dat er op foto’s prachtig uitzag en eigendom is van de Paiute indianen. Eerst een stop bij Nixon, voor het museum. Tot onze verrassing hebben de Paiute het perfect georganiseerd; zoiets hadden we bij de indianen nog niet meegemaakt. Nixon is een keurig aangeharkt plaatsje vol zonnepanelen en het museum is een absolute aanrader. Heel mooi gebouw, indrukwekkende tentoonstelling en professionele video, plus uitgebreide gift shop. Indianen die echt hun cultuur levend houden en niet als zombies door hun eigen casino’s struinen.
Dat nam niet weg dat ik nog triester werd dan ik al was. De Paiute hielpen de eerste blanke die ze ooit zagen, meneer Fremont, te overleven door hem en zijn uitgeputte escorte naar het water van Pyramid Lake te brengen. Twintig jaar later waren ze alles kwijt. Ze mochten niet meer jagen op hun gronden en niet meer vissen in hun meer. Hun land was in handen van blanke boeren. Hun meisjes werden ontvoerd en verkracht. Hun pijnbomen werden omgehakt voor brandhout. Hun rivieren droogden op. Hun kinderen werden afgepakt en op kostscholen geplaatst, ze mochten hun familie niet zien en hun taal niet spreken. Ik werd er naar van.
In die stemmming zag het Pyramid Lake er niet meer OK uit. Het is inderdaad een prachtig meer, en veel groter dan verwacht. Maar alle vissers naast en op het meer, het klopt niet. Dit meer heeft een bijzondere energie, het is magisch, spiritueel, zoals het turquooise ligt te schitteren tussen de bergen. Het moet ongerept blijven, alleen toegankelijk voor de Paiute en wat volhardende backpackers. In plaats daarvan staan overal pick-up trucks van vissende Amerikanen. Het klopt gewoon niet.
Ik ben blij dat we hier niet logeren. De Crosby Lodge in Sutcliffe bleek een vreselijke bedoening. Gokkasten, vette hap en personeel dat ons geen blik waardig keurde, het past allemaal bij een gestolen meer in een gestolen land.
Terug naar Fernley via Sparks, een voorstad van Reno, waar een mooie golfbaan ligt: Red Hawk. Hier een teetime geboekt voor morgenvroeg. Superdeluxe baan, wat een verschil met Fallon. Ook qua prijs overigens. Voor de rest bestaat Sparks nagenoeg uitsluitend uit ommuurde villawijken met allemaal identieke, veel te grote, woningen. Veel speelplaatsen en medische voorzieningen voor bejaarden. Ik kreeg visioenen van verveelde echtgenotes, kinderen die door illegale nannies worden opgevoed en bejaarden die op een avondje uit de autosleutels in een bakje bij elkaar gooien. Maar goed, wel uitzicht op de Sierra Nevada.
Voor de rest is dit een nuttige stopover. Bij de Walmart een spijkerbroek gekocht, bij Black Bear voor een schijntje heel behoorlijk gegeten en nu lekker slapen in een groot bed in een grote kamer.
Terug naar boven
Dag 13: Woensdag 18 April 2018
Van: Fernley, NV, United StatesNaar: Chester, CA, United States
Chester is zojuist toegvoegd aan onze ‘come again’ bestemmingen. Wat een leuk dorpje. Vreselijk gezellige avond gehad in de lokale kroeg (The Thirsty Trout) waar net een pubquiz gaande was. Probleem: bijna iedereen is familie van elkaar, hoe maak je dan teams zonder familieruzies?
Wat houden we toch van het platteland hier. Nou ja, platteland: het is alleen maar bergen. De pubgenoten vertelden dat ze hier met enige regelmaat kalkoenen, beren en poema’s aantreffen, soms in de eigen achtertuin. Vooral die poema’s zijn niet bepaald schattig hebben we ontdekt. Eén en al spieren en dan tot twee meter lang; ze zijn net zo groot en gevaarlijk als Afrikaanse leeuwen. Onze associatie met spinnende huiskatten is gelijk weg nadat ze een paar foto’s lieten zien.
Chester is nu overigens totaal verlaten qua toeristen. Het dooit te hard voor de wintersport en vriest te hard voor hikes; ook de scenic drive door Lassen Volcanic NP is voorlopig dicht. De tocht hierheen ging ook door pleurisweer (valt met bakken uit de lucht), dus die mooie scenic drive kregen we niet erg mee. Maar goed, de bucket list vullen voor toekomstige vakanties is ook een leuk klusje.
Wat houden we toch van het platteland hier. Nou ja, platteland: het is alleen maar bergen. De pubgenoten vertelden dat ze hier met enige regelmaat kalkoenen, beren en poema’s aantreffen, soms in de eigen achtertuin. Vooral die poema’s zijn niet bepaald schattig hebben we ontdekt. Eén en al spieren en dan tot twee meter lang; ze zijn net zo groot en gevaarlijk als Afrikaanse leeuwen. Onze associatie met spinnende huiskatten is gelijk weg nadat ze een paar foto’s lieten zien.
Chester is nu overigens totaal verlaten qua toeristen. Het dooit te hard voor de wintersport en vriest te hard voor hikes; ook de scenic drive door Lassen Volcanic NP is voorlopig dicht. De tocht hierheen ging ook door pleurisweer (valt met bakken uit de lucht), dus die mooie scenic drive kregen we niet erg mee. Maar goed, de bucket list vullen voor toekomstige vakanties is ook een leuk klusje.
Terug naar boven
Dag 14: Donderdag 19 April 2018
Van: Chester, CA, United StatesVia: Lassen Volcanic National Park
Naar: Klamath Falls, OR, United States
Lekker dagje toeren door afwisselend landschap. Het naargeestige weer van gisteren heeft plaatsgemaakt voor een lekker zonnetje, waardoor we eindelijk kunnen genieten van de vergezichten terwijl de HW 95 zich noordwaarts slingert. Dan weer een diepe vallei met bomen & sneeuw, dan weer ranches met weilanden, dan weer een hoogvlakte met afgebrande bomen. Ook een heftige spoorlijn die over hele hoge bruggen en langs diepe afgronden slingerde.
Lassen Volcanic NP is bedekt met een diep pak sneeuw en de scenic drive is nog lang niet open - vorig jaar was hij pas in juli begaanbaar. Maar het VC aan de zuidrand is toegankelijk en open. We kregen het advies om een mijl te lopen op de scenic drive tot aan de eerste mud pools. Koud! Sneeuw tot ons hoofd (gelukkig was de weg al schoongeveegd) en hele gure wind. Maar afgezien van een man met langlaufplannen hadden we het park voor onszelf. De mud pools & stomende zwavelpoelen waren wel gaaf in de sneeuw.
Daarna terug voor de noordingang, een enorme omweg aan de westkant. Bleek een vreselijk leuk weggetje te zijn. Vijftien minuten nadat we in de sneeuw stonden te kleumen, reden we door lieflijke boomgaarden met wildflowers en doorkijkjes naar besneeuwde bergtoppen. Onderweg kwamen we door Shingletown, dat er zeer charmant uitzag en waar we op de kruising heerlijke koffie met gebak kochten, plus salades om onderweg te picknicken. Vriendelijk tentje, mevrouw bakt alles zelf. Twee oudere dames uit de buurt dronken koffie en bespraken het vermogen van verschillende pickupmotoren.
Het noorden van Californie heeft echt helemaal niets te maken met het Trumphatende volk uit de steden. Het is hier net zo traditioneel & chauvinistisch als Texas. Overal zie je Amerikaanse vlaggen, posters waarop “our marines” als ware helden worden bejubeld en teksten als “proud to be American”.
Bij de noordingang van het park was geen bliksem te doen, de paden waren diep bedekt met sneeuw en we hadden geen snowshoes of gamaschen bij ons. Dus gelijk weer door naar lagere gebieden om daar onze salades te eten. We namen de afslag naar Bieber, waarmee we van de Scenic Route afweken, maar de weg werd er alleen maar mooier van. Bij een pullout met mooie vergezichten over een vallei en bergtoppen aten we de salades, die echt fantastisch waren.
Bij Bieber gingen we linksaf de Bieber Lookout Road op, die zijn naam zeker geen eer aan deed, want we zaten in een enorme vlakke vlakte. Ik vraag me af of dit ook Great Basin gebied is, dus zonder afwatering? Het lijkt er namelijk wel op, alleen ligt het veel hoger en is het veel natter; de bodem was gewoon een moeras. Maar het was ook al zo verlaten, alleen af en toe een koe of wat bomen, voor zover die een grote bosbrand hadden overleefd.
Ergens op deze hele lange rechte weg, net voorbij de grens met Oregon, viel ik in slaap en werd pas wakker bij Klamath Falls. Onderweg hadden we de Running Y Ranch geboekt. We verwachtten een leuke boerderij aan het meer met een paar zolderkamers te huur, maar het blijkt een enorm resort te zijn met eigen golfbaan, ontworpen door Arnold Palmer. Wat een verrassing!
Ik zit dit nu te typen vanuit de bar bij het restaurant, terwijl de ondergaande zon zachte contouren maakt van de hiernaast gelegen hole 10. Er vloog zojuist een Bald Eagle voorbij. Als we morgenvroeg gaan spelen, kunnen we herten zien. Zelfs een beer was een half jaar geleden het terrein van het resort opgelopen. Mijn eerste indrukken van Oregon zijn positief: leuke mensen die graag actief zijn in de natuur. Je kunt overal kayakken, skieen, varen, jagen, hiken, enzovoorts.
Lassen Volcanic NP is bedekt met een diep pak sneeuw en de scenic drive is nog lang niet open - vorig jaar was hij pas in juli begaanbaar. Maar het VC aan de zuidrand is toegankelijk en open. We kregen het advies om een mijl te lopen op de scenic drive tot aan de eerste mud pools. Koud! Sneeuw tot ons hoofd (gelukkig was de weg al schoongeveegd) en hele gure wind. Maar afgezien van een man met langlaufplannen hadden we het park voor onszelf. De mud pools & stomende zwavelpoelen waren wel gaaf in de sneeuw.
Daarna terug voor de noordingang, een enorme omweg aan de westkant. Bleek een vreselijk leuk weggetje te zijn. Vijftien minuten nadat we in de sneeuw stonden te kleumen, reden we door lieflijke boomgaarden met wildflowers en doorkijkjes naar besneeuwde bergtoppen. Onderweg kwamen we door Shingletown, dat er zeer charmant uitzag en waar we op de kruising heerlijke koffie met gebak kochten, plus salades om onderweg te picknicken. Vriendelijk tentje, mevrouw bakt alles zelf. Twee oudere dames uit de buurt dronken koffie en bespraken het vermogen van verschillende pickupmotoren.
Het noorden van Californie heeft echt helemaal niets te maken met het Trumphatende volk uit de steden. Het is hier net zo traditioneel & chauvinistisch als Texas. Overal zie je Amerikaanse vlaggen, posters waarop “our marines” als ware helden worden bejubeld en teksten als “proud to be American”.
Bij de noordingang van het park was geen bliksem te doen, de paden waren diep bedekt met sneeuw en we hadden geen snowshoes of gamaschen bij ons. Dus gelijk weer door naar lagere gebieden om daar onze salades te eten. We namen de afslag naar Bieber, waarmee we van de Scenic Route afweken, maar de weg werd er alleen maar mooier van. Bij een pullout met mooie vergezichten over een vallei en bergtoppen aten we de salades, die echt fantastisch waren.
Bij Bieber gingen we linksaf de Bieber Lookout Road op, die zijn naam zeker geen eer aan deed, want we zaten in een enorme vlakke vlakte. Ik vraag me af of dit ook Great Basin gebied is, dus zonder afwatering? Het lijkt er namelijk wel op, alleen ligt het veel hoger en is het veel natter; de bodem was gewoon een moeras. Maar het was ook al zo verlaten, alleen af en toe een koe of wat bomen, voor zover die een grote bosbrand hadden overleefd.
Ergens op deze hele lange rechte weg, net voorbij de grens met Oregon, viel ik in slaap en werd pas wakker bij Klamath Falls. Onderweg hadden we de Running Y Ranch geboekt. We verwachtten een leuke boerderij aan het meer met een paar zolderkamers te huur, maar het blijkt een enorm resort te zijn met eigen golfbaan, ontworpen door Arnold Palmer. Wat een verrassing!
Ik zit dit nu te typen vanuit de bar bij het restaurant, terwijl de ondergaande zon zachte contouren maakt van de hiernaast gelegen hole 10. Er vloog zojuist een Bald Eagle voorbij. Als we morgenvroeg gaan spelen, kunnen we herten zien. Zelfs een beer was een half jaar geleden het terrein van het resort opgelopen. Mijn eerste indrukken van Oregon zijn positief: leuke mensen die graag actief zijn in de natuur. Je kunt overal kayakken, skieen, varen, jagen, hiken, enzovoorts.
Terug naar boven
Dag 15: Vrijdag 20 April 2018
Van: Klamath Falls, OR, United StatesVia: Crater lake National Park
Naar: Sunriver, OR, United States
Even tussendoor toerist zijn in plaats van reiziger. Wat wil zeggen dat we naar dingen kijken en weinig dingen meemaken of mensen ontmoeten.
De golfbaan bij Running Y was helemaal naar Marcel’s smaak, ik vond hem minder dan de Red Hawk qua lay-out, en ze hadden ons een latere tee-time moeten geven vanwege de rijp: de baan was nog lang niet klaar toen wij afsloegen. Wel mooie landschappen, vriendelijke greenkeepers en lag er perfect bij en op hole 1 kuierde een coyote rustig rond. Plus Bald Eagles boven je hoofd. Ook fijn hoe de huisjes mooi zijn weggewerkt in het bos.
Rit naar Crater Lake was erg mooi en het meer zelf, daar word je stil van. Hadden we mazzel met strakblauwe lucht. Wel een druk park, groot contrast met Lassen in de sneeuw. Pak sneeuw daar terwijl het niet eens heel hoog ligt. Hebben 1 mijl gewandeld van de scenic drive, genoten van het volgende uitzichtspunt, toen simpele hap bij cafetaria. Bezoekerscentrum aan de Rim viel tegen, Steel VC was wel erg mooi.
Geeindigd in Sunriver, wat volgens mij bestaat uit 1 heel groot resort met 4 golfbanen. Voelt desondanks zeker niet massaal aan (helpt ook dat het nu absoluut laagseizoen is). Ecologisch, kamer voelt als een blokhut (open haard!!! In de kamer ja!!!), heel groen, iedereen fietst, golfbaan naast onze kamer, meerdere restaurantjes in plaats van grote eetzalen. Gisteren in hot tub gelegen, vandaag gaan we golfen op Meadows.
Sunriver is er eentje om te houden om terug te keren. Bij Running Y heb ik dat gevoel dus niet.
De golfbaan bij Running Y was helemaal naar Marcel’s smaak, ik vond hem minder dan de Red Hawk qua lay-out, en ze hadden ons een latere tee-time moeten geven vanwege de rijp: de baan was nog lang niet klaar toen wij afsloegen. Wel mooie landschappen, vriendelijke greenkeepers en lag er perfect bij en op hole 1 kuierde een coyote rustig rond. Plus Bald Eagles boven je hoofd. Ook fijn hoe de huisjes mooi zijn weggewerkt in het bos.
Rit naar Crater Lake was erg mooi en het meer zelf, daar word je stil van. Hadden we mazzel met strakblauwe lucht. Wel een druk park, groot contrast met Lassen in de sneeuw. Pak sneeuw daar terwijl het niet eens heel hoog ligt. Hebben 1 mijl gewandeld van de scenic drive, genoten van het volgende uitzichtspunt, toen simpele hap bij cafetaria. Bezoekerscentrum aan de Rim viel tegen, Steel VC was wel erg mooi.
Geeindigd in Sunriver, wat volgens mij bestaat uit 1 heel groot resort met 4 golfbanen. Voelt desondanks zeker niet massaal aan (helpt ook dat het nu absoluut laagseizoen is). Ecologisch, kamer voelt als een blokhut (open haard!!! In de kamer ja!!!), heel groen, iedereen fietst, golfbaan naast onze kamer, meerdere restaurantjes in plaats van grote eetzalen. Gisteren in hot tub gelegen, vandaag gaan we golfen op Meadows.
Sunriver is er eentje om te houden om terug te keren. Bij Running Y heb ik dat gevoel dus niet.
Terug naar boven
Dag 16: Zaterdag 21 April 2018
Van: Sunriver, OR, United StatesVia: John Day Fossil Beds
Naar: Dayville, OR, United States
Eerst 18 holes golfen op de Meadows baan, met David en Daeson (of zo). Baan was vlak als Nederland, en leunde teveel op bunkers voor de moeilijkheid, maar wel perfect onderhouden en prima organisatie.
Al golfend kom je met elkaar aan de praat en het valt me op dat Amerikaanse loopbanen veel diverser zijn dan Nederlandse. Je zit een paar jaar in de Army, je werkt als zelfstandige in de bouw, je handelt wat op de beurs, je wordt skileraar... In Nederland moet je op je 15e al je profiel kiezen, waar je dan je hele leven aan vastzit.
Toen door naar de eindbestemming. Mijn breakfast burrito was de beste die ik ooit gehad heb, dus geen lunch nodig. Sunriver staat nu hoog op onze lijst “hier willen we graag heen terug”.
Helaas was weg naar de Lava Beds dicht. Doen we bij een volgend bezoek.
Weg vanaf Princeville was prachtig, meertje, bergen, bossen. Is wel flinke brand geweest in Ochoco Forest.
Bij Mitchell zagen we ineens afslag Painted Hills. Ik dacht dat die bij Dayville lag, maar niet dus. Zijweg genomen, was alleszins de moeite waard. Kleuren en strepen zijn surrealistisch.
Dayville bleek een ontzettend charmant gehucht. Eigenaar van Fish House Inn verwelkomde ons in het Nederlands! Grappig, want was ons door Amerikanen aangeraden. We kregen een leuke halve cottage, grappig ingericht. Edoch: het bleek best gehorig, dus de andere Linda in de andere kamer en wij hadden beperkte privacy. Ook was het matras niet je dattum.
Dayville Cafe was bij ons wel een hit. Eerlijk en lekker eten, alles huisgemaakt, goddelijke taarten en een serveerster van het type ‘grote mond, klein hartje’. Goede sfeer ook. Dayville is al met al echt een aanrader. Echt ons soort gehucht.
Al golfend kom je met elkaar aan de praat en het valt me op dat Amerikaanse loopbanen veel diverser zijn dan Nederlandse. Je zit een paar jaar in de Army, je werkt als zelfstandige in de bouw, je handelt wat op de beurs, je wordt skileraar... In Nederland moet je op je 15e al je profiel kiezen, waar je dan je hele leven aan vastzit.
Toen door naar de eindbestemming. Mijn breakfast burrito was de beste die ik ooit gehad heb, dus geen lunch nodig. Sunriver staat nu hoog op onze lijst “hier willen we graag heen terug”.
Helaas was weg naar de Lava Beds dicht. Doen we bij een volgend bezoek.
Weg vanaf Princeville was prachtig, meertje, bergen, bossen. Is wel flinke brand geweest in Ochoco Forest.
Bij Mitchell zagen we ineens afslag Painted Hills. Ik dacht dat die bij Dayville lag, maar niet dus. Zijweg genomen, was alleszins de moeite waard. Kleuren en strepen zijn surrealistisch.
Dayville bleek een ontzettend charmant gehucht. Eigenaar van Fish House Inn verwelkomde ons in het Nederlands! Grappig, want was ons door Amerikanen aangeraden. We kregen een leuke halve cottage, grappig ingericht. Edoch: het bleek best gehorig, dus de andere Linda in de andere kamer en wij hadden beperkte privacy. Ook was het matras niet je dattum.
Dayville Cafe was bij ons wel een hit. Eerlijk en lekker eten, alles huisgemaakt, goddelijke taarten en een serveerster van het type ‘grote mond, klein hartje’. Goede sfeer ook. Dayville is al met al echt een aanrader. Echt ons soort gehucht.
Terug naar boven
Dag 17: Zondag 22 April 2018
Van: Dayville, OR, United StatesVia: John Day Fossil Beds
Naar: Gooding, ID, United States
‘S ochtends eerst ontbeten bij Dayville Cafe, toen door naar het oostelijke deel van de Fossil Beds. VC was nog dicht, dus gelijk door naar de trailhead voor de Blue Canyon Overlook Trail. Prachtige wandeling met mooie vergezichten, later mooie inkijkjes in de fascinerende Blue Canyon. Tot slot ook nog de korte hike op de bodem van de canyon gedaan.
Inmiddels was het 11 uur en we hadden 5 ½ uur rijden voor ons, plus uur tijdsverschil, dus we besloten het VC en museum over te slaan.
Tot het plaatsje John Day bleef de weg erg mooi, deed me vaak aan Ierlamd denken. Daarna werd het vlakker, de bergen verder naar de achtergrond. Bij Bates gingen we het Malheur NF in en slingerde de weg door een uitgestrekt bos met scherpe bergpassen. Heel rustig en heel mooi.
Aan dat alles kwam een eind toen we de IS bereikten, qua route was die niet te vermijden. Onze eerste indruk van Idaho was dan ook helemaal verkeerd: we zagen snelweg, billboards, vlaktes, koeien, en algemene commerciele meuk terwijl de staat bekend staat om haar eenzaamheid & bergen & wildernis.
Na een eeuwigheid (afstand Amsterdam-Maastricht) konden we de weg af richting Gooding, wat nog een heel behoorlijk stadje bleek te zijn (3500 inwoners). Mooi is het niet; de historische gebouwen in het centrum staan er verwaarloosd bij. Onze B&B - The Gooding Hotel - is gelukkig wel liefdevol onderhouden. Maar weer een triestig verhaal (ik stel veel vragen, dus dan hoor je ook veel): deze B&B was ‘a dream come true’ voor mevrouw, maar zij lijdt sinds enige jaren aan ernstige fybromyalgie en kan eigenlijk niets meer. Alles komt nu op meneer neer. Het pand staat te koop, want ze willen bij hun kinderen in de buurt wonen.
Dat pand is mooi ingericht, maar toch denk ik dat ze het niet verkocht gaan krijgen: toen wij ‘s avonds in bed lagen, hoorden we namelijk een enorme herrie. Dat was zo’n kilometerslange goederentrein, de spoorlijn loopt pal langs het huis en omdat het een nistorisch houten huis is, klonk het alsof die trein over ons bed donderde. Om het nog erger te maken, loeide hij ook een volle minuut zijn toeter. Blijkbaar moet dat in de VS, want de hele nacht door bleven die treinen voorbij denderen, altijd met die toeter.
De volgende ochtend waren we helemaal kapot. Deze B&B krijgen ze nooit meer verkocht.
Inmiddels was het 11 uur en we hadden 5 ½ uur rijden voor ons, plus uur tijdsverschil, dus we besloten het VC en museum over te slaan.
Tot het plaatsje John Day bleef de weg erg mooi, deed me vaak aan Ierlamd denken. Daarna werd het vlakker, de bergen verder naar de achtergrond. Bij Bates gingen we het Malheur NF in en slingerde de weg door een uitgestrekt bos met scherpe bergpassen. Heel rustig en heel mooi.
Aan dat alles kwam een eind toen we de IS bereikten, qua route was die niet te vermijden. Onze eerste indruk van Idaho was dan ook helemaal verkeerd: we zagen snelweg, billboards, vlaktes, koeien, en algemene commerciele meuk terwijl de staat bekend staat om haar eenzaamheid & bergen & wildernis.
Na een eeuwigheid (afstand Amsterdam-Maastricht) konden we de weg af richting Gooding, wat nog een heel behoorlijk stadje bleek te zijn (3500 inwoners). Mooi is het niet; de historische gebouwen in het centrum staan er verwaarloosd bij. Onze B&B - The Gooding Hotel - is gelukkig wel liefdevol onderhouden. Maar weer een triestig verhaal (ik stel veel vragen, dus dan hoor je ook veel): deze B&B was ‘a dream come true’ voor mevrouw, maar zij lijdt sinds enige jaren aan ernstige fybromyalgie en kan eigenlijk niets meer. Alles komt nu op meneer neer. Het pand staat te koop, want ze willen bij hun kinderen in de buurt wonen.
Dat pand is mooi ingericht, maar toch denk ik dat ze het niet verkocht gaan krijgen: toen wij ‘s avonds in bed lagen, hoorden we namelijk een enorme herrie. Dat was zo’n kilometerslange goederentrein, de spoorlijn loopt pal langs het huis en omdat het een nistorisch houten huis is, klonk het alsof die trein over ons bed donderde. Om het nog erger te maken, loeide hij ook een volle minuut zijn toeter. Blijkbaar moet dat in de VS, want de hele nacht door bleven die treinen voorbij denderen, altijd met die toeter.
De volgende ochtend waren we helemaal kapot. Deze B&B krijgen ze nooit meer verkocht.
Terug naar boven
Dag 18: Maandag 23 April 2018
Van: Gooding, ID, United StatesVia: Craters of the Moon
Naar: West Yellowstone, MT, United States
Gelukkig meerdere kortere ritten voor vandaag en een suite met spabad geboekt voor vanavond. Eerst naar Craters of the Moon. Onderweg daarheen betrok de lucht en zodra we aankwamen begon de natte sneeuw. Geen vergezichten dus, maar wel lekker rustig. Het is een overzichtelijk klein park, bestaande uit een scenic drive met 7 stoppunten, bij ieder punt begint een kort wandelingetje. Alleen bij punt 6 heb je keuze uit 3 hikes: een kortere naar lavastronken, een loop van 3 km en een backcountry trail van een dag of wat. Zou ik persoonlijk niet in de zomer doen, want dan kan het 65 graden worden op het zwarte steen.
Daar hadden wij geen last van, het was plus drie. Na wandeling 1 en 2 wisten we het wel met al die lavaformaties, en die vlakte ziet er uit verschillende hoeken redelijk hetzelfde uit (desolaat). Wandeling 3 was een leuk klimmetje een heuvel op met mooie vergezichten. 4 tot en met 6 sloegen we over, in plaats daarvan gingen we naar de lavagrotten bij 7. Vooral Indian Tunnel vonden we best bijzonder: groot, veel kleuren rots, sneeuw op de bodem. We kwmaen een stel uit Oregon tegen dat vertelde dat de lava tunnels bij Sunriver veel groter waren. Ja, dat is dan voor de volgende keer.
Hierna een lange, rechte, stille weg naar het oosten. Blij dat we nu in West Yellowstone zijn, een supertoeristisch stadje in het uitgestorven laagseizoen. Ik ben moe, ga in bad bubbelen en heel vroeg slapen.
Daar hadden wij geen last van, het was plus drie. Na wandeling 1 en 2 wisten we het wel met al die lavaformaties, en die vlakte ziet er uit verschillende hoeken redelijk hetzelfde uit (desolaat). Wandeling 3 was een leuk klimmetje een heuvel op met mooie vergezichten. 4 tot en met 6 sloegen we over, in plaats daarvan gingen we naar de lavagrotten bij 7. Vooral Indian Tunnel vonden we best bijzonder: groot, veel kleuren rots, sneeuw op de bodem. We kwmaen een stel uit Oregon tegen dat vertelde dat de lava tunnels bij Sunriver veel groter waren. Ja, dat is dan voor de volgende keer.
Hierna een lange, rechte, stille weg naar het oosten. Blij dat we nu in West Yellowstone zijn, een supertoeristisch stadje in het uitgestorven laagseizoen. Ik ben moe, ga in bad bubbelen en heel vroeg slapen.
Terug naar boven
Dag 19: Dinsdag 24 April 2018
Van: West Yellowstone, MT, United StatesVia: Yellowstone National Park
Naar: West Yellowstone, MT, United States
Eén dagje Yellowstone: bewust zo gepland omdat er nog maar een paar wegen open zijn en geen enkele serieuze hike. En ik vroeg me af of de grote hype over dit park nou echt terecht is? Eerst maar eens een kijkje nemen.
Gelukkig goed geslapen, al is de Kelly Inn mijn type hotel niet. Alsof je bij je oudoom op visite bent. Oisterwijks Eiken qua stijl. De receptioniste had een jaren 50 kapsel met genoeg haarlak om veroordeeld te worden wegens chemische oorlogsvoering; we konden onze ogen niet van haar afhouden. En er zitten wat tokkies in het hotel. In het hele park trouwens ook. Je kunt een hoop zien op een paar stappen vanaf je auto, dat trekt volgevreten autojunkies met jengelende kinderen aan. Gelukkig is het in deze maand gewoon nog heel erg rustig.
Dus, uitgerust en met aardig wat scepsis het park in. Direct na de entree rechts op een wei een kudde bizons. Hop, daar ging mijn scepsis. Gave beesten! Ineens hoorden we piepende banden: een bijna-botsing tussen een auto die wegreed van de pullout en een passerende vrachtwagen. Waar was die automobilist door afgeleid? Door een groep bizons op de weg. Gewoon naast je auto!
Afijn, fast fowrard naar einde dag toen we tegen elkaar zeiden: “een bizon is niet bizonder”. Het stikte er dus van.
Vervolgens gingen we richting Old Faithful.
Gelukkig goed geslapen, al is de Kelly Inn mijn type hotel niet. Alsof je bij je oudoom op visite bent. Oisterwijks Eiken qua stijl. De receptioniste had een jaren 50 kapsel met genoeg haarlak om veroordeeld te worden wegens chemische oorlogsvoering; we konden onze ogen niet van haar afhouden. En er zitten wat tokkies in het hotel. In het hele park trouwens ook. Je kunt een hoop zien op een paar stappen vanaf je auto, dat trekt volgevreten autojunkies met jengelende kinderen aan. Gelukkig is het in deze maand gewoon nog heel erg rustig.
Dus, uitgerust en met aardig wat scepsis het park in. Direct na de entree rechts op een wei een kudde bizons. Hop, daar ging mijn scepsis. Gave beesten! Ineens hoorden we piepende banden: een bijna-botsing tussen een auto die wegreed van de pullout en een passerende vrachtwagen. Waar was die automobilist door afgeleid? Door een groep bizons op de weg. Gewoon naast je auto!
Afijn, fast fowrard naar einde dag toen we tegen elkaar zeiden: “een bizon is niet bizonder”. Het stikte er dus van.
Vervolgens gingen we richting Old Faithful.
Terug naar boven
Dag 20: Woensdag 25 April 2018
Van: West Yellowstone, MT, United StatesVia: Upper Mesa Falls, Grand Teton
Naar: Jackson, WY, United States
Terug naar boven
Dag 21: Donderdag 26 April 2018
Van: Jackson, WY, United StatesVia: Grand Teton, Bear Lake State Park
Naar: Ogden, UT, United States
Terug naar boven
Dag 22: Vrijdag 27 April 2018
Van: Ogden, UT, United StatesVia: Antelope Canyon State Park
Naar: Salt Lake City, UT, United States
Aantal keren bezocht: 4162