
Live reisverslag Tipsy_1: van Phoenix, AZ naar Phoenix, AZ
| Startdatum: | 2023-02-02 | Startpunt: | Phoenix, Arizona |
| Einddatum: | 2023-02-12 | Eindpunt: | Phoenix, Arizona |
| Aantal volwassenen: | 2 | Vervoermiddel heen & terug: | Vliegtuig (United Airlines) |
| Aantal kinderen: | 0 | Vervoermiddel ter plaatse: | Auto (Hertz SUV) |
Informatie, inleiding en conclusie:
Meer foto'sYuma & mini SW-USA roadtrip
2-12 februari 2023
Een zonnige winterreis uitgestippeld rondom de Yuma mega,
doorheen Arizona, California, en Nevada.
We hadden veel goeds gehoord over de Yuma mega, combineer dat met het feit dat we gek zijn op woestijnen, een hekel hebben aan de winter en in 2022 geen SW-woestijn gezien hadden: een februari reis naar het Zuidwesten paste perfect.
De highlights:
- De algehele sfeer, beleving en het geocachen rondom het Yuma mega event in de woestijn
- Eindelijk nog eens een nieuw land: Mexico!
- De mooie wandeling naar de oudste geocache van California in het Mount Laguna gebied
- Anza Borrego! Onze tweede keer hier en wij vinden het fanstastisch. Veel te doen
- Slapen in een (stenen) tent in het Wigwam Motel, zo’n leuk concept
- De vele lange lange lange treinen die we tegenkwamen
- Gewoon het rijden door al die mooie landschappen en veel stoppen
- Het wondermooie uitzicht inclusief fonteinenshow vanuit onze Vdara hotelkamer in Las Vegas
- De wandeling naar en door de Anniversary Narrows
- De verrassings-javelina’s in de Grand Canyon
- De Honey Citrus Mint Tea van Starbucks, oeps!
2-12 februari 2023
Een zonnige winterreis uitgestippeld rondom de Yuma mega,
doorheen Arizona, California, en Nevada.
We hadden veel goeds gehoord over de Yuma mega, combineer dat met het feit dat we gek zijn op woestijnen, een hekel hebben aan de winter en in 2022 geen SW-woestijn gezien hadden: een februari reis naar het Zuidwesten paste perfect.
De highlights:
- De algehele sfeer, beleving en het geocachen rondom het Yuma mega event in de woestijn
- Eindelijk nog eens een nieuw land: Mexico!
- De mooie wandeling naar de oudste geocache van California in het Mount Laguna gebied
- Anza Borrego! Onze tweede keer hier en wij vinden het fanstastisch. Veel te doen
- Slapen in een (stenen) tent in het Wigwam Motel, zo’n leuk concept
- De vele lange lange lange treinen die we tegenkwamen
- Gewoon het rijden door al die mooie landschappen en veel stoppen
- Het wondermooie uitzicht inclusief fonteinenshow vanuit onze Vdara hotelkamer in Las Vegas
- De wandeling naar en door de Anniversary Narrows
- De verrassings-javelina’s in de Grand Canyon
- De Honey Citrus Mint Tea van Starbucks, oeps!
Route van dag tot dag:
| Dag 1: | Newark, NJ naar Phoenix, AZ |
| Dag 2: | Phoenix, AZ naar Yuma, AZ |
| Dag 3: | Yuma, AZ naar Yuma, AZ |
| Dag 4: | Yuma, AZ naar Yuma, AZ |
| Dag 5: | Yuma, AZ naar Borrego Springs, AZ |
| Dag 6: | Borrego Springs, AZ naar San Bernardino, CA |
| Dag 7: | San Bernardino, CA naar Las Vegas, NV |
| Dag 8: | Las Vegas, NV naar Las Vegas, NV |
| Dag 9: | Las Vegas, NV naar Williams, AZ |
| Dag 10: | Williams, AZ naar Tucson, AZ |
| Dag 11: | Tucson, AZ naar Phoenix, AZ |
Terug naar boven
Dag 1: Donderdag 2 Februari 2023
Van: Newark, NJ, United StatesNaar: Phoenix, AZ, United States
2 februari – HEENVLUCHT > CHANDLER, AZ - we zijn er mee weg!!!
Goed op tijd vertrokken we naar de luchthaven Newark– we moesten immers nog parkeren en dat deden we deze keer op Economy parking P6. Dat betekende een vervelende shuttle bus. Nadat we doorhadden waar we mochten opstappen, arriveerden we een dik kwartier later op Terminal C. Alles verliep vlotjes zodat we al gauw aan een bar zaten – alles bestellen via computerschermen, bah! Om 6u50 pm zou onze vlucht UA759 naar Phoenix vertrekken – en ik had onszelf verwend met First Class. Heel veel stelt dat domestic in de US niet voor, maar we hadden wel heerlijke lie flat zetels en dus lekker veel plaats. Het eten was ook behoorlijk lekker en de bediening United-stijl lekker stug. Met een klein beetje vertraging vertrokken we voor een vlucht van 5.5 uur. Vlotjes als eerste uit het vliegtuig, even wachten op onze koffer, en met de skytram (geen bus, joepie) naar het mooie car rental center waar we meteen doormochten naar de Hertz President’s Circle. Nog eens zelf kiezen – niet simpel maar uiteindelijk kozen we voor een zwarte GMC Terraine met veel opties en heel belangrijk 4WD. Heel content reden we de laatste 20 minuten loodjes naar ons hotel. Een mooi hotel met heerlijke bedden waar we graag zo snel mogelijk invielen voor een jammer genoeg korte nacht. Hotel: Best Western Chandler Hotel & Suites, lekker comfortabel.
Goed op tijd vertrokken we naar de luchthaven Newark– we moesten immers nog parkeren en dat deden we deze keer op Economy parking P6. Dat betekende een vervelende shuttle bus. Nadat we doorhadden waar we mochten opstappen, arriveerden we een dik kwartier later op Terminal C. Alles verliep vlotjes zodat we al gauw aan een bar zaten – alles bestellen via computerschermen, bah! Om 6u50 pm zou onze vlucht UA759 naar Phoenix vertrekken – en ik had onszelf verwend met First Class. Heel veel stelt dat domestic in de US niet voor, maar we hadden wel heerlijke lie flat zetels en dus lekker veel plaats. Het eten was ook behoorlijk lekker en de bediening United-stijl lekker stug. Met een klein beetje vertraging vertrokken we voor een vlucht van 5.5 uur. Vlotjes als eerste uit het vliegtuig, even wachten op onze koffer, en met de skytram (geen bus, joepie) naar het mooie car rental center waar we meteen doormochten naar de Hertz President’s Circle. Nog eens zelf kiezen – niet simpel maar uiteindelijk kozen we voor een zwarte GMC Terraine met veel opties en heel belangrijk 4WD. Heel content reden we de laatste 20 minuten loodjes naar ons hotel. Een mooi hotel met heerlijke bedden waar we graag zo snel mogelijk invielen voor een jammer genoeg korte nacht. Hotel: Best Western Chandler Hotel & Suites, lekker comfortabel.
Terug naar boven
Dag 2: Vrijdag 3 Februari 2023
Van: Phoenix, AZ, United StatesVia: Gila Petroglyphs, Barry Goldwater Bombing Range, Yuma
Naar: Yuma, AZ, United States
3 februari – CHANDLER, AZ> YUMA, AZ - op naar de eerste Yuma events!
Na het hotelontbijt vertrokken we vroeg, om half 7 toen het nog donker was. We volgden een weg zuidwaarts – eerst was het druk maar het werd al gauw rustig terwijl we door de woestijn reden en de zon opkwam, en we de eerste grote cactussen zagen. In Gila Bend stopen we nog bij enkele beelden, een echt western dorpje was het hier. Het laatste deel van de 2.5 u rijden naar Yuma ging over de interstate I8 westwaarts door eindeloze woestijnvlaktes en op het einde ook een bergpas. Zo kwamen we bij een soort voorstad van Yuma, de Fortuna Foothills. Het zijn hier vooral ommuurde developments van lage huisjes en RV parken – een plaats waar de snowbirds naar toe komen (en allemaal op dorre zandgrond dicht op elkaar gaan zitten, brrrr). De timing was ons goed gelukt want we waren op tijd voor ons eerste geocaching event “Meet & Greet at the Gila Petroglyphs ver 2.0”. Vanaf een residential area aan de rand van de woestijn moesten we hier een eindje wandelen maar er stonden al veel geocachers geparkeerd. We legden onze (dure op voorhand gekochte) permit van de Arizona state lands op het dashboard, deden de wandelschoenen aan en daar gingen we, een spoor van geocachers voor ons volgend (en voorbij stekend). Anders had ik het allicht niet gevonden, want het pad ging om een berg heen, door een soort wash, en dan vrij pittig over stenen boulders bergop in een canyon. Mooie uitzichten en eenzame cactussen her en der. Heel heel stenig was het hier. We troffen een groep geocachers aan bij de petroglyps – erg tof vonden we deze setting. Na wat babbelen, was het tijd voor de terugwandeling. We waren veel veel rapper dan de andere (oudere) geocachers, en zo kwamen we weer bij de auto. Overigens was het wel warm, maar niet zonnig.
Eerst tijd voor de lunch want we waren al lang wakker – daarvoor lieten we elk een lekker broodje maken bij de Subway in Foothills. Het viel ons op hoe vriendelijk iedereen hier was! We reden een stukje terug oostwaarts – op naar een gigantisch groot woestijngebied de Barry Goldwater Bombing Range. Dit is een gebied van het leger; ik denk dat ze hier oefenen. Op voorhand had ik hier permits voor geregeld (inclusief verplicht kijken naar een lange safety video) plus online ingechecked. We liepen hier dus legaal rond – gelukkig maar want we zagen veel leger mannetjes op een soort oefengebied bij de start. De brouwerij voor de ingang waren we ook met spijt voorbijgereden – misschien voor een volgende keer onthouden – want nu was het tijd voor desert-powertrail-geocachen, een van onze liefste bezigheden. Onze SUV stoebberde vrolijk door het stand en wij ook, met prachtige woestijnflora (veel cacti ook saguaro’s maar ook struiken en wat gele bloemen). We kwamen enkele andere geocachers tegen en ook herhaaldelijk ATV’s en border patrol (verschillende keren! Blijkbaar zijn er die dag ook illegale Mexicanen uit het gebied gehaald, brrrr). Het was heerlijk hier urenlang rond te rijden – al bij al toch vrij eenzaam – en pottekes te zoeken. Van het leger-doel van de plaats zagen we wat sporen: een in scene gezet neergestort vliegtuigje en valse tanks.
Rond een uur of vier hadden we onze serie wherigo geoart caches voltooid en maakten we toch wel met spijt in het hart rechtsomkeer (we konden ons hier nog dagen vermaken) en trokken we nu echt naar Yuma voor het tweede event van onze Yuma-mega-themed verlof het “Yuma "Answer the Call" Flash Mob” event in historic downtown. Yuma heeft net als vele kleinere steden in de US een best wel leuke main street, met wat barretjes. We verzamelden met honderden andere geocachers bij de fontein (mooi plekje) waar iets gek gebeurde met uitgedeelde bananen – Roel zakte het liefst door de grond maar doorstond het dapper. We spendeerden de rest van de avond al geocachend in Yuma, heel tof want we kwamen natuurlijk heel de tijd geocachers tegen. We deden oa een serie labcaches langs oude gebouwen, langs brouwerijen en langs beschilderde vuilbakmuren. Alle eet en drinkgelegenheden zaten jammer genoeg stampvol maar we vonden toch een plaatsje aan de bar van het sfeervolle Lutes Casino. Echt (vet) bareten maar wel een leuke sfeer.
Ons bobijntje was na een korte nacht en een intense dag wel op en we verlangden naar ons motelbed. Eerst nog boodschappen (koelbox en dergelijke) halen in de Walmart Supercener en dan op naar de Motel 6 – we kregen een grote kamer maar toch niet 100% proper genoeg voor ons dus voor de komende dagen annuleerde ik al snel om mijn back up reservering van de Best Western te behouden. Slapen ging nog niet, we hadden immers nog ons eigen “nacht” (11pm) eventje op een nabijgelegen parkinglot. Ai ai! Toch maar even gaan liggen en de oogjes toen om na een uurtje met de wekker weer op te staan en ons naar de parking lot te slepen (te rijden) voor wat een verrassend leuke meet & greet met grote opkomst werd. Onze eerste dag Yuma met 3 events was alleszins een succes! We waren superblij terug in de woestijn te zijn, ons geliefde biotoop gek genoeg voor roadtrips. Overnachting: Motel 6, Yuma. Geen hoogvlieger.
Na het hotelontbijt vertrokken we vroeg, om half 7 toen het nog donker was. We volgden een weg zuidwaarts – eerst was het druk maar het werd al gauw rustig terwijl we door de woestijn reden en de zon opkwam, en we de eerste grote cactussen zagen. In Gila Bend stopen we nog bij enkele beelden, een echt western dorpje was het hier. Het laatste deel van de 2.5 u rijden naar Yuma ging over de interstate I8 westwaarts door eindeloze woestijnvlaktes en op het einde ook een bergpas. Zo kwamen we bij een soort voorstad van Yuma, de Fortuna Foothills. Het zijn hier vooral ommuurde developments van lage huisjes en RV parken – een plaats waar de snowbirds naar toe komen (en allemaal op dorre zandgrond dicht op elkaar gaan zitten, brrrr). De timing was ons goed gelukt want we waren op tijd voor ons eerste geocaching event “Meet & Greet at the Gila Petroglyphs ver 2.0”. Vanaf een residential area aan de rand van de woestijn moesten we hier een eindje wandelen maar er stonden al veel geocachers geparkeerd. We legden onze (dure op voorhand gekochte) permit van de Arizona state lands op het dashboard, deden de wandelschoenen aan en daar gingen we, een spoor van geocachers voor ons volgend (en voorbij stekend). Anders had ik het allicht niet gevonden, want het pad ging om een berg heen, door een soort wash, en dan vrij pittig over stenen boulders bergop in een canyon. Mooie uitzichten en eenzame cactussen her en der. Heel heel stenig was het hier. We troffen een groep geocachers aan bij de petroglyps – erg tof vonden we deze setting. Na wat babbelen, was het tijd voor de terugwandeling. We waren veel veel rapper dan de andere (oudere) geocachers, en zo kwamen we weer bij de auto. Overigens was het wel warm, maar niet zonnig.
Eerst tijd voor de lunch want we waren al lang wakker – daarvoor lieten we elk een lekker broodje maken bij de Subway in Foothills. Het viel ons op hoe vriendelijk iedereen hier was! We reden een stukje terug oostwaarts – op naar een gigantisch groot woestijngebied de Barry Goldwater Bombing Range. Dit is een gebied van het leger; ik denk dat ze hier oefenen. Op voorhand had ik hier permits voor geregeld (inclusief verplicht kijken naar een lange safety video) plus online ingechecked. We liepen hier dus legaal rond – gelukkig maar want we zagen veel leger mannetjes op een soort oefengebied bij de start. De brouwerij voor de ingang waren we ook met spijt voorbijgereden – misschien voor een volgende keer onthouden – want nu was het tijd voor desert-powertrail-geocachen, een van onze liefste bezigheden. Onze SUV stoebberde vrolijk door het stand en wij ook, met prachtige woestijnflora (veel cacti ook saguaro’s maar ook struiken en wat gele bloemen). We kwamen enkele andere geocachers tegen en ook herhaaldelijk ATV’s en border patrol (verschillende keren! Blijkbaar zijn er die dag ook illegale Mexicanen uit het gebied gehaald, brrrr). Het was heerlijk hier urenlang rond te rijden – al bij al toch vrij eenzaam – en pottekes te zoeken. Van het leger-doel van de plaats zagen we wat sporen: een in scene gezet neergestort vliegtuigje en valse tanks.
Rond een uur of vier hadden we onze serie wherigo geoart caches voltooid en maakten we toch wel met spijt in het hart rechtsomkeer (we konden ons hier nog dagen vermaken) en trokken we nu echt naar Yuma voor het tweede event van onze Yuma-mega-themed verlof het “Yuma "Answer the Call" Flash Mob” event in historic downtown. Yuma heeft net als vele kleinere steden in de US een best wel leuke main street, met wat barretjes. We verzamelden met honderden andere geocachers bij de fontein (mooi plekje) waar iets gek gebeurde met uitgedeelde bananen – Roel zakte het liefst door de grond maar doorstond het dapper. We spendeerden de rest van de avond al geocachend in Yuma, heel tof want we kwamen natuurlijk heel de tijd geocachers tegen. We deden oa een serie labcaches langs oude gebouwen, langs brouwerijen en langs beschilderde vuilbakmuren. Alle eet en drinkgelegenheden zaten jammer genoeg stampvol maar we vonden toch een plaatsje aan de bar van het sfeervolle Lutes Casino. Echt (vet) bareten maar wel een leuke sfeer.
Ons bobijntje was na een korte nacht en een intense dag wel op en we verlangden naar ons motelbed. Eerst nog boodschappen (koelbox en dergelijke) halen in de Walmart Supercener en dan op naar de Motel 6 – we kregen een grote kamer maar toch niet 100% proper genoeg voor ons dus voor de komende dagen annuleerde ik al snel om mijn back up reservering van de Best Western te behouden. Slapen ging nog niet, we hadden immers nog ons eigen “nacht” (11pm) eventje op een nabijgelegen parkinglot. Ai ai! Toch maar even gaan liggen en de oogjes toen om na een uurtje met de wekker weer op te staan en ons naar de parking lot te slepen (te rijden) voor wat een verrassend leuke meet & greet met grote opkomst werd. Onze eerste dag Yuma met 3 events was alleszins een succes! We waren superblij terug in de woestijn te zijn, ons geliefde biotoop gek genoeg voor roadtrips. Overnachting: Motel 6, Yuma. Geen hoogvlieger.
Terug naar boven
Dag 3: Zaterdag 4 Februari 2023
Van: Yuma, AZ, United StatesVia: Fortuna Foothills, Laguna Dam, Castle Dome ghost town, US army testing range, Yuma
Naar: Yuma, AZ, United States
4 februari – YUMA - een discovery tour rondom Yuma
Pas na middernacht in ons bed. Geeuw, het was een korte nacht want rond 7u vertrokken we al, na een snel coolbox ontbijtje bij de auto, terwijl de zon net opkwam. Het eerste geocaching event was immers al om half 8, en weer bij Foothills, dat was het “DISCOVER YUMA SERIES #9” event. De geocachers stroomden weer toe, op een erg toffe locatie, namelijk Martha’s Vineyard op een dadelfarm. Dadels groeien blijkbaar in erg mooie hoge palmbomen. Jammer genoeg was het bijhorende cafeetje nog dicht, maar bij het event kraampje kreeg ik mijn (mooie) event T-shirt en om 8 u werden de discovery series paspoorten uitgereikt. Je moest heel wat plaatsen rondom Yuma bezoeken, soms met geocache, om dan de “micro in the rocks” geocoin als beloning te krijgen. Wij begonnen daar dus ook aan, allemaal rondom Foothills maar vooral gefocust op andere geocaches en er zijn er zo veel leuke daar in de woestijn! We kwamen natuurlijk weer overal geocachers tegen. Onze favorieten waren een korte dirt road in de woestijn letterbox en een rit door heel zanderig woestijngebied met veel caches waarvoor we echt te voet en met de auto door het zand trokken (en daar ergens in de middle of nowhere iemand target shooting aan het doen was, eekes!). Heel heel veel zand “gewreten” bij het geocachen die ochtend, met op de achtergrond de mooie bergen. Bij een van de geocaches (bij zo’n RV woonpark voor snowbirds) fladderde een kolibritje rond, zo leuk. Yuma noemt zichzelf de “sunniest place on planet earth” en waar het gisteren bewolkt was, klopte het vandaag alleszins wel.
Geleidelijk zakten we westwaarts af. Eerst langs de peanut patch shop waar Roel verschillende soorten verse noten kocht, en ook langs verschillende irrigatiekanalen en een heel heel zanderige dirt road (de 4x4 had er zijn werk aan). Die irrigatiekanalen zijn enorm speciaal – ze verbinden met de Colorado rivier, yeps die rivier die we zo goed kennen van eerdere roadtrips. Tegen de middag hielden we het bekeken met de discovery tour, want heel bijzondere plaatsen toonde die ons niet. We trokken naar de streek ten noorden van Yuma, en kwamen terecht in eindeloze velden vol sla in alle kleuren, kolen, broccoli, ... Allemaal “gevoed” door die irrigatiekanalen. Hoe bijzonder.... Het contrast met de dorre zand en steenvlakten is gigantisch. We zagen hoe grote groepen landarbeiders (Mexicanen?) met een soort bussen naar de velden gebracht werden en hoe plukmachines (waar alles meteen in kartonnen dozen verpakt werd) werden ingezet. De boeren zelf woonden te midden van de velden in relatief kleine huisjes. Tussen de bergen en wat boomgaarden door gingen we naar de streek van de Laguna dam. Hier wordt denk ik de Colorado rivier afgedamd en vertrekken heel wat irrigatie kanalen. Veel groen, en rietvelden hier. In de verkommerde picnic area van Betty’s kitchen wildlife area hielden we onze picnic en via de swatiska bridge (brug over niks) met zicht op de grote kanalen en veel riet en wat palmbomen reden we terug. Mmm gekke streek.
Als volgende plek had ik een ghosttown in gedachten, maar daarvoor moeten we bijna weer tot aan Yuma/Foothills rijden en dan weer wat naar het noorden, voor de 10 mijl lange dokkerende stenige dirt road. Deze ging door de army grounds “yuma proving grounds” met veel waarschuwingsborden, en door een gebied met prachtige woestijn vegetatie (veel cactussen en wat bloemen) tot wat dieper de bergen in. Castle Dome ghost town was alleszins prachtig gelegen. Het stadje werd gesticht in 1865 voor lood/zilvermijn bouw en werd een aantal jaren gereden “gered” en gerenoveerd en er werden ook andere authentieke gebouwen naar toe gebracht. Een beetje te toeristisch naar onze zin maar wel echt goed gedaan en erg sfeervol, je mocht overal in en overal aankomen en de binnenkant van de 50 gebouwen zat ook vol oude spullen. Er was een saloon, jail, jurken winkel, zagenwinkel, machinery, blacksmith shop,.... Zeker de moeite, ook al door de rit en ligging (het ligt toch wel een uurtje rijden van Yuma centrum). Op de terugweg stopten we ook bij de grote tanks die we hadden zien staan op de heenweg. Veel veel US army legergebieden hier (US army testing range/proving grounds) en goed beveiligd. We keken wat rond naar de tanks, oude helicopters en dergelijk langs de weg en via een andere route reden we langs verrassend genoeg weer rietvelden terug naar Yuma. We passeerden natuurlijk ook weer de nodige akkers met sla en ook een museum dat er erg tof uitzag, het Cloud museum met een grote collectie oude auto’s (Fort T’s) en dergelijke.
We moesten ons wel weer wat haasten want we wilden het avond geocaching event “Corn in the sand” niet missen. Hier stonden heel veel geocachers te babbelen langs de Colorado rivier. Dat is hier maar een vrij zielig stroompje in vergelijking met wat je verwacht op basis van de dammen in Utah/Arizona/Nevada! Wel heel groen met riet en palmbomen. Na het event reden we nog wat rond in het gebied ten westen van Yuma, dat was weer bomvol akkerbouw, dijken, palmbomen hier en daar en ook... een soort ijzeren gordijn, de grens met Mexico (hier ook gevormd door de rivier). Heel bijzonder. Ondertussen hadden we ook al onze antwoorden voor ons discovery paspoort met wat hulp van andere bevriende cachers gevonden. Het werd donker en na een mooie sunset in dit merkwaardige gebied reden we naar het centrum voor ons avondeten bij de vriendelijk Denny’s. Smaakte uitstekend en we maakten als afsluiter nog een flinke wandeling door het centrum van Yuma voor naar ons hotel te trekken, deze keer de Best Western waar het heel druk was. Het was weer een top geo-dag geweest! Overnachting: Best Western Yuma Mall, groot en hectisch
Pas na middernacht in ons bed. Geeuw, het was een korte nacht want rond 7u vertrokken we al, na een snel coolbox ontbijtje bij de auto, terwijl de zon net opkwam. Het eerste geocaching event was immers al om half 8, en weer bij Foothills, dat was het “DISCOVER YUMA SERIES #9” event. De geocachers stroomden weer toe, op een erg toffe locatie, namelijk Martha’s Vineyard op een dadelfarm. Dadels groeien blijkbaar in erg mooie hoge palmbomen. Jammer genoeg was het bijhorende cafeetje nog dicht, maar bij het event kraampje kreeg ik mijn (mooie) event T-shirt en om 8 u werden de discovery series paspoorten uitgereikt. Je moest heel wat plaatsen rondom Yuma bezoeken, soms met geocache, om dan de “micro in the rocks” geocoin als beloning te krijgen. Wij begonnen daar dus ook aan, allemaal rondom Foothills maar vooral gefocust op andere geocaches en er zijn er zo veel leuke daar in de woestijn! We kwamen natuurlijk weer overal geocachers tegen. Onze favorieten waren een korte dirt road in de woestijn letterbox en een rit door heel zanderig woestijngebied met veel caches waarvoor we echt te voet en met de auto door het zand trokken (en daar ergens in de middle of nowhere iemand target shooting aan het doen was, eekes!). Heel heel veel zand “gewreten” bij het geocachen die ochtend, met op de achtergrond de mooie bergen. Bij een van de geocaches (bij zo’n RV woonpark voor snowbirds) fladderde een kolibritje rond, zo leuk. Yuma noemt zichzelf de “sunniest place on planet earth” en waar het gisteren bewolkt was, klopte het vandaag alleszins wel.
Geleidelijk zakten we westwaarts af. Eerst langs de peanut patch shop waar Roel verschillende soorten verse noten kocht, en ook langs verschillende irrigatiekanalen en een heel heel zanderige dirt road (de 4x4 had er zijn werk aan). Die irrigatiekanalen zijn enorm speciaal – ze verbinden met de Colorado rivier, yeps die rivier die we zo goed kennen van eerdere roadtrips. Tegen de middag hielden we het bekeken met de discovery tour, want heel bijzondere plaatsen toonde die ons niet. We trokken naar de streek ten noorden van Yuma, en kwamen terecht in eindeloze velden vol sla in alle kleuren, kolen, broccoli, ... Allemaal “gevoed” door die irrigatiekanalen. Hoe bijzonder.... Het contrast met de dorre zand en steenvlakten is gigantisch. We zagen hoe grote groepen landarbeiders (Mexicanen?) met een soort bussen naar de velden gebracht werden en hoe plukmachines (waar alles meteen in kartonnen dozen verpakt werd) werden ingezet. De boeren zelf woonden te midden van de velden in relatief kleine huisjes. Tussen de bergen en wat boomgaarden door gingen we naar de streek van de Laguna dam. Hier wordt denk ik de Colorado rivier afgedamd en vertrekken heel wat irrigatie kanalen. Veel groen, en rietvelden hier. In de verkommerde picnic area van Betty’s kitchen wildlife area hielden we onze picnic en via de swatiska bridge (brug over niks) met zicht op de grote kanalen en veel riet en wat palmbomen reden we terug. Mmm gekke streek.
Als volgende plek had ik een ghosttown in gedachten, maar daarvoor moeten we bijna weer tot aan Yuma/Foothills rijden en dan weer wat naar het noorden, voor de 10 mijl lange dokkerende stenige dirt road. Deze ging door de army grounds “yuma proving grounds” met veel waarschuwingsborden, en door een gebied met prachtige woestijn vegetatie (veel cactussen en wat bloemen) tot wat dieper de bergen in. Castle Dome ghost town was alleszins prachtig gelegen. Het stadje werd gesticht in 1865 voor lood/zilvermijn bouw en werd een aantal jaren gereden “gered” en gerenoveerd en er werden ook andere authentieke gebouwen naar toe gebracht. Een beetje te toeristisch naar onze zin maar wel echt goed gedaan en erg sfeervol, je mocht overal in en overal aankomen en de binnenkant van de 50 gebouwen zat ook vol oude spullen. Er was een saloon, jail, jurken winkel, zagenwinkel, machinery, blacksmith shop,.... Zeker de moeite, ook al door de rit en ligging (het ligt toch wel een uurtje rijden van Yuma centrum). Op de terugweg stopten we ook bij de grote tanks die we hadden zien staan op de heenweg. Veel veel US army legergebieden hier (US army testing range/proving grounds) en goed beveiligd. We keken wat rond naar de tanks, oude helicopters en dergelijk langs de weg en via een andere route reden we langs verrassend genoeg weer rietvelden terug naar Yuma. We passeerden natuurlijk ook weer de nodige akkers met sla en ook een museum dat er erg tof uitzag, het Cloud museum met een grote collectie oude auto’s (Fort T’s) en dergelijke.
We moesten ons wel weer wat haasten want we wilden het avond geocaching event “Corn in the sand” niet missen. Hier stonden heel veel geocachers te babbelen langs de Colorado rivier. Dat is hier maar een vrij zielig stroompje in vergelijking met wat je verwacht op basis van de dammen in Utah/Arizona/Nevada! Wel heel groen met riet en palmbomen. Na het event reden we nog wat rond in het gebied ten westen van Yuma, dat was weer bomvol akkerbouw, dijken, palmbomen hier en daar en ook... een soort ijzeren gordijn, de grens met Mexico (hier ook gevormd door de rivier). Heel bijzonder. Ondertussen hadden we ook al onze antwoorden voor ons discovery paspoort met wat hulp van andere bevriende cachers gevonden. Het werd donker en na een mooie sunset in dit merkwaardige gebied reden we naar het centrum voor ons avondeten bij de vriendelijk Denny’s. Smaakte uitstekend en we maakten als afsluiter nog een flinke wandeling door het centrum van Yuma voor naar ons hotel te trekken, deze keer de Best Western waar het heel druk was. Het was weer een top geo-dag geweest! Overnachting: Best Western Yuma Mall, groot en hectisch
Terug naar boven
Dag 4: Zondag 5 Februari 2023
Van: Yuma, AZ, United StatesVia: Yuma, Territorial Prison, Imperial San Dune, Holtville Hot Springs, Salvation Mountain, Slab City
Naar: Yuma, AZ, United States
5 februari – YUMA - een MEGA dag eindigend met een trip naar het wetteloze Slab City
De eerste zoektocht van de dag was het vinden van de ontbijt ruimte van het hotel, in een apart gebouwtje. Dit hotel was echt een doolhof en gisterenavond hadden we ook flink moeten rondrijden om onze kamer te vinden. Missie geslaagd, en al tijdens het ontbijt konden we babbelen met geocachers en locals. We startten de dag met het zoeken naar een aantal speciale high favo geocaches in Yuma. De leukste was toch wel zeker diegene die met een deurtje in een palmboom zat. We verkenden ook het hele grote en zo’n beetje op een heuvel gelegen pioneer cemetery van Yuma. Een stoffige bedoening en een heel speciaal kerkhof, anders-dan-anders. Sommige graven waren eerder pronkgraven (mexican style?), sommige waren eerder massagraven, sommige waren kleurrijk,...
En dan was het tijd om naar de Mega te trekken, die vond plaats in het park aan de Colorado waar we gisteren ook al waren, het West Wetlands Park. Een mooi aangelegd park (het is nog niet helemaal af) met wandelpaden en nogal sjieke vijvers. Rondom de vijvers stonden al de geocaching kraampjes. Eerste prioriteit was onze coin van de discovery serie van gisteren ophalen. De grote log tekenen, de winkeltjes bekijken, de reserve container tafel bezoeken, het kraampje met Jeremy Irish, en veel bekenden tegenkomen.... Daarna was het tijd voor een lange (en warme, want de zon scheen weer vrolijk) wandeling langs de geocaches in het park. Het leukste was de humming bird garden want inderdaad, rond de bloeiende struiken zoefde het vol kolibri’s. Super leuk! De terugwandeling ging via het pad parallel aan de Colorado, de Charles Flynn trail. Heel groen want hier zijn veel bosjes en dus ook heel veel vogels.
Rond de middag was het tijd om het mega-gebeuren achter ons te laten en verder de streek te gaan verkennen. Eerst picnic tijd en daarvoor trokken we naar het terrein van de Yuma Territorial Prison, een soort state park dat je kan bezoeken en onderaan de heuvel ook met grote picnic area. Als je de heuvel beklom, kon je ook het naamloze kerkhof gaan bekijken. Na onze picnic onder de grote bomen (ja, hier was het weer groen en aan de overkant van de rivier zagen we weer rietvelden/wetlands volgden we met de auto nog een vrij spannende weg langs een groot irrigatie kanaal – opvallend, de dijk bestond uit verbrand schelpjes? En via de bovenkant van de dijk reden we terug. Nog een stop bij de bekende en blijkbaar nogal speciale brug de Ocean to ocean bridge (uit 1915 en blijkbaar nogal innovatief in die tijd). We reden nu Westwaarts waar je al snel in Californie bent. Eerste stop was bij een uitzichtpunt op de Colorado river (ene kant Arizona, andere kant California). En daarna bij Pilot Knob (een speciale berg), waar we ook (duur) tankten. Vanaf hier deden we een geocaching trailtje parallel aan de autostrade in de dorre woestijn. Zo kwamen we bij de Imperial Sand Dunes, een groot en bijzonder zandgebied. Heel mooi ware het niet dat alle duinen vol sporen van ATV’s stonden, zo jammer! Dat viel dus een beetje tegen, maar langs de interstate zagen we toch mooie duinen en wat verder volgden we weer een geotrailtje tot Holtville Hot springs. Een prachtige oase met warm water! En met een mini badder plaats en wat mislukte hippies. Toch wel bijzonder. Vanaf Holtville ging het noordelijker richting Salton Sea door velden vol groenten. Deze keer geen salaat maar vooral wortels en wat ook opviel waren de heel heel talrijke kleine witte reigertjes.
Zo kwamen we na door enkele zeer desolate armetierige rommeldorpjes gereden te hebben, bij het andere hoofddoel van de dag: Salvation Mountain! Een exentrieke godsminnende kunstenaar begon hier ooit een berg te bekladden met verf (er zitten ook strooibalen onder). Of het is helemaal man made, dat weet ik niet. Te midden van dorre hele dorre woestijn, de Sonoran Desert. Heel heel kleurrijk en fotogeniek tegen de blauwe lucht. Met allemaal boodschappen van love en god. En er wordt altijd aan gewerkt want het is nogal kwetsbaar (door recente stortregens konden we helaas het “gele pad” tot de top ook niet op). Er staan ook wat fotogenieke bekladde wagens rond. Bijzonder allemaal. Nog bijzonderder was het “stadje” achter Salvation Mountain: Slab City. “The last free place” waar enkel excentriekelingen wonen die zich niet helemaal thuis voelen in de maatschappij. Er zijn enkel dirt roads. Er is geen waterleiding, riool, electrictiet, afvalophaling of orde handhaving. Een”wetteloos” stadje met huizen grotendeels bestaande uit caravans (dat zijn de luxe huizen) of afval/panelen/doeken/platen. Veel veel rommel overal en alternatieve kunst. Boodschappen tegen de maatschappij. We keken onze ogen uit. Wat een zooitje. In de winter wonen er veel snowbirds – in de zomer slechts 150 mensen. We zochten er enkele geocaches al was ik niet helemaal op mijn gemak. Bij het “openluchtmuseum” (euheum) vol kunst East Jesus en werden we vriendelijk onthaald. We kregen allerlei uitleg: ze wilden hier iets doen aan het vele afval in de maatschappij. Nu, dan hadden ze nog veel werk in Slab City. We passeerden ook nog over hun kerkhof en maakten ons dan bij sunset, na een stop bij de shoe tree, toch maar uit de voeten. De rustige woestijn werd in Slab City ondertussen toch wel heel erg lawaaiierig. Heel uniek....
Helaas werd het al donker..... We reden nog langs het geothermisch gebied rondom de Salton Sea. Hier zit warmte onder de grond die benut wordt om electriciteit te genereren. We zagen zowaar ook “mud pots” (ontstaan door hete modder) maar helaas mocht je daar niet bij. En dan was het tijd om terug te rijden, helaas in het pikdonker, naar Yuma. We reden recht naar Denny’s voor weer lekker avondeten, en daarna deed ons bed in de Best Western, waar het gelukkig rustiger was dan de avond ervoor, weer enorm deugd. Overnachting: Best Western Yuma Mall
De eerste zoektocht van de dag was het vinden van de ontbijt ruimte van het hotel, in een apart gebouwtje. Dit hotel was echt een doolhof en gisterenavond hadden we ook flink moeten rondrijden om onze kamer te vinden. Missie geslaagd, en al tijdens het ontbijt konden we babbelen met geocachers en locals. We startten de dag met het zoeken naar een aantal speciale high favo geocaches in Yuma. De leukste was toch wel zeker diegene die met een deurtje in een palmboom zat. We verkenden ook het hele grote en zo’n beetje op een heuvel gelegen pioneer cemetery van Yuma. Een stoffige bedoening en een heel speciaal kerkhof, anders-dan-anders. Sommige graven waren eerder pronkgraven (mexican style?), sommige waren eerder massagraven, sommige waren kleurrijk,...
En dan was het tijd om naar de Mega te trekken, die vond plaats in het park aan de Colorado waar we gisteren ook al waren, het West Wetlands Park. Een mooi aangelegd park (het is nog niet helemaal af) met wandelpaden en nogal sjieke vijvers. Rondom de vijvers stonden al de geocaching kraampjes. Eerste prioriteit was onze coin van de discovery serie van gisteren ophalen. De grote log tekenen, de winkeltjes bekijken, de reserve container tafel bezoeken, het kraampje met Jeremy Irish, en veel bekenden tegenkomen.... Daarna was het tijd voor een lange (en warme, want de zon scheen weer vrolijk) wandeling langs de geocaches in het park. Het leukste was de humming bird garden want inderdaad, rond de bloeiende struiken zoefde het vol kolibri’s. Super leuk! De terugwandeling ging via het pad parallel aan de Colorado, de Charles Flynn trail. Heel groen want hier zijn veel bosjes en dus ook heel veel vogels.
Rond de middag was het tijd om het mega-gebeuren achter ons te laten en verder de streek te gaan verkennen. Eerst picnic tijd en daarvoor trokken we naar het terrein van de Yuma Territorial Prison, een soort state park dat je kan bezoeken en onderaan de heuvel ook met grote picnic area. Als je de heuvel beklom, kon je ook het naamloze kerkhof gaan bekijken. Na onze picnic onder de grote bomen (ja, hier was het weer groen en aan de overkant van de rivier zagen we weer rietvelden/wetlands volgden we met de auto nog een vrij spannende weg langs een groot irrigatie kanaal – opvallend, de dijk bestond uit verbrand schelpjes? En via de bovenkant van de dijk reden we terug. Nog een stop bij de bekende en blijkbaar nogal speciale brug de Ocean to ocean bridge (uit 1915 en blijkbaar nogal innovatief in die tijd). We reden nu Westwaarts waar je al snel in Californie bent. Eerste stop was bij een uitzichtpunt op de Colorado river (ene kant Arizona, andere kant California). En daarna bij Pilot Knob (een speciale berg), waar we ook (duur) tankten. Vanaf hier deden we een geocaching trailtje parallel aan de autostrade in de dorre woestijn. Zo kwamen we bij de Imperial Sand Dunes, een groot en bijzonder zandgebied. Heel mooi ware het niet dat alle duinen vol sporen van ATV’s stonden, zo jammer! Dat viel dus een beetje tegen, maar langs de interstate zagen we toch mooie duinen en wat verder volgden we weer een geotrailtje tot Holtville Hot springs. Een prachtige oase met warm water! En met een mini badder plaats en wat mislukte hippies. Toch wel bijzonder. Vanaf Holtville ging het noordelijker richting Salton Sea door velden vol groenten. Deze keer geen salaat maar vooral wortels en wat ook opviel waren de heel heel talrijke kleine witte reigertjes.
Zo kwamen we na door enkele zeer desolate armetierige rommeldorpjes gereden te hebben, bij het andere hoofddoel van de dag: Salvation Mountain! Een exentrieke godsminnende kunstenaar begon hier ooit een berg te bekladden met verf (er zitten ook strooibalen onder). Of het is helemaal man made, dat weet ik niet. Te midden van dorre hele dorre woestijn, de Sonoran Desert. Heel heel kleurrijk en fotogeniek tegen de blauwe lucht. Met allemaal boodschappen van love en god. En er wordt altijd aan gewerkt want het is nogal kwetsbaar (door recente stortregens konden we helaas het “gele pad” tot de top ook niet op). Er staan ook wat fotogenieke bekladde wagens rond. Bijzonder allemaal. Nog bijzonderder was het “stadje” achter Salvation Mountain: Slab City. “The last free place” waar enkel excentriekelingen wonen die zich niet helemaal thuis voelen in de maatschappij. Er zijn enkel dirt roads. Er is geen waterleiding, riool, electrictiet, afvalophaling of orde handhaving. Een”wetteloos” stadje met huizen grotendeels bestaande uit caravans (dat zijn de luxe huizen) of afval/panelen/doeken/platen. Veel veel rommel overal en alternatieve kunst. Boodschappen tegen de maatschappij. We keken onze ogen uit. Wat een zooitje. In de winter wonen er veel snowbirds – in de zomer slechts 150 mensen. We zochten er enkele geocaches al was ik niet helemaal op mijn gemak. Bij het “openluchtmuseum” (euheum) vol kunst East Jesus en werden we vriendelijk onthaald. We kregen allerlei uitleg: ze wilden hier iets doen aan het vele afval in de maatschappij. Nu, dan hadden ze nog veel werk in Slab City. We passeerden ook nog over hun kerkhof en maakten ons dan bij sunset, na een stop bij de shoe tree, toch maar uit de voeten. De rustige woestijn werd in Slab City ondertussen toch wel heel erg lawaaiierig. Heel uniek....
Helaas werd het al donker..... We reden nog langs het geothermisch gebied rondom de Salton Sea. Hier zit warmte onder de grond die benut wordt om electriciteit te genereren. We zagen zowaar ook “mud pots” (ontstaan door hete modder) maar helaas mocht je daar niet bij. En dan was het tijd om terug te rijden, helaas in het pikdonker, naar Yuma. We reden recht naar Denny’s voor weer lekker avondeten, en daarna deed ons bed in de Best Western, waar het gelukkig rustiger was dan de avond ervoor, weer enorm deugd. Overnachting: Best Western Yuma Mall
Terug naar boven
Dag 5: Maandag 6 Februari 2023
Van: Yuma, AZ, United StatesVia: Los Algodones (Mexico), Mount Laguna/Cleveland National Forest
Naar: Borrego Springs, AZ, United States
6 februari – YUMA, AZ > BORREGO SPRINGS, CA - een nieuw land en een wandeling door de sneeuw
Onze laatste dag wakker worden in Yuma. Als geocachers zouden we hier nog dagen kunnen blijven, maar onze roadtrip ging verder. We deden enkele geocaches rondom het stadscentrum voor we naar het afscheids geoeventje gingen “ Come say goodbye to the Canadians” – dat was op het pleintje waar ook een grote locomotief stond. Daar zat een geocache in, en alle hebben en houden van een dakloze. Die was helemaal van slag toen al die geocachers zijn “huis” kwamen onderzoeken... We bleven niet lang, ons hoofd stond er niet naar want ondertussen gaf onze super-wagen een platte band melding. Om dat uit te testen reden we nog even tot het West Wetlands Park voor een geocache maar Ai ai ai – de melding bleef. Meteen naar Hertz gebeld, we mochten gaan ruilen op de Yuma airport. Helaas werd daar ons geduld op de proef gesteld, en moesten we 1.5 u wachten... Maar het kwam in orde en wat later reden we weg in een grijze Jeep Cherokee. Kleiner, minder opties, en geen 4x4. Maar we reden weer en niet langer in een stofbak (dat laatste zou niet lang duren). Oef. Helaas was de planning nu wel wat mislukt. Het idee was geweest tijdig naar ons hoofddoel te gaan: Mexcio! Ach ja, we konden nog gaan.
Enkele minuutjes buiten Yuma reden we het parkeerterrein op, bedoeld voor wie te voet de grens over wil. We moesten zowaar aanschuiven voor de parking op te kunnen, behoorlijk lang zelf. De parking wordt uitgebaat door een Indiaanse stam. Kassa kassa kassa! Samen met heel veel Amerikanen wandelden we de grens over – dat was heel simpel, gewoon zo’n draaihek en je rugzak laten zien. Geen identiteitsbewijs of zo was nodig. Daar waren we dan onze eerste keer in Mexico! Het stadje heet Los Algodones en het is bekend als de plaats waar de minder goed verzekerde Amerikanen naar toe gaan voor medicijnen en vooral dental. In het eigenlijke centrum zie je dan ook niets anders. Een hele economie is hier rond gebouwd en werden al meteen heel de tijd aangesproken hiervoor. Nee dank u, wij kwamen enkel voor wat geocaches. We maakten een hele rondwandeling, langs de ijzeren-hek-grens-muur, door de woonwijken, langs winkels,... We kwamen af en toe ook andere cachers tegen. Behalve in het centrum waren de meeste wegen gewoon stofwegen en het was nogal een rommeltje, vooral dan in het oostelijke stuk dicht bij de Colorado rivier. We moesten op een gegeven moment zelfs onze hand door het grens hek steken voor een geocache terwijl een border patrol net met een rol achter een auto het zand tussen de border-hekken platveegde. Wat verder loopt de grens uit in een punt, met rietvelden en de rivier. Daar aan de overkant stonden we gisteren. Zo wandelden we dan weer terug naar het nettere centrum om te gaan kijken op het event “The Ondrteam’s Post Mega Margarita Event” dat in een heel toeristisch restaurantje was. We zeiden hallo en maar bleven niet lang, tijd om aan te schuiven voor de grensovergang terug naar de USA. Van andere cachers van voorgaande jaren hadden we horrorverhalen gehoord, over tot 3 u aanschuiven. En we waren later dan eigenlijk goed was. De auto’s schuiven aan op straat – de voetgangers op een speciaal overdekt trottoir naast het grens hek, terwijl er heel de tijd Mexicanen je aanspreken om hun waren te verkopen. We moesten maar een uurtje aanschuiven, dat viel mee, zeker omdat we leuk konden babbelen met andere toeristen. Ook de grens-officer was heel wat vriendelijker en vlotter bij het bekijken van onze visa-documenten dan ze zijn als je met het vliegtuig in Amerika aankomt. En zo stonden we na enkele uurtjes Mexico weer “veilig” op Amerikaanse bodem.
We lieten het Yuma-mega-geocaching gebeuren nu na deze 4 dagen achter ons (qua geocachen zouden we in deze streek wel weken kunnen doorbrengen!). Tijd om even gas te geven! We volgden de I8 Westwaarts. Die weg volgden we gisteren ook al. We reden dus weer door de duingebieden maar wow, veel wind. Het duinzand vloog over de weg en de chauffeur moest zijn stuur goed vasthouden! Dit is een redelijk desolate streek en we moesten nog middageten dus na een eindje rijden gingen we de interstate af voor een heerlijk relaxe lunch in de Applebee’s Calexico (in Califonia, op de grens met Mexico, heb je hem, haha). Dit was trouwens een “boeiende streek” om door te rijden: heel vlak met in de verte hoge bergen. Het is een “rift valley” en je zit hier op/onder zeeniveau. Heel speciaal vond ik dat. En het deed deugd even uit te rusten na de autoband-commotie van de ochtend en onze stoffige Mexico wandeling. Het landschap naast de interstate bleef prachtig; eindeloze woestijn maar ook schitterende bergachtige zones bomvol rotsen (Table Mountain Wilderness Area). Wauw. Wat verder gingen we de interstate af en volgden we de Sunrise highway. Een prachtig uitzichtpunt op de bergvalleien was onze eerste stop. Wat een mooie streek en ik had er eigenlijk nog nooit van gehoord.
Hoger en hoger ging het, en er lag hier en daar sneeuw langs de weg, oeps! En een grappig bord met een sneeuwballen-smijt-verbod. Ons doel voor vandaag was een wandeling in de Mount Laguna/Cleveland National Forest area naar de oudste geocache van California, de GC5B uit September 2000 “Phil’s Memorial cache”. We moesten ons ivm het vroeg donker worden wel wat haasten. De auto ging langs de kant (op 1.700 meter hoogte), de Nationale parken pas achter de ruit en de wandelschoenen aan. Het werd een prachtige wandeling op een soort hoogplateau met open pijnboom bos, open vlaktes, stukjes met sneeuw, veel geocaches en mooie bergmeertjes. En de cache werd ook gevonden! Heel erg de moeite, en tegen dat het donker werd kwamen we weer bij onze auto, we hadden ongeveer 2 uurtjes gewandeld. Het laatste uurtje naar ons motel moesten we tijdens sunset/donker afleggen. Wel wat jammer want het was een prachtige route. We reden via Julian waar we nog een speciaal oud gevangenisgebouwtje gingen bekijken en dan via een heel kronkelige weg de vallei in waar Borrego Springs lag. Hoewel het nog niet laat was, was het wel pikdonker toen we bij ons motelletje, een oude bekende uit onze 2011 reis, aankwamen. Het is zo’n leuk mom en pop motel rondom een centraal pleintje. Ouderwets maar prima en we aten nog een late-picnic-avondmaaltijd op de kamer. Overnachting: Stanlunds Inn & Suites, Borrego Springs. Sfeervol kleinschalig met palmbomen.
Onze laatste dag wakker worden in Yuma. Als geocachers zouden we hier nog dagen kunnen blijven, maar onze roadtrip ging verder. We deden enkele geocaches rondom het stadscentrum voor we naar het afscheids geoeventje gingen “ Come say goodbye to the Canadians” – dat was op het pleintje waar ook een grote locomotief stond. Daar zat een geocache in, en alle hebben en houden van een dakloze. Die was helemaal van slag toen al die geocachers zijn “huis” kwamen onderzoeken... We bleven niet lang, ons hoofd stond er niet naar want ondertussen gaf onze super-wagen een platte band melding. Om dat uit te testen reden we nog even tot het West Wetlands Park voor een geocache maar Ai ai ai – de melding bleef. Meteen naar Hertz gebeld, we mochten gaan ruilen op de Yuma airport. Helaas werd daar ons geduld op de proef gesteld, en moesten we 1.5 u wachten... Maar het kwam in orde en wat later reden we weg in een grijze Jeep Cherokee. Kleiner, minder opties, en geen 4x4. Maar we reden weer en niet langer in een stofbak (dat laatste zou niet lang duren). Oef. Helaas was de planning nu wel wat mislukt. Het idee was geweest tijdig naar ons hoofddoel te gaan: Mexcio! Ach ja, we konden nog gaan.
Enkele minuutjes buiten Yuma reden we het parkeerterrein op, bedoeld voor wie te voet de grens over wil. We moesten zowaar aanschuiven voor de parking op te kunnen, behoorlijk lang zelf. De parking wordt uitgebaat door een Indiaanse stam. Kassa kassa kassa! Samen met heel veel Amerikanen wandelden we de grens over – dat was heel simpel, gewoon zo’n draaihek en je rugzak laten zien. Geen identiteitsbewijs of zo was nodig. Daar waren we dan onze eerste keer in Mexico! Het stadje heet Los Algodones en het is bekend als de plaats waar de minder goed verzekerde Amerikanen naar toe gaan voor medicijnen en vooral dental. In het eigenlijke centrum zie je dan ook niets anders. Een hele economie is hier rond gebouwd en werden al meteen heel de tijd aangesproken hiervoor. Nee dank u, wij kwamen enkel voor wat geocaches. We maakten een hele rondwandeling, langs de ijzeren-hek-grens-muur, door de woonwijken, langs winkels,... We kwamen af en toe ook andere cachers tegen. Behalve in het centrum waren de meeste wegen gewoon stofwegen en het was nogal een rommeltje, vooral dan in het oostelijke stuk dicht bij de Colorado rivier. We moesten op een gegeven moment zelfs onze hand door het grens hek steken voor een geocache terwijl een border patrol net met een rol achter een auto het zand tussen de border-hekken platveegde. Wat verder loopt de grens uit in een punt, met rietvelden en de rivier. Daar aan de overkant stonden we gisteren. Zo wandelden we dan weer terug naar het nettere centrum om te gaan kijken op het event “The Ondrteam’s Post Mega Margarita Event” dat in een heel toeristisch restaurantje was. We zeiden hallo en maar bleven niet lang, tijd om aan te schuiven voor de grensovergang terug naar de USA. Van andere cachers van voorgaande jaren hadden we horrorverhalen gehoord, over tot 3 u aanschuiven. En we waren later dan eigenlijk goed was. De auto’s schuiven aan op straat – de voetgangers op een speciaal overdekt trottoir naast het grens hek, terwijl er heel de tijd Mexicanen je aanspreken om hun waren te verkopen. We moesten maar een uurtje aanschuiven, dat viel mee, zeker omdat we leuk konden babbelen met andere toeristen. Ook de grens-officer was heel wat vriendelijker en vlotter bij het bekijken van onze visa-documenten dan ze zijn als je met het vliegtuig in Amerika aankomt. En zo stonden we na enkele uurtjes Mexico weer “veilig” op Amerikaanse bodem.
We lieten het Yuma-mega-geocaching gebeuren nu na deze 4 dagen achter ons (qua geocachen zouden we in deze streek wel weken kunnen doorbrengen!). Tijd om even gas te geven! We volgden de I8 Westwaarts. Die weg volgden we gisteren ook al. We reden dus weer door de duingebieden maar wow, veel wind. Het duinzand vloog over de weg en de chauffeur moest zijn stuur goed vasthouden! Dit is een redelijk desolate streek en we moesten nog middageten dus na een eindje rijden gingen we de interstate af voor een heerlijk relaxe lunch in de Applebee’s Calexico (in Califonia, op de grens met Mexico, heb je hem, haha). Dit was trouwens een “boeiende streek” om door te rijden: heel vlak met in de verte hoge bergen. Het is een “rift valley” en je zit hier op/onder zeeniveau. Heel speciaal vond ik dat. En het deed deugd even uit te rusten na de autoband-commotie van de ochtend en onze stoffige Mexico wandeling. Het landschap naast de interstate bleef prachtig; eindeloze woestijn maar ook schitterende bergachtige zones bomvol rotsen (Table Mountain Wilderness Area). Wauw. Wat verder gingen we de interstate af en volgden we de Sunrise highway. Een prachtig uitzichtpunt op de bergvalleien was onze eerste stop. Wat een mooie streek en ik had er eigenlijk nog nooit van gehoord.
Hoger en hoger ging het, en er lag hier en daar sneeuw langs de weg, oeps! En een grappig bord met een sneeuwballen-smijt-verbod. Ons doel voor vandaag was een wandeling in de Mount Laguna/Cleveland National Forest area naar de oudste geocache van California, de GC5B uit September 2000 “Phil’s Memorial cache”. We moesten ons ivm het vroeg donker worden wel wat haasten. De auto ging langs de kant (op 1.700 meter hoogte), de Nationale parken pas achter de ruit en de wandelschoenen aan. Het werd een prachtige wandeling op een soort hoogplateau met open pijnboom bos, open vlaktes, stukjes met sneeuw, veel geocaches en mooie bergmeertjes. En de cache werd ook gevonden! Heel erg de moeite, en tegen dat het donker werd kwamen we weer bij onze auto, we hadden ongeveer 2 uurtjes gewandeld. Het laatste uurtje naar ons motel moesten we tijdens sunset/donker afleggen. Wel wat jammer want het was een prachtige route. We reden via Julian waar we nog een speciaal oud gevangenisgebouwtje gingen bekijken en dan via een heel kronkelige weg de vallei in waar Borrego Springs lag. Hoewel het nog niet laat was, was het wel pikdonker toen we bij ons motelletje, een oude bekende uit onze 2011 reis, aankwamen. Het is zo’n leuk mom en pop motel rondom een centraal pleintje. Ouderwets maar prima en we aten nog een late-picnic-avondmaaltijd op de kamer. Overnachting: Stanlunds Inn & Suites, Borrego Springs. Sfeervol kleinschalig met palmbomen.
Terug naar boven
Dag 6: Dinsdag 7 Februari 2023
Van: Borrego Springs, AZ, United StatesVia: Anza Borrego Desert State Park, La Jolla
Naar: San Bernardino, CA, United States
7 februari – BORREGO SPRINGS, CA > SAN BERNARDINO, CA - een bloemrijke en geocache-rijke dag in Anza Borrego
Al voor het licht werd stond ik op het terras voor onze motelkamer. Mooie roze luchten achter de palmbomen rondom het zwembad en de bergen. En heel veel gehuil – dat waren coyotes. We ontbeten op de kamer en ik moest gewoon te voet de baan oversteken voor de eerste geocache van de dag. In 2022 spendeerden we al eens een prachtige dag in Anza Borrego en ik was heel blij hier nog eens te komen. Dat was wel een maand later in het jaar, in maart. Maar ook op deze februari dag zouden we schitterend zonnig weer met strakblauwe luchten hebben.
We deden alvast wat geocaches rondom het “dorpje”Borrego Springs. Hierbij zagen we ook een coyote voor ons de weg oversteken.Wel een leuke plaats, zo te midden van het niks. Een vlakke woestijn maar in de verte rondom ruige bergen. Er staan ook de nodige palmbomen. Doel 1 van de dag was de Palm Canyon trail. Die deden we al eens in 2011, maar toen bij zonsondergang. Nu was het dus nog vroeg op de dag. Deze wandeling ligt in het Anza Borrego Desert State Park waar we een groot deel van de dag zouden vertoeven. We reden naar wat ik dacht dat de parking was. Oei, nog volledig dicht, en ook de parking was nog afgesloten. Wat nu. Ah oef, we waren gewoon mis. De parking voor de trail was niet bij het visitor center mar achter de camping. Op weg daar naar toe moesten we nog een fee betalen aan een eigenwijze ranger voor we konden parkeren bij de eerste mooie hoge palmbomen. We waren helemaal alleen. De totale wandeling is 3 miles en erg mooi, je wandelt de brede kloof in omgeven door hoge bergen en prachtige heuvelende woestijn met mooie cactussen, ocotillo’s (die helaas niet bloeiden) en lage struikjes. Opmerkelijk vond ik de creek met helder stromende water. Het pad kronkelde zachtjes bergop in de nauwer wordende canyon, waarbij de palmoase dichter en dichter kwam. We moesten de creek crossen (joepie) en wat verder kwamen we te midden van mooie palmbomen. Hier en daar waren zelfs mini watervalletjes. We moesten de creek te midden van grote boulders weer crossen (weer joepie) en stegen nog verder via en tussen grote boulders tot we bij de grote palmbomen-oase (waar je niet in mag) de “palm grove” kwamen. Zo mooi hier. Het stromende water en de grootte van de oase herinnerde ik me trouwens niet meer van de vorige keer.
Na de omgeving bewonderd te hebben, keerden we terug. Nu kwamen we stilaan meer wandelaars tegen (en moesten hard lachen met mensen die hier giga-rugzakken meesleuren op dit easy wandelingetje). Andere wandelaars vroegen of we de bighorn sheep gezien hadden, maar dat geluk hadden we niet gehad hoewel we zeker de eerste hikers van de dag waren. De uurtjes hierna brachten we door rondom Borrego Springs, en amai het was de moeite. Het barst hier van de geocaches, we zijn gek op de woestijn (de setting hier is echt zo mooi) en het staat hier ook vol “art” gemaakt van ijzer. Metershoge standbeelden. Nu zijn we niet van de kunst, maar de roestige kunstwerken rondom Borrego Springs zijn erg de moeite. Ze zijn eigenljk prive en liggen op Galleta Meadows maar iedereen mag er gewoon bijkomen en ja kan er met de wagen door de woestijn naar toe rijden. Echt top. En ze hadden bijna allemaal een eigen geocache. We zagen de kamelen, schildpadden, schorpioen, wijnplukkers, gekke beesten die we niet meteen konden identificeren, het hele lange serpent, olifanten,...
Zo kwamen we wat meer in het noorden van de vallei en in de omgeving van de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer wilfdlower; vooral roze bloempjes met ook wit en geel. Sommige stukken land waren trouwens verdacht kaal, misschien wordt hier soms iets op gekweekt. We hadden veel plezier want er waren hier verrassend leuke gadget geocaches en het was heerlijk rustig. Verderop langs de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer afwisselende wild flower velden aan de voet van de bergen en hier waren wel wat meer toeristen maar het was dan ook prachtig. Soms kent de woestijn “superbloom” en ik vroeg me af of dit die bekende superbloom was, want hoewel vroeg op het jaar, had California een natte winter gehad. We volgden de weg, de Borrego Salton Seaway, en kwamen te midden van mooie en woestere badlands terecht. Eigenlijk stond de Arroyo Salado dirt road op het programma, net als in 2011. Die gaat naar goed verstopte mini-oases. De weg lag echter zo slecht dat we het met onze huidige SUV (zonder 4WD) toch geen goed idee vonden... We maakten wel nog stops bij het bord van “Let those who seek Pegleg's gold add ten rocks to this pile” bij een grote steenhoop (en een RV camping, dat wild kamperen in de woestijn zag je hier naar onze zin echt veel te veel, behoorlijk irritant) en bij de Calcite mine (waar een heel verleidelijke dirt road steil naar beneden ging). En uiteraard een foto van het toegangsbord van het State Park, want we waren hier bij een van de oostelijk ingangen.
Bijna middag en ik had een goede picnic plaats ingedachten, daarvoor ging het terug naar Borrego Spring, deze keer via de weg langs hun luchthaventje. We aten op de hele groene en met palmbomen beplante “circle”, een gigantisch rondpunt waar ze een mooi picnic park van gemaakt hebben. Daarna zetten we koers naar Ocotillo Wells. Niet na eerst nog een paar van de beelden bezocht te hebben, deze keer via wat spannendere dirt roads door de woestijnbushes en cactussen, naar de dinosaurussen. We reden een flink eind naar een andere oostelijke ingang, richting Ocotillo Wells. De weg er naar toe was minder spectaculair (minder badlands) maar wel heel heuvelachtige met verzichten op de lange weg voor ons. Een heel heel vreemde verzameling van barakken/kleine trailer woningen, heel grote wijken met dirt roads tussen. Brrr. Het leek ons niet echt fijn om hier te wonen. Dit lag buiten het park, maar we draaiden al snel het park weer in, voor de Fish Creek dirt road. Eerst reden we tot de nog in gebruik zijnde gips mijn (volgens Roel een bekend merk) om daarna de dirt road in te gaan. Hier volg je een wash. Eerst heel breed. Maar mmmm, de weg lag heel slecht. We moesten achteruit rijden en kozen de andere kant van de wash. Het leek hier relatief recentlijk toch behoorlijk slecht weer geweest te zijn, want de weg lag niet goed. Veel losse stenen ook. Roel is niet rap bang van stenige wegen dus we tuften – zij het voorzichtig – door om echt in de canyon uit te komen, aan de voet van hele hoge rotswanden. Dit gedeelte noemt Split Mountain. Prachtig. Er was daar ook een heel spannend stukje bij een bocht onderaan een hoge rotswand, waar ons wiel bleef spinnen maar gelukkig was onze Jeep Cherokee de slechtste nog net en we konden verder. Bij het volgende spannende stuk (ongeveer een kilometer voor de wind caves) draaiden we wijselijk om....
Er is hier zo enorm veel te doen in Anza Borrego, met een goede echte 4X4 toch, maar ons bezoekje zat er op en het was tijd om Westwaarts te rijden. Na een laatste mooie viewpoint stop in het park reden we via de prachtige bochtige wegen en “passen” het park weer uit – dezelfde route als de dag er voor in het donker, toch gedeeltelijk. Wauw. Een soort bergpas gaf mooie uitzichten (de CA78) en zo kwamen we langzaamaan weer de iets meer geciviliseerde wereld in met landlijke boerderij stijl huizen. Glooiende groene heuvels en meer specaculaire stenige bergen. We waren nu in drukker stedelijk gebied terwijl we duidelijk bleven dalen tot de kust vlakte (?) en in heel heel druk verkeer terecht kwamen, de California kust. Tja, you love it or you have it. Wij vinden het te druk. Na het nodige filerijden kwamen we eindelijk bij de kust. Ik werd wat zenuwachtig want we wilden hier op het strand een zeldzame webam geocache doen, in de omgeving van La Jolla bij San Diego. Bij een al heel roze hemel lukte dat net, al vond Roel geen parking. Maar de oceaan hadden we zo toch ook gezien. We hadden er al een flinke rit op zitten, maar hadden nu nog 1.5 u voor de boeg naar San Bernardino, dat meer ter hoogte van LA zit. Om fileleed te vermijden, gingen we eerst ergens eten en het was fijn even uit te rusten van een drukke dag aan de bar van Olive Garden. Nog een uurtje rijden en daar was ons super super leuke hotel; het Wigwam Motel, een hotel van 70 jaar oud uit de route 66 tijden. Zelfs in het donker enorm sfeervol en we hadden een leuke teepee – van steen gelukkig. Er zijn nog drie van zulke wigwam-villages over in de US, en dit was de tweede waar wij verbleven (de andere was 2 jaar eerder in Hollbrook). Hotel: WigWam Motel, San Bernardino. I love it!
8 februari – SAN BERNARDINO, CA > LAS VEGAS, NV – Getting our geo-kicks on Route 66
Bij zonsopkomst stak ik mijn kop al uit de Wigwam. Roze luchten met hoge palmbomen, witte teepee’s en bergen op de achtergrond. We wandelden een rondje tussen de wigwams en wat oude auto’s en dergelijke voor de koelbox werd ingeladen en we onze tent achter ons lieten. Richting de bergen. San Bernardino had heel veel daklozen – die hadden we gisterenavond ook gezien tijdens onze rit naar de kust. In California lijken er nog meer te zijn dan bvb in New Jersey en wij zijn wel iets gewoon wat dat betreft. Doel was ontbijt in de “first McDonald’s”. Dat viel al dik tegen, want deze eerste McDonalds was enkel een museum dat nog niet open was en geen openzijnd fastfood restaurant. Boe! We zetten koers over de bergen met sneeuwtoppen en lange treinen door de vallei, de oude route 66 volgend deels over een zijweg van de interstate. Veel verkeer hier. Deze route noemt de Cajon pass, mooie route!, en bovenop de pass stopten we nog even. Uiteindelijk kwamen we uit in Barstow waar we in 2019 als eens overnachtten in een route 66 motelletje. Het museum met de meteoor dat ze hier hebben was weer gesloten, dus het werd niet meer dan een tank stop en even rondkijken buiten bij het visitor center. Het hoofddoel van vandaag was geocachen langs route 66, maar voor we daar aan begonnen wilden we graag nog eens gaan eten in de leuke jaren ‘50’s diner waar we in 2019 ook waren: Peggy Sue’s. Dat werd een laat ontbijt in ons geval. De serveuses hebben zo van die grappige roze-groenige kleedjes aan en het staat vol speciaal decor uit die tijd. Na het eten kregen we een bonnetje voor iets uit winkeltje – Roel was erg teleurgesteld toen bleek dat dit slechts een heel klein snoepje was, hihi.
We staken door van de I15 naar de I40 en daar waren we weer op route 66, een van de enige stukken die we nog niet gereden hadden (tussen pakweg Barstow en Amboy). Route 66 (met vaak een schildering op de weg) loopt hier parallel aan de nieuwere interstate. We maakten uiteraard meer toeristische stops: bij een oude barn/bar, een caboose waar je in kon (de machinist stoel bleek erg hoog!), in Ludlow,... maar uiteindelijk ging het vooral om de vele kleine stops want we vonden toch een dikke 200 caches van de Route 66 powertrail. We hebben dus flink stof gehapt want dit stuk desert is enorm stoffig, al wordt het op veel plaatsen onderbroken door lavastromen en dergelijke. De highlight van de dag waren absoluut de lange lange treinen die regelmatig passeerden, het blijft indrukwekkend en een van de “themes” van deze reis eigenlijk. Heel leuk was de Pisgaw crater en lava flows want je kon via een dirt road tot boven op de crater voor een weids uitzicht!
Bij Roy’s (tankstation, verlaten motel en schooltje, shoe tree) in Amboy kwam onze route 66 powertrail voor ons toch tot een einde want de zon begon onder te gaan. Wat verder is de route trouwens afgesloten door floods vorig jaar. We staken dus door tot de I15 en daarna koost de GPS tot mijn verbazing de route (de Kelbaker Road en de Kelso-Cima Road) dwars door Mojave National Preserve, waar we al een paar keer waren en erg mooi is. Een beetje bekend terrein dus (al zijn er na flashfloods nog heel wat wegen afgesloten). De route was wel grotendeels in het donker, jammer, want er zijn hier spectaculaire joshua velden. Het was al even donker toen we op Las Vegas afstevenden (onze 9de keer hier, ik probeer het toch altijd in de route in te passen) en daar was dan de Strip, het eerste wat je altijd ziet in het donker is de laserstraal recht de lucht in bij de piramide van het Luxor. We zouden 2 nachten in Vegas verblijven en ik had twee verschillende hotels uitgekozen. Eerste nacht Strip – tweede nacht Fremont street. De hotels van Vegas zien voelt altijd toch weer als thuiskomen en een moment van herkenning hoewel er over de jaren al veel veranderd is, sommige zaken verdwijnen nooit. Vegas heeft ook nadelen en een van de nadelen is dat het soms ineens verrassend ingewikkeld is, met name in bepaalde gedeeltes van de strip. Het duurde even en een extra rondje rijden voor we beseften dat ons hotel de Vdara geen Self parking had. Boe! Want nu moesten we of ver lopen vanaf Aria, of onze supervuile-geocachemobiel-stofbak afgeven aan de (dure) valet. Zucht. Het werd het laatste want na een intens dagje geocaching-actie hadden we grote honger.
Verder beviel de Vdara ons echt super goed. Het is een hotel zonder veel lawaai, en ingewikkeld gedoe, en de check in ging vlot. Dat maakten we al wel eens anders mee in Las Vegas. Het hotel heeft geen eigen casino, maar daarvoor kan je makkelijk naar de aanpalende “zuster” hotels – eigenljk hoort de Vdara bij het Aria motel. De lift zoefde ons naar de 48ste vedieping, lekker hoog! Ik had een Fountain View Studio geboekt en wauw, echt een leuke kamer, met grote ramen. Licht en modern. Een heerlijk bed, een living (niet gebruikt) en een mooie badkamer met heerlijk ligbad. Het uitzicht was magnifiek want je zag recht op de strip en de fonteinen van het Bellagio. We dropten snel onze bagage neer, trokken een schoon shirt aan en vertrokken meteen want ik had ondertussen het diner geboekt. Dat was ons favoriete buffet, het Bacchanal buffet in Ceasar’s maar oh jee, wat een wandeling om daar te raken. Eerst door het Bellagio (verbonden met ons hotel); zo kwamen we bij de fonteinen uit. We konden zo ook al de prachtige Aziatische versieringen in het Bellagio bekijken, in een rapke toch. Daar waren we bij Ceasar’s maar dit hotel is zo massief groot. Het is het grootste hotel van Las Vegas met 4000 kamers in verschillende torens. We passeerden Hell’s Kitchen en een of ander Romeins standbeeld voor we de forum shops en het casino vonden en zo na navragen ook het buffet hehe. We waren op een “rustig” moment in Vegas (een winterse woensdagavond) dus het was niet overdreven druk en het buffet was weer super super goed. Vooral de kleine bordjes. Het is alleen jammer dat je na 3 of 4 buffet passages vol zit. Gewoon langs de buffetten lopen was al een hele wandeling trouwens, er was echt zo veel.
Met eindelijk goed gevulde buikjes maakten we nog een lange wandeling op de Strip. Altijd leuk! We zijn gewoon het in Las Vegas buiten heel warm te hebben en binnen heel koud door de airco. Maar nu in de winter is het omgekeerd. Binnen heel warm en buiten best koud en vest nodig. Wel gek. Maar de gekke figuren komen gelukkig ook bij koud weer buiten. Heel leuk was het om eindelijk na al die jaren toch eens de volcano show van Mirage te kunnen zien, wat ook meer de moeite was dan ik had verwacht. Allicht was het ook onze laatste kans, want de Mirage (waar we onze eerste nacht ooit in Las Vegas sliepen, in 2009) wordt verbouwd naar een Hard Rock hotel. Jammer! We wandelden helemaal tot aan het Venetian wat ’s avonds toch ook echt prachtig is om dan aan die kant terug te wandelen. Het straatje bij de High Roller reuzerad stond ook hoog op de wishlist en was leuk om eens te doen maar er was wel minder ambiance dan ik verwacht had. Er was overigens wel veel ambiance in de minder sjieke casino’s die in dit gedeelte van de Strip te vinden zijn, met volle casino’s en bars. Met name de pianobar sprak ons wel aan maar er was helaas geen zitje meer vrij. We passeerden de Flamingo wat we ook een mooi hotel vinden. Bij Paris Paris had ik graag eindelijk eens naar de top van de eifeltoren gegaan, maar bummer, die was al dicht. Geen nood, allicht kon het uitzicht toch niet tippen aan het uitzicht dat wij vanuit ons Vdara bed hadden! En zo ging het dan via de Aria, met versiering met veel lichtjes, terug naar Vdara en onze kamer, waar ik nog een deugddoend bad nam en we lang uit ons raam keken naar het uitzicht, inclusief Bellagio fonteinenshow. Beter kon bijna niet! Overnachting: Vdara Fountain View Studio, Las Vegas. Topkamer met topuitzicht.
Al voor het licht werd stond ik op het terras voor onze motelkamer. Mooie roze luchten achter de palmbomen rondom het zwembad en de bergen. En heel veel gehuil – dat waren coyotes. We ontbeten op de kamer en ik moest gewoon te voet de baan oversteken voor de eerste geocache van de dag. In 2022 spendeerden we al eens een prachtige dag in Anza Borrego en ik was heel blij hier nog eens te komen. Dat was wel een maand later in het jaar, in maart. Maar ook op deze februari dag zouden we schitterend zonnig weer met strakblauwe luchten hebben.
We deden alvast wat geocaches rondom het “dorpje”Borrego Springs. Hierbij zagen we ook een coyote voor ons de weg oversteken.Wel een leuke plaats, zo te midden van het niks. Een vlakke woestijn maar in de verte rondom ruige bergen. Er staan ook de nodige palmbomen. Doel 1 van de dag was de Palm Canyon trail. Die deden we al eens in 2011, maar toen bij zonsondergang. Nu was het dus nog vroeg op de dag. Deze wandeling ligt in het Anza Borrego Desert State Park waar we een groot deel van de dag zouden vertoeven. We reden naar wat ik dacht dat de parking was. Oei, nog volledig dicht, en ook de parking was nog afgesloten. Wat nu. Ah oef, we waren gewoon mis. De parking voor de trail was niet bij het visitor center mar achter de camping. Op weg daar naar toe moesten we nog een fee betalen aan een eigenwijze ranger voor we konden parkeren bij de eerste mooie hoge palmbomen. We waren helemaal alleen. De totale wandeling is 3 miles en erg mooi, je wandelt de brede kloof in omgeven door hoge bergen en prachtige heuvelende woestijn met mooie cactussen, ocotillo’s (die helaas niet bloeiden) en lage struikjes. Opmerkelijk vond ik de creek met helder stromende water. Het pad kronkelde zachtjes bergop in de nauwer wordende canyon, waarbij de palmoase dichter en dichter kwam. We moesten de creek crossen (joepie) en wat verder kwamen we te midden van mooie palmbomen. Hier en daar waren zelfs mini watervalletjes. We moesten de creek te midden van grote boulders weer crossen (weer joepie) en stegen nog verder via en tussen grote boulders tot we bij de grote palmbomen-oase (waar je niet in mag) de “palm grove” kwamen. Zo mooi hier. Het stromende water en de grootte van de oase herinnerde ik me trouwens niet meer van de vorige keer.
Na de omgeving bewonderd te hebben, keerden we terug. Nu kwamen we stilaan meer wandelaars tegen (en moesten hard lachen met mensen die hier giga-rugzakken meesleuren op dit easy wandelingetje). Andere wandelaars vroegen of we de bighorn sheep gezien hadden, maar dat geluk hadden we niet gehad hoewel we zeker de eerste hikers van de dag waren. De uurtjes hierna brachten we door rondom Borrego Springs, en amai het was de moeite. Het barst hier van de geocaches, we zijn gek op de woestijn (de setting hier is echt zo mooi) en het staat hier ook vol “art” gemaakt van ijzer. Metershoge standbeelden. Nu zijn we niet van de kunst, maar de roestige kunstwerken rondom Borrego Springs zijn erg de moeite. Ze zijn eigenljk prive en liggen op Galleta Meadows maar iedereen mag er gewoon bijkomen en ja kan er met de wagen door de woestijn naar toe rijden. Echt top. En ze hadden bijna allemaal een eigen geocache. We zagen de kamelen, schildpadden, schorpioen, wijnplukkers, gekke beesten die we niet meteen konden identificeren, het hele lange serpent, olifanten,...
Zo kwamen we wat meer in het noorden van de vallei en in de omgeving van de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer wilfdlower; vooral roze bloempjes met ook wit en geel. Sommige stukken land waren trouwens verdacht kaal, misschien wordt hier soms iets op gekweekt. We hadden veel plezier want er waren hier verrassend leuke gadget geocaches en het was heerlijk rustig. Verderop langs de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer afwisselende wild flower velden aan de voet van de bergen en hier waren wel wat meer toeristen maar het was dan ook prachtig. Soms kent de woestijn “superbloom” en ik vroeg me af of dit die bekende superbloom was, want hoewel vroeg op het jaar, had California een natte winter gehad. We volgden de weg, de Borrego Salton Seaway, en kwamen te midden van mooie en woestere badlands terecht. Eigenlijk stond de Arroyo Salado dirt road op het programma, net als in 2011. Die gaat naar goed verstopte mini-oases. De weg lag echter zo slecht dat we het met onze huidige SUV (zonder 4WD) toch geen goed idee vonden... We maakten wel nog stops bij het bord van “Let those who seek Pegleg's gold add ten rocks to this pile” bij een grote steenhoop (en een RV camping, dat wild kamperen in de woestijn zag je hier naar onze zin echt veel te veel, behoorlijk irritant) en bij de Calcite mine (waar een heel verleidelijke dirt road steil naar beneden ging). En uiteraard een foto van het toegangsbord van het State Park, want we waren hier bij een van de oostelijk ingangen.
Bijna middag en ik had een goede picnic plaats ingedachten, daarvoor ging het terug naar Borrego Spring, deze keer via de weg langs hun luchthaventje. We aten op de hele groene en met palmbomen beplante “circle”, een gigantisch rondpunt waar ze een mooi picnic park van gemaakt hebben. Daarna zetten we koers naar Ocotillo Wells. Niet na eerst nog een paar van de beelden bezocht te hebben, deze keer via wat spannendere dirt roads door de woestijnbushes en cactussen, naar de dinosaurussen. We reden een flink eind naar een andere oostelijke ingang, richting Ocotillo Wells. De weg er naar toe was minder spectaculair (minder badlands) maar wel heel heuvelachtige met verzichten op de lange weg voor ons. Een heel heel vreemde verzameling van barakken/kleine trailer woningen, heel grote wijken met dirt roads tussen. Brrr. Het leek ons niet echt fijn om hier te wonen. Dit lag buiten het park, maar we draaiden al snel het park weer in, voor de Fish Creek dirt road. Eerst reden we tot de nog in gebruik zijnde gips mijn (volgens Roel een bekend merk) om daarna de dirt road in te gaan. Hier volg je een wash. Eerst heel breed. Maar mmmm, de weg lag heel slecht. We moesten achteruit rijden en kozen de andere kant van de wash. Het leek hier relatief recentlijk toch behoorlijk slecht weer geweest te zijn, want de weg lag niet goed. Veel losse stenen ook. Roel is niet rap bang van stenige wegen dus we tuften – zij het voorzichtig – door om echt in de canyon uit te komen, aan de voet van hele hoge rotswanden. Dit gedeelte noemt Split Mountain. Prachtig. Er was daar ook een heel spannend stukje bij een bocht onderaan een hoge rotswand, waar ons wiel bleef spinnen maar gelukkig was onze Jeep Cherokee de slechtste nog net en we konden verder. Bij het volgende spannende stuk (ongeveer een kilometer voor de wind caves) draaiden we wijselijk om....
Er is hier zo enorm veel te doen in Anza Borrego, met een goede echte 4X4 toch, maar ons bezoekje zat er op en het was tijd om Westwaarts te rijden. Na een laatste mooie viewpoint stop in het park reden we via de prachtige bochtige wegen en “passen” het park weer uit – dezelfde route als de dag er voor in het donker, toch gedeeltelijk. Wauw. Een soort bergpas gaf mooie uitzichten (de CA78) en zo kwamen we langzaamaan weer de iets meer geciviliseerde wereld in met landlijke boerderij stijl huizen. Glooiende groene heuvels en meer specaculaire stenige bergen. We waren nu in drukker stedelijk gebied terwijl we duidelijk bleven dalen tot de kust vlakte (?) en in heel heel druk verkeer terecht kwamen, de California kust. Tja, you love it or you have it. Wij vinden het te druk. Na het nodige filerijden kwamen we eindelijk bij de kust. Ik werd wat zenuwachtig want we wilden hier op het strand een zeldzame webam geocache doen, in de omgeving van La Jolla bij San Diego. Bij een al heel roze hemel lukte dat net, al vond Roel geen parking. Maar de oceaan hadden we zo toch ook gezien. We hadden er al een flinke rit op zitten, maar hadden nu nog 1.5 u voor de boeg naar San Bernardino, dat meer ter hoogte van LA zit. Om fileleed te vermijden, gingen we eerst ergens eten en het was fijn even uit te rusten van een drukke dag aan de bar van Olive Garden. Nog een uurtje rijden en daar was ons super super leuke hotel; het Wigwam Motel, een hotel van 70 jaar oud uit de route 66 tijden. Zelfs in het donker enorm sfeervol en we hadden een leuke teepee – van steen gelukkig. Er zijn nog drie van zulke wigwam-villages over in de US, en dit was de tweede waar wij verbleven (de andere was 2 jaar eerder in Hollbrook). Hotel: WigWam Motel, San Bernardino. I love it!
8 februari – SAN BERNARDINO, CA > LAS VEGAS, NV – Getting our geo-kicks on Route 66
Bij zonsopkomst stak ik mijn kop al uit de Wigwam. Roze luchten met hoge palmbomen, witte teepee’s en bergen op de achtergrond. We wandelden een rondje tussen de wigwams en wat oude auto’s en dergelijke voor de koelbox werd ingeladen en we onze tent achter ons lieten. Richting de bergen. San Bernardino had heel veel daklozen – die hadden we gisterenavond ook gezien tijdens onze rit naar de kust. In California lijken er nog meer te zijn dan bvb in New Jersey en wij zijn wel iets gewoon wat dat betreft. Doel was ontbijt in de “first McDonald’s”. Dat viel al dik tegen, want deze eerste McDonalds was enkel een museum dat nog niet open was en geen openzijnd fastfood restaurant. Boe! We zetten koers over de bergen met sneeuwtoppen en lange treinen door de vallei, de oude route 66 volgend deels over een zijweg van de interstate. Veel verkeer hier. Deze route noemt de Cajon pass, mooie route!, en bovenop de pass stopten we nog even. Uiteindelijk kwamen we uit in Barstow waar we in 2019 als eens overnachtten in een route 66 motelletje. Het museum met de meteoor dat ze hier hebben was weer gesloten, dus het werd niet meer dan een tank stop en even rondkijken buiten bij het visitor center. Het hoofddoel van vandaag was geocachen langs route 66, maar voor we daar aan begonnen wilden we graag nog eens gaan eten in de leuke jaren ‘50’s diner waar we in 2019 ook waren: Peggy Sue’s. Dat werd een laat ontbijt in ons geval. De serveuses hebben zo van die grappige roze-groenige kleedjes aan en het staat vol speciaal decor uit die tijd. Na het eten kregen we een bonnetje voor iets uit winkeltje – Roel was erg teleurgesteld toen bleek dat dit slechts een heel klein snoepje was, hihi.
We staken door van de I15 naar de I40 en daar waren we weer op route 66, een van de enige stukken die we nog niet gereden hadden (tussen pakweg Barstow en Amboy). Route 66 (met vaak een schildering op de weg) loopt hier parallel aan de nieuwere interstate. We maakten uiteraard meer toeristische stops: bij een oude barn/bar, een caboose waar je in kon (de machinist stoel bleek erg hoog!), in Ludlow,... maar uiteindelijk ging het vooral om de vele kleine stops want we vonden toch een dikke 200 caches van de Route 66 powertrail. We hebben dus flink stof gehapt want dit stuk desert is enorm stoffig, al wordt het op veel plaatsen onderbroken door lavastromen en dergelijke. De highlight van de dag waren absoluut de lange lange treinen die regelmatig passeerden, het blijft indrukwekkend en een van de “themes” van deze reis eigenlijk. Heel leuk was de Pisgaw crater en lava flows want je kon via een dirt road tot boven op de crater voor een weids uitzicht!
Bij Roy’s (tankstation, verlaten motel en schooltje, shoe tree) in Amboy kwam onze route 66 powertrail voor ons toch tot een einde want de zon begon onder te gaan. Wat verder is de route trouwens afgesloten door floods vorig jaar. We staken dus door tot de I15 en daarna koost de GPS tot mijn verbazing de route (de Kelbaker Road en de Kelso-Cima Road) dwars door Mojave National Preserve, waar we al een paar keer waren en erg mooi is. Een beetje bekend terrein dus (al zijn er na flashfloods nog heel wat wegen afgesloten). De route was wel grotendeels in het donker, jammer, want er zijn hier spectaculaire joshua velden. Het was al even donker toen we op Las Vegas afstevenden (onze 9de keer hier, ik probeer het toch altijd in de route in te passen) en daar was dan de Strip, het eerste wat je altijd ziet in het donker is de laserstraal recht de lucht in bij de piramide van het Luxor. We zouden 2 nachten in Vegas verblijven en ik had twee verschillende hotels uitgekozen. Eerste nacht Strip – tweede nacht Fremont street. De hotels van Vegas zien voelt altijd toch weer als thuiskomen en een moment van herkenning hoewel er over de jaren al veel veranderd is, sommige zaken verdwijnen nooit. Vegas heeft ook nadelen en een van de nadelen is dat het soms ineens verrassend ingewikkeld is, met name in bepaalde gedeeltes van de strip. Het duurde even en een extra rondje rijden voor we beseften dat ons hotel de Vdara geen Self parking had. Boe! Want nu moesten we of ver lopen vanaf Aria, of onze supervuile-geocachemobiel-stofbak afgeven aan de (dure) valet. Zucht. Het werd het laatste want na een intens dagje geocaching-actie hadden we grote honger.
Verder beviel de Vdara ons echt super goed. Het is een hotel zonder veel lawaai, en ingewikkeld gedoe, en de check in ging vlot. Dat maakten we al wel eens anders mee in Las Vegas. Het hotel heeft geen eigen casino, maar daarvoor kan je makkelijk naar de aanpalende “zuster” hotels – eigenljk hoort de Vdara bij het Aria motel. De lift zoefde ons naar de 48ste vedieping, lekker hoog! Ik had een Fountain View Studio geboekt en wauw, echt een leuke kamer, met grote ramen. Licht en modern. Een heerlijk bed, een living (niet gebruikt) en een mooie badkamer met heerlijk ligbad. Het uitzicht was magnifiek want je zag recht op de strip en de fonteinen van het Bellagio. We dropten snel onze bagage neer, trokken een schoon shirt aan en vertrokken meteen want ik had ondertussen het diner geboekt. Dat was ons favoriete buffet, het Bacchanal buffet in Ceasar’s maar oh jee, wat een wandeling om daar te raken. Eerst door het Bellagio (verbonden met ons hotel); zo kwamen we bij de fonteinen uit. We konden zo ook al de prachtige Aziatische versieringen in het Bellagio bekijken, in een rapke toch. Daar waren we bij Ceasar’s maar dit hotel is zo massief groot. Het is het grootste hotel van Las Vegas met 4000 kamers in verschillende torens. We passeerden Hell’s Kitchen en een of ander Romeins standbeeld voor we de forum shops en het casino vonden en zo na navragen ook het buffet hehe. We waren op een “rustig” moment in Vegas (een winterse woensdagavond) dus het was niet overdreven druk en het buffet was weer super super goed. Vooral de kleine bordjes. Het is alleen jammer dat je na 3 of 4 buffet passages vol zit. Gewoon langs de buffetten lopen was al een hele wandeling trouwens, er was echt zo veel.
Met eindelijk goed gevulde buikjes maakten we nog een lange wandeling op de Strip. Altijd leuk! We zijn gewoon het in Las Vegas buiten heel warm te hebben en binnen heel koud door de airco. Maar nu in de winter is het omgekeerd. Binnen heel warm en buiten best koud en vest nodig. Wel gek. Maar de gekke figuren komen gelukkig ook bij koud weer buiten. Heel leuk was het om eindelijk na al die jaren toch eens de volcano show van Mirage te kunnen zien, wat ook meer de moeite was dan ik had verwacht. Allicht was het ook onze laatste kans, want de Mirage (waar we onze eerste nacht ooit in Las Vegas sliepen, in 2009) wordt verbouwd naar een Hard Rock hotel. Jammer! We wandelden helemaal tot aan het Venetian wat ’s avonds toch ook echt prachtig is om dan aan die kant terug te wandelen. Het straatje bij de High Roller reuzerad stond ook hoog op de wishlist en was leuk om eens te doen maar er was wel minder ambiance dan ik verwacht had. Er was overigens wel veel ambiance in de minder sjieke casino’s die in dit gedeelte van de Strip te vinden zijn, met volle casino’s en bars. Met name de pianobar sprak ons wel aan maar er was helaas geen zitje meer vrij. We passeerden de Flamingo wat we ook een mooi hotel vinden. Bij Paris Paris had ik graag eindelijk eens naar de top van de eifeltoren gegaan, maar bummer, die was al dicht. Geen nood, allicht kon het uitzicht toch niet tippen aan het uitzicht dat wij vanuit ons Vdara bed hadden! En zo ging het dan via de Aria, met versiering met veel lichtjes, terug naar Vdara en onze kamer, waar ik nog een deugddoend bad nam en we lang uit ons raam keken naar het uitzicht, inclusief Bellagio fonteinenshow. Beter kon bijna niet! Overnachting: Vdara Fountain View Studio, Las Vegas. Topkamer met topuitzicht.
Terug naar boven
Dag 7: Woensdag 8 Februari 2023
Van: San Bernardino, CA, United StatesVia: Route 66, Las Vegas Strip
Naar: Las Vegas, NV, United States
7 februari – BORREGO SPRINGS, CA > SAN BERNARDINO, CA - een bloemrijke en geocache-rijke dag in Anza Borrego
Al voor het licht werd stond ik op het terras voor onze motelkamer. Mooie roze luchten achter de palmbomen rondom het zwembad en de bergen. En heel veel gehuil – dat waren coyotes. We ontbeten op de kamer en ik moest gewoon te voet de baan oversteken voor de eerste geocache van de dag. In 2022 spendeerden we al eens een prachtige dag in Anza Borrego en ik was heel blij hier nog eens te komen. Dat was wel een maand later in het jaar, in maart. Maar ook op deze februari dag zouden we schitterend zonnig weer met strakblauwe luchten hebben.
We deden alvast wat geocaches rondom het “dorpje”Borrego Springs. Hierbij zagen we ook een coyote voor ons de weg oversteken.Wel een leuke plaats, zo te midden van het niks. Een vlakke woestijn maar in de verte rondom ruige bergen. Er staan ook de nodige palmbomen. Doel 1 van de dag was de Palm Canyon trail. Die deden we al eens in 2011, maar toen bij zonsondergang. Nu was het dus nog vroeg op de dag. Deze wandeling ligt in het Anza Borrego Desert State Park waar we een groot deel van de dag zouden vertoeven. We reden naar wat ik dacht dat de parking was. Oei, nog volledig dicht, en ook de parking was nog afgesloten. Wat nu. Ah oef, we waren gewoon mis. De parking voor de trail was niet bij het visitor center mar achter de camping. Op weg daar naar toe moesten we nog een fee betalen aan een eigenwijze ranger voor we konden parkeren bij de eerste mooie hoge palmbomen. We waren helemaal alleen. De totale wandeling is 3 miles en erg mooi, je wandelt de brede kloof in omgeven door hoge bergen en prachtige heuvelende woestijn met mooie cactussen, ocotillo’s (die helaas niet bloeiden) en lage struikjes. Opmerkelijk vond ik de creek met helder stromende water. Het pad kronkelde zachtjes bergop in de nauwer wordende canyon, waarbij de palmoase dichter en dichter kwam. We moesten de creek crossen (joepie) en wat verder kwamen we te midden van mooie palmbomen. Hier en daar waren zelfs mini watervalletjes. We moesten de creek te midden van grote boulders weer crossen (weer joepie) en stegen nog verder via en tussen grote boulders tot we bij de grote palmbomen-oase (waar je niet in mag) de “palm grove” kwamen. Zo mooi hier. Het stromende water en de grootte van de oase herinnerde ik me trouwens niet meer van de vorige keer.
Na de omgeving bewonderd te hebben, keerden we terug. Nu kwamen we stilaan meer wandelaars tegen (en moesten hard lachen met mensen die hier giga-rugzakken meesleuren op dit easy wandelingetje). Andere wandelaars vroegen of we de bighorn sheep gezien hadden, maar dat geluk hadden we niet gehad hoewel we zeker de eerste hikers van de dag waren. De uurtjes hierna brachten we door rondom Borrego Springs, en amai het was de moeite. Het barst hier van de geocaches, we zijn gek op de woestijn (de setting hier is echt zo mooi) en het staat hier ook vol “art” gemaakt van ijzer. Metershoge standbeelden. Nu zijn we niet van de kunst, maar de roestige kunstwerken rondom Borrego Springs zijn erg de moeite. Ze zijn eigenljk prive en liggen op Galleta Meadows maar iedereen mag er gewoon bijkomen en ja kan er met de wagen door de woestijn naar toe rijden. Echt top. En ze hadden bijna allemaal een eigen geocache. We zagen de kamelen, schildpadden, schorpioen, wijnplukkers, gekke beesten die we niet meteen konden identificeren, het hele lange serpent, olifanten,...
Zo kwamen we wat meer in het noorden van de vallei en in de omgeving van de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer wilfdlower; vooral roze bloempjes met ook wit en geel. Sommige stukken land waren trouwens verdacht kaal, misschien wordt hier soms iets op gekweekt. We hadden veel plezier want er waren hier verrassend leuke gadget geocaches en het was heerlijk rustig. Verderop langs de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer afwisselende wild flower velden aan de voet van de bergen en hier waren wel wat meer toeristen maar het was dan ook prachtig. Soms kent de woestijn “superbloom” en ik vroeg me af of dit die bekende superbloom was, want hoewel vroeg op het jaar, had California een natte winter gehad. We volgden de weg, de Borrego Salton Seaway, en kwamen te midden van mooie en woestere badlands terecht. Eigenlijk stond de Arroyo Salado dirt road op het programma, net als in 2011. Die gaat naar goed verstopte mini-oases. De weg lag echter zo slecht dat we het met onze huidige SUV (zonder 4WD) toch geen goed idee vonden... We maakten wel nog stops bij het bord van “Let those who seek Pegleg's gold add ten rocks to this pile” bij een grote steenhoop (en een RV camping, dat wild kamperen in de woestijn zag je hier naar onze zin echt veel te veel, behoorlijk irritant) en bij de Calcite mine (waar een heel verleidelijke dirt road steil naar beneden ging). En uiteraard een foto van het toegangsbord van het State Park, want we waren hier bij een van de oostelijk ingangen.
Bijna middag en ik had een goede picnic plaats ingedachten, daarvoor ging het terug naar Borrego Spring, deze keer via de weg langs hun luchthaventje. We aten op de hele groene en met palmbomen beplante “circle”, een gigantisch rondpunt waar ze een mooi picnic park van gemaakt hebben. Daarna zetten we koers naar Ocotillo Wells. Niet na eerst nog een paar van de beelden bezocht te hebben, deze keer via wat spannendere dirt roads door de woestijnbushes en cactussen, naar de dinosaurussen. We reden een flink eind naar een andere oostelijke ingang, richting Ocotillo Wells. De weg er naar toe was minder spectaculair (minder badlands) maar wel heel heuvelachtige met verzichten op de lange weg voor ons. Een heel heel vreemde verzameling van barakken/kleine trailer woningen, heel grote wijken met dirt roads tussen. Brrr. Het leek ons niet echt fijn om hier te wonen. Dit lag buiten het park, maar we draaiden al snel het park weer in, voor de Fish Creek dirt road. Eerst reden we tot de nog in gebruik zijnde gips mijn (volgens Roel een bekend merk) om daarna de dirt road in te gaan. Hier volg je een wash. Eerst heel breed. Maar mmmm, de weg lag heel slecht. We moesten achteruit rijden en kozen de andere kant van de wash. Het leek hier relatief recentlijk toch behoorlijk slecht weer geweest te zijn, want de weg lag niet goed. Veel losse stenen ook. Roel is niet rap bang van stenige wegen dus we tuften – zij het voorzichtig – door om echt in de canyon uit te komen, aan de voet van hele hoge rotswanden. Dit gedeelte noemt Split Mountain. Prachtig. Er was daar ook een heel spannend stukje bij een bocht onderaan een hoge rotswand, waar ons wiel bleef spinnen maar gelukkig was onze Jeep Cherokee de slechtste nog net en we konden verder. Bij het volgende spannende stuk (ongeveer een kilometer voor de wind caves) draaiden we wijselijk om....
Er is hier zo enorm veel te doen in Anza Borrego, met een goede echte 4X4 toch, maar ons bezoekje zat er op en het was tijd om Westwaarts te rijden. Na een laatste mooie viewpoint stop in het park reden we via de prachtige bochtige wegen en “passen” het park weer uit – dezelfde route als de dag er voor in het donker, toch gedeeltelijk. Wauw. Een soort bergpas gaf mooie uitzichten (de CA78) en zo kwamen we langzaamaan weer de iets meer geciviliseerde wereld in met landlijke boerderij stijl huizen. Glooiende groene heuvels en meer specaculaire stenige bergen. We waren nu in drukker stedelijk gebied terwijl we duidelijk bleven dalen tot de kust vlakte (?) en in heel heel druk verkeer terecht kwamen, de California kust. Tja, you love it or you have it. Wij vinden het te druk. Na het nodige filerijden kwamen we eindelijk bij de kust. Ik werd wat zenuwachtig want we wilden hier op het strand een zeldzame webam geocache doen, in de omgeving van La Jolla bij San Diego. Bij een al heel roze hemel lukte dat net, al vond Roel geen parking. Maar de oceaan hadden we zo toch ook gezien. We hadden er al een flinke rit op zitten, maar hadden nu nog 1.5 u voor de boeg naar San Bernardino, dat meer ter hoogte van LA zit. Om fileleed te vermijden, gingen we eerst ergens eten en het was fijn even uit te rusten van een drukke dag aan de bar van Olive Garden. Nog een uurtje rijden en daar was ons super super leuke hotel; het Wigwam Motel, een hotel van 70 jaar oud uit de route 66 tijden. Zelfs in het donker enorm sfeervol en we hadden een leuke teepee – van steen gelukkig. Er zijn nog drie van zulke wigwam-villages over in de US, en dit was de tweede waar wij verbleven (de andere was 2 jaar eerder in Hollbrook). Hotel: WigWam Motel, San Bernardino. I love it!
8 februari – SAN BERNARDINO, CA > LAS VEGAS, NV – Getting our geo-kicks on Route 66
Bij zonsopkomst stak ik mijn kop al uit de Wigwam. Roze luchten met hoge palmbomen, witte teepee’s en bergen op de achtergrond. We wandelden een rondje tussen de wigwams en wat oude auto’s en dergelijke voor de koelbox werd ingeladen en we onze tent achter ons lieten. Richting de bergen. San Bernardino had heel veel daklozen – die hadden we gisterenavond ook gezien tijdens onze rit naar de kust. In California lijken er nog meer te zijn dan bvb in New Jersey en wij zijn wel iets gewoon wat dat betreft. Doel was ontbijt in de “first McDonald’s”. Dat viel al dik tegen, want deze eerste McDonalds was enkel een museum dat nog niet open was en geen openzijnd fastfood restaurant. Boe! We zetten koers over de bergen met sneeuwtoppen en lange treinen door de vallei, de oude route 66 volgend deels over een zijweg van de interstate. Veel verkeer hier. Deze route noemt de Cajon pass, mooie route!, en bovenop de pass stopten we nog even. Uiteindelijk kwamen we uit in Barstow waar we in 2019 als eens overnachtten in een route 66 motelletje. Het museum met de meteoor dat ze hier hebben was weer gesloten, dus het werd niet meer dan een tank stop en even rondkijken buiten bij het visitor center. Het hoofddoel van vandaag was geocachen langs route 66, maar voor we daar aan begonnen wilden we graag nog eens gaan eten in de leuke jaren ‘50’s diner waar we in 2019 ook waren: Peggy Sue’s. Dat werd een laat ontbijt in ons geval. De serveuses hebben zo van die grappige roze-groenige kleedjes aan en het staat vol speciaal decor uit die tijd. Na het eten kregen we een bonnetje voor iets uit winkeltje – Roel was erg teleurgesteld toen bleek dat dit slechts een heel klein snoepje was, hihi.
We staken door van de I15 naar de I40 en daar waren we weer op route 66, een van de enige stukken die we nog niet gereden hadden (tussen pakweg Barstow en Amboy). Route 66 (met vaak een schildering op de weg) loopt hier parallel aan de nieuwere interstate. We maakten uiteraard meer toeristische stops: bij een oude barn/bar, een caboose waar je in kon (de machinist stoel bleek erg hoog!), in Ludlow,... maar uiteindelijk ging het vooral om de vele kleine stops want we vonden toch een dikke 200 caches van de Route 66 powertrail. We hebben dus flink stof gehapt want dit stuk desert is enorm stoffig, al wordt het op veel plaatsen onderbroken door lavastromen en dergelijke. De highlight van de dag waren absoluut de lange lange treinen die regelmatig passeerden, het blijft indrukwekkend en een van de “themes” van deze reis eigenlijk. Heel leuk was de Pisgaw crater en lava flows want je kon via een dirt road tot boven op de crater voor een weids uitzicht!
Bij Roy’s (tankstation, verlaten motel en schooltje, shoe tree) in Amboy kwam onze route 66 powertrail voor ons toch tot een einde want de zon begon onder te gaan. Wat verder is de route trouwens afgesloten door floods vorig jaar. We staken dus door tot de I15 en daarna koost de GPS tot mijn verbazing de route (de Kelbaker Road en de Kelso-Cima Road) dwars door Mojave National Preserve, waar we al een paar keer waren en erg mooi is. Een beetje bekend terrein dus (al zijn er na flashfloods nog heel wat wegen afgesloten). De route was wel grotendeels in het donker, jammer, want er zijn hier spectaculaire joshua velden. Het was al even donker toen we op Las Vegas afstevenden (onze 9de keer hier, ik probeer het toch altijd in de route in te passen) en daar was dan de Strip, het eerste wat je altijd ziet in het donker is de laserstraal recht de lucht in bij de piramide van het Luxor. We zouden 2 nachten in Vegas verblijven en ik had twee verschillende hotels uitgekozen. Eerste nacht Strip – tweede nacht Fremont street. De hotels van Vegas zien voelt altijd toch weer als thuiskomen en een moment van herkenning hoewel er over de jaren al veel veranderd is, sommige zaken verdwijnen nooit. Vegas heeft ook nadelen en een van de nadelen is dat het soms ineens verrassend ingewikkeld is, met name in bepaalde gedeeltes van de strip. Het duurde even en een extra rondje rijden voor we beseften dat ons hotel de Vdara geen Self parking had. Boe! Want nu moesten we of ver lopen vanaf Aria, of onze supervuile-geocachemobiel-stofbak afgeven aan de (dure) valet. Zucht. Het werd het laatste want na een intens dagje geocaching-actie hadden we grote honger.
Verder beviel de Vdara ons echt super goed. Het is een hotel zonder veel lawaai, en ingewikkeld gedoe, en de check in ging vlot. Dat maakten we al wel eens anders mee in Las Vegas. Het hotel heeft geen eigen casino, maar daarvoor kan je makkelijk naar de aanpalende “zuster” hotels – eigenljk hoort de Vdara bij het Aria motel. De lift zoefde ons naar de 48ste vedieping, lekker hoog! Ik had een Fountain View Studio geboekt en wauw, echt een leuke kamer, met grote ramen. Licht en modern. Een heerlijk bed, een living (niet gebruikt) en een mooie badkamer met heerlijk ligbad. Het uitzicht was magnifiek want je zag recht op de strip en de fonteinen van het Bellagio. We dropten snel onze bagage neer, trokken een schoon shirt aan en vertrokken meteen want ik had ondertussen het diner geboekt. Dat was ons favoriete buffet, het Bacchanal buffet in Ceasar’s maar oh jee, wat een wandeling om daar te raken. Eerst door het Bellagio (verbonden met ons hotel); zo kwamen we bij de fonteinen uit. We konden zo ook al de prachtige Aziatische versieringen in het Bellagio bekijken, in een rapke toch. Daar waren we bij Ceasar’s maar dit hotel is zo massief groot. Het is het grootste hotel van Las Vegas met 4000 kamers in verschillende torens. We passeerden Hell’s Kitchen en een of ander Romeins standbeeld voor we de forum shops en het casino vonden en zo na navragen ook het buffet hehe. We waren op een “rustig” moment in Vegas (een winterse woensdagavond) dus het was niet overdreven druk en het buffet was weer super super goed. Vooral de kleine bordjes. Het is alleen jammer dat je na 3 of 4 buffet passages vol zit. Gewoon langs de buffetten lopen was al een hele wandeling trouwens, er was echt zo veel.
Met eindelijk goed gevulde buikjes maakten we nog een lange wandeling op de Strip. Altijd leuk! We zijn gewoon het in Las Vegas buiten heel warm te hebben en binnen heel koud door de airco. Maar nu in de winter is het omgekeerd. Binnen heel warm en buiten best koud en vest nodig. Wel gek. Maar de gekke figuren komen gelukkig ook bij koud weer buiten. Heel leuk was het om eindelijk na al die jaren toch eens de volcano show van Mirage te kunnen zien, wat ook meer de moeite was dan ik had verwacht. Allicht was het ook onze laatste kans, want de Mirage (waar we onze eerste nacht ooit in Las Vegas sliepen, in 2009) wordt verbouwd naar een Hard Rock hotel. Jammer! We wandelden helemaal tot aan het Venetian wat ’s avonds toch ook echt prachtig is om dan aan die kant terug te wandelen. Het straatje bij de High Roller reuzerad stond ook hoog op de wishlist en was leuk om eens te doen maar er was wel minder ambiance dan ik verwacht had. Er was overigens wel veel ambiance in de minder sjieke casino’s die in dit gedeelte van de Strip te vinden zijn, met volle casino’s en bars. Met name de pianobar sprak ons wel aan maar er was helaas geen zitje meer vrij. We passeerden de Flamingo wat we ook een mooi hotel vinden. Bij Paris Paris had ik graag eindelijk eens naar de top van de eifeltoren gegaan, maar bummer, die was al dicht. Geen nood, allicht kon het uitzicht toch niet tippen aan het uitzicht dat wij vanuit ons Vdara bed hadden! En zo ging het dan via de Aria, met versiering met veel lichtjes, terug naar Vdara en onze kamer, waar ik nog een deugddoend bad nam en we lang uit ons raam keken naar het uitzicht, inclusief Bellagio fonteinenshow. Beter kon bijna niet! Overnachting: Vdara Fountain View Studio, Las Vegas. Topkamer met topuitzicht.
Al voor het licht werd stond ik op het terras voor onze motelkamer. Mooie roze luchten achter de palmbomen rondom het zwembad en de bergen. En heel veel gehuil – dat waren coyotes. We ontbeten op de kamer en ik moest gewoon te voet de baan oversteken voor de eerste geocache van de dag. In 2022 spendeerden we al eens een prachtige dag in Anza Borrego en ik was heel blij hier nog eens te komen. Dat was wel een maand later in het jaar, in maart. Maar ook op deze februari dag zouden we schitterend zonnig weer met strakblauwe luchten hebben.
We deden alvast wat geocaches rondom het “dorpje”Borrego Springs. Hierbij zagen we ook een coyote voor ons de weg oversteken.Wel een leuke plaats, zo te midden van het niks. Een vlakke woestijn maar in de verte rondom ruige bergen. Er staan ook de nodige palmbomen. Doel 1 van de dag was de Palm Canyon trail. Die deden we al eens in 2011, maar toen bij zonsondergang. Nu was het dus nog vroeg op de dag. Deze wandeling ligt in het Anza Borrego Desert State Park waar we een groot deel van de dag zouden vertoeven. We reden naar wat ik dacht dat de parking was. Oei, nog volledig dicht, en ook de parking was nog afgesloten. Wat nu. Ah oef, we waren gewoon mis. De parking voor de trail was niet bij het visitor center mar achter de camping. Op weg daar naar toe moesten we nog een fee betalen aan een eigenwijze ranger voor we konden parkeren bij de eerste mooie hoge palmbomen. We waren helemaal alleen. De totale wandeling is 3 miles en erg mooi, je wandelt de brede kloof in omgeven door hoge bergen en prachtige heuvelende woestijn met mooie cactussen, ocotillo’s (die helaas niet bloeiden) en lage struikjes. Opmerkelijk vond ik de creek met helder stromende water. Het pad kronkelde zachtjes bergop in de nauwer wordende canyon, waarbij de palmoase dichter en dichter kwam. We moesten de creek crossen (joepie) en wat verder kwamen we te midden van mooie palmbomen. Hier en daar waren zelfs mini watervalletjes. We moesten de creek te midden van grote boulders weer crossen (weer joepie) en stegen nog verder via en tussen grote boulders tot we bij de grote palmbomen-oase (waar je niet in mag) de “palm grove” kwamen. Zo mooi hier. Het stromende water en de grootte van de oase herinnerde ik me trouwens niet meer van de vorige keer.
Na de omgeving bewonderd te hebben, keerden we terug. Nu kwamen we stilaan meer wandelaars tegen (en moesten hard lachen met mensen die hier giga-rugzakken meesleuren op dit easy wandelingetje). Andere wandelaars vroegen of we de bighorn sheep gezien hadden, maar dat geluk hadden we niet gehad hoewel we zeker de eerste hikers van de dag waren. De uurtjes hierna brachten we door rondom Borrego Springs, en amai het was de moeite. Het barst hier van de geocaches, we zijn gek op de woestijn (de setting hier is echt zo mooi) en het staat hier ook vol “art” gemaakt van ijzer. Metershoge standbeelden. Nu zijn we niet van de kunst, maar de roestige kunstwerken rondom Borrego Springs zijn erg de moeite. Ze zijn eigenljk prive en liggen op Galleta Meadows maar iedereen mag er gewoon bijkomen en ja kan er met de wagen door de woestijn naar toe rijden. Echt top. En ze hadden bijna allemaal een eigen geocache. We zagen de kamelen, schildpadden, schorpioen, wijnplukkers, gekke beesten die we niet meteen konden identificeren, het hele lange serpent, olifanten,...
Zo kwamen we wat meer in het noorden van de vallei en in de omgeving van de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer wilfdlower; vooral roze bloempjes met ook wit en geel. Sommige stukken land waren trouwens verdacht kaal, misschien wordt hier soms iets op gekweekt. We hadden veel plezier want er waren hier verrassend leuke gadget geocaches en het was heerlijk rustig. Verderop langs de Henderson Canyon Road zagen we meer en meer afwisselende wild flower velden aan de voet van de bergen en hier waren wel wat meer toeristen maar het was dan ook prachtig. Soms kent de woestijn “superbloom” en ik vroeg me af of dit die bekende superbloom was, want hoewel vroeg op het jaar, had California een natte winter gehad. We volgden de weg, de Borrego Salton Seaway, en kwamen te midden van mooie en woestere badlands terecht. Eigenlijk stond de Arroyo Salado dirt road op het programma, net als in 2011. Die gaat naar goed verstopte mini-oases. De weg lag echter zo slecht dat we het met onze huidige SUV (zonder 4WD) toch geen goed idee vonden... We maakten wel nog stops bij het bord van “Let those who seek Pegleg's gold add ten rocks to this pile” bij een grote steenhoop (en een RV camping, dat wild kamperen in de woestijn zag je hier naar onze zin echt veel te veel, behoorlijk irritant) en bij de Calcite mine (waar een heel verleidelijke dirt road steil naar beneden ging). En uiteraard een foto van het toegangsbord van het State Park, want we waren hier bij een van de oostelijk ingangen.
Bijna middag en ik had een goede picnic plaats ingedachten, daarvoor ging het terug naar Borrego Spring, deze keer via de weg langs hun luchthaventje. We aten op de hele groene en met palmbomen beplante “circle”, een gigantisch rondpunt waar ze een mooi picnic park van gemaakt hebben. Daarna zetten we koers naar Ocotillo Wells. Niet na eerst nog een paar van de beelden bezocht te hebben, deze keer via wat spannendere dirt roads door de woestijnbushes en cactussen, naar de dinosaurussen. We reden een flink eind naar een andere oostelijke ingang, richting Ocotillo Wells. De weg er naar toe was minder spectaculair (minder badlands) maar wel heel heuvelachtige met verzichten op de lange weg voor ons. Een heel heel vreemde verzameling van barakken/kleine trailer woningen, heel grote wijken met dirt roads tussen. Brrr. Het leek ons niet echt fijn om hier te wonen. Dit lag buiten het park, maar we draaiden al snel het park weer in, voor de Fish Creek dirt road. Eerst reden we tot de nog in gebruik zijnde gips mijn (volgens Roel een bekend merk) om daarna de dirt road in te gaan. Hier volg je een wash. Eerst heel breed. Maar mmmm, de weg lag heel slecht. We moesten achteruit rijden en kozen de andere kant van de wash. Het leek hier relatief recentlijk toch behoorlijk slecht weer geweest te zijn, want de weg lag niet goed. Veel losse stenen ook. Roel is niet rap bang van stenige wegen dus we tuften – zij het voorzichtig – door om echt in de canyon uit te komen, aan de voet van hele hoge rotswanden. Dit gedeelte noemt Split Mountain. Prachtig. Er was daar ook een heel spannend stukje bij een bocht onderaan een hoge rotswand, waar ons wiel bleef spinnen maar gelukkig was onze Jeep Cherokee de slechtste nog net en we konden verder. Bij het volgende spannende stuk (ongeveer een kilometer voor de wind caves) draaiden we wijselijk om....
Er is hier zo enorm veel te doen in Anza Borrego, met een goede echte 4X4 toch, maar ons bezoekje zat er op en het was tijd om Westwaarts te rijden. Na een laatste mooie viewpoint stop in het park reden we via de prachtige bochtige wegen en “passen” het park weer uit – dezelfde route als de dag er voor in het donker, toch gedeeltelijk. Wauw. Een soort bergpas gaf mooie uitzichten (de CA78) en zo kwamen we langzaamaan weer de iets meer geciviliseerde wereld in met landlijke boerderij stijl huizen. Glooiende groene heuvels en meer specaculaire stenige bergen. We waren nu in drukker stedelijk gebied terwijl we duidelijk bleven dalen tot de kust vlakte (?) en in heel heel druk verkeer terecht kwamen, de California kust. Tja, you love it or you have it. Wij vinden het te druk. Na het nodige filerijden kwamen we eindelijk bij de kust. Ik werd wat zenuwachtig want we wilden hier op het strand een zeldzame webam geocache doen, in de omgeving van La Jolla bij San Diego. Bij een al heel roze hemel lukte dat net, al vond Roel geen parking. Maar de oceaan hadden we zo toch ook gezien. We hadden er al een flinke rit op zitten, maar hadden nu nog 1.5 u voor de boeg naar San Bernardino, dat meer ter hoogte van LA zit. Om fileleed te vermijden, gingen we eerst ergens eten en het was fijn even uit te rusten van een drukke dag aan de bar van Olive Garden. Nog een uurtje rijden en daar was ons super super leuke hotel; het Wigwam Motel, een hotel van 70 jaar oud uit de route 66 tijden. Zelfs in het donker enorm sfeervol en we hadden een leuke teepee – van steen gelukkig. Er zijn nog drie van zulke wigwam-villages over in de US, en dit was de tweede waar wij verbleven (de andere was 2 jaar eerder in Hollbrook). Hotel: WigWam Motel, San Bernardino. I love it!
8 februari – SAN BERNARDINO, CA > LAS VEGAS, NV – Getting our geo-kicks on Route 66
Bij zonsopkomst stak ik mijn kop al uit de Wigwam. Roze luchten met hoge palmbomen, witte teepee’s en bergen op de achtergrond. We wandelden een rondje tussen de wigwams en wat oude auto’s en dergelijke voor de koelbox werd ingeladen en we onze tent achter ons lieten. Richting de bergen. San Bernardino had heel veel daklozen – die hadden we gisterenavond ook gezien tijdens onze rit naar de kust. In California lijken er nog meer te zijn dan bvb in New Jersey en wij zijn wel iets gewoon wat dat betreft. Doel was ontbijt in de “first McDonald’s”. Dat viel al dik tegen, want deze eerste McDonalds was enkel een museum dat nog niet open was en geen openzijnd fastfood restaurant. Boe! We zetten koers over de bergen met sneeuwtoppen en lange treinen door de vallei, de oude route 66 volgend deels over een zijweg van de interstate. Veel verkeer hier. Deze route noemt de Cajon pass, mooie route!, en bovenop de pass stopten we nog even. Uiteindelijk kwamen we uit in Barstow waar we in 2019 als eens overnachtten in een route 66 motelletje. Het museum met de meteoor dat ze hier hebben was weer gesloten, dus het werd niet meer dan een tank stop en even rondkijken buiten bij het visitor center. Het hoofddoel van vandaag was geocachen langs route 66, maar voor we daar aan begonnen wilden we graag nog eens gaan eten in de leuke jaren ‘50’s diner waar we in 2019 ook waren: Peggy Sue’s. Dat werd een laat ontbijt in ons geval. De serveuses hebben zo van die grappige roze-groenige kleedjes aan en het staat vol speciaal decor uit die tijd. Na het eten kregen we een bonnetje voor iets uit winkeltje – Roel was erg teleurgesteld toen bleek dat dit slechts een heel klein snoepje was, hihi.
We staken door van de I15 naar de I40 en daar waren we weer op route 66, een van de enige stukken die we nog niet gereden hadden (tussen pakweg Barstow en Amboy). Route 66 (met vaak een schildering op de weg) loopt hier parallel aan de nieuwere interstate. We maakten uiteraard meer toeristische stops: bij een oude barn/bar, een caboose waar je in kon (de machinist stoel bleek erg hoog!), in Ludlow,... maar uiteindelijk ging het vooral om de vele kleine stops want we vonden toch een dikke 200 caches van de Route 66 powertrail. We hebben dus flink stof gehapt want dit stuk desert is enorm stoffig, al wordt het op veel plaatsen onderbroken door lavastromen en dergelijke. De highlight van de dag waren absoluut de lange lange treinen die regelmatig passeerden, het blijft indrukwekkend en een van de “themes” van deze reis eigenlijk. Heel leuk was de Pisgaw crater en lava flows want je kon via een dirt road tot boven op de crater voor een weids uitzicht!
Bij Roy’s (tankstation, verlaten motel en schooltje, shoe tree) in Amboy kwam onze route 66 powertrail voor ons toch tot een einde want de zon begon onder te gaan. Wat verder is de route trouwens afgesloten door floods vorig jaar. We staken dus door tot de I15 en daarna koost de GPS tot mijn verbazing de route (de Kelbaker Road en de Kelso-Cima Road) dwars door Mojave National Preserve, waar we al een paar keer waren en erg mooi is. Een beetje bekend terrein dus (al zijn er na flashfloods nog heel wat wegen afgesloten). De route was wel grotendeels in het donker, jammer, want er zijn hier spectaculaire joshua velden. Het was al even donker toen we op Las Vegas afstevenden (onze 9de keer hier, ik probeer het toch altijd in de route in te passen) en daar was dan de Strip, het eerste wat je altijd ziet in het donker is de laserstraal recht de lucht in bij de piramide van het Luxor. We zouden 2 nachten in Vegas verblijven en ik had twee verschillende hotels uitgekozen. Eerste nacht Strip – tweede nacht Fremont street. De hotels van Vegas zien voelt altijd toch weer als thuiskomen en een moment van herkenning hoewel er over de jaren al veel veranderd is, sommige zaken verdwijnen nooit. Vegas heeft ook nadelen en een van de nadelen is dat het soms ineens verrassend ingewikkeld is, met name in bepaalde gedeeltes van de strip. Het duurde even en een extra rondje rijden voor we beseften dat ons hotel de Vdara geen Self parking had. Boe! Want nu moesten we of ver lopen vanaf Aria, of onze supervuile-geocachemobiel-stofbak afgeven aan de (dure) valet. Zucht. Het werd het laatste want na een intens dagje geocaching-actie hadden we grote honger.
Verder beviel de Vdara ons echt super goed. Het is een hotel zonder veel lawaai, en ingewikkeld gedoe, en de check in ging vlot. Dat maakten we al wel eens anders mee in Las Vegas. Het hotel heeft geen eigen casino, maar daarvoor kan je makkelijk naar de aanpalende “zuster” hotels – eigenljk hoort de Vdara bij het Aria motel. De lift zoefde ons naar de 48ste vedieping, lekker hoog! Ik had een Fountain View Studio geboekt en wauw, echt een leuke kamer, met grote ramen. Licht en modern. Een heerlijk bed, een living (niet gebruikt) en een mooie badkamer met heerlijk ligbad. Het uitzicht was magnifiek want je zag recht op de strip en de fonteinen van het Bellagio. We dropten snel onze bagage neer, trokken een schoon shirt aan en vertrokken meteen want ik had ondertussen het diner geboekt. Dat was ons favoriete buffet, het Bacchanal buffet in Ceasar’s maar oh jee, wat een wandeling om daar te raken. Eerst door het Bellagio (verbonden met ons hotel); zo kwamen we bij de fonteinen uit. We konden zo ook al de prachtige Aziatische versieringen in het Bellagio bekijken, in een rapke toch. Daar waren we bij Ceasar’s maar dit hotel is zo massief groot. Het is het grootste hotel van Las Vegas met 4000 kamers in verschillende torens. We passeerden Hell’s Kitchen en een of ander Romeins standbeeld voor we de forum shops en het casino vonden en zo na navragen ook het buffet hehe. We waren op een “rustig” moment in Vegas (een winterse woensdagavond) dus het was niet overdreven druk en het buffet was weer super super goed. Vooral de kleine bordjes. Het is alleen jammer dat je na 3 of 4 buffet passages vol zit. Gewoon langs de buffetten lopen was al een hele wandeling trouwens, er was echt zo veel.
Met eindelijk goed gevulde buikjes maakten we nog een lange wandeling op de Strip. Altijd leuk! We zijn gewoon het in Las Vegas buiten heel warm te hebben en binnen heel koud door de airco. Maar nu in de winter is het omgekeerd. Binnen heel warm en buiten best koud en vest nodig. Wel gek. Maar de gekke figuren komen gelukkig ook bij koud weer buiten. Heel leuk was het om eindelijk na al die jaren toch eens de volcano show van Mirage te kunnen zien, wat ook meer de moeite was dan ik had verwacht. Allicht was het ook onze laatste kans, want de Mirage (waar we onze eerste nacht ooit in Las Vegas sliepen, in 2009) wordt verbouwd naar een Hard Rock hotel. Jammer! We wandelden helemaal tot aan het Venetian wat ’s avonds toch ook echt prachtig is om dan aan die kant terug te wandelen. Het straatje bij de High Roller reuzerad stond ook hoog op de wishlist en was leuk om eens te doen maar er was wel minder ambiance dan ik verwacht had. Er was overigens wel veel ambiance in de minder sjieke casino’s die in dit gedeelte van de Strip te vinden zijn, met volle casino’s en bars. Met name de pianobar sprak ons wel aan maar er was helaas geen zitje meer vrij. We passeerden de Flamingo wat we ook een mooi hotel vinden. Bij Paris Paris had ik graag eindelijk eens naar de top van de eifeltoren gegaan, maar bummer, die was al dicht. Geen nood, allicht kon het uitzicht toch niet tippen aan het uitzicht dat wij vanuit ons Vdara bed hadden! En zo ging het dan via de Aria, met versiering met veel lichtjes, terug naar Vdara en onze kamer, waar ik nog een deugddoend bad nam en we lang uit ons raam keken naar het uitzicht, inclusief Bellagio fonteinenshow. Beter kon bijna niet! Overnachting: Vdara Fountain View Studio, Las Vegas. Topkamer met topuitzicht.
Terug naar boven
Dag 8: Donderdag 9 Februari 2023
Van: Las Vegas, NV, United StatesVia: Anniversary Narrows, Las Vegas Fremont Street
Naar: Las Vegas, NV, United States
9 Februari: LAS VEGAS – een dag met veel kleur
We sliepen langer dan deze reis onze gewoonte was en het was al licht toen onze rolgordijnen omhoog gingen. Ook ’s morgens was het uitzicht mooi en dan was het tijd om onze sjieke kamer vaarwel te zeggen. Aanrader hoor, dit hotel. Heel rustig ook! Voor overdag hadden we een dagje woestijn en stof happen voorzien en zo reden we Las Vegas uit in oostelijke richting. We zagen weer de nodige daklozen en wazige figuren. We volgden de Lake Mead Boulevard door een grillig rotsen/gebergte gebied. Wat ons opviel was het vele gebroken glas overal op de bergen en de vele mensen die hier schijnbaar in hun geparkeerde auto leefden. Bij Sunrise Mountain reden we een korte stuk dirtroad door een gebied met mooi gekleurde bergen en wat schijnbaar spannende dirt roads waren. Een beetje verder mochten we onze Nationale Parken pas bovenhalen want er stond een toegangskotje voor de Lake Mead National Recreation Area. De parkweg parallel aan het meer was super mooi, bochtig en kleurrijk, met soms heel mooie kleurrijke en ook rode rotspartijen. Veel foto’s gemaakt tijdens het rijden!
Ons doel was iets dat al jaren op mijn verlanglijst stond: Anniversary Narrows. Volgens mijn informatie moest je een dirtroad enkele mijlen volgen, maar tarara boem. Daar stonden we dan, bovenaan een steile afzonk naar de wash met veel grote stenen en los zand. Dat ging ‘m niet worden met onze rental SUV. We maakten al rechtsomkeer toen Roel voorstelde om gewoon verder te wandelen. Een paar mijltjes meer, en nogal vlak, daar malen wij inderdaad eigenlijk niet om. En heel blij dat we dat gedaan hebben. Na onze zware Vegas maaltijd (enkel een energie reep gegeten die middag) deed eens flink stappen ons deugd en de kleurrijke rotsomgeving was prachtig. We wandelden dus door een wash en over een dirt road die we prima hadden kunnen rijden, was het niet voor die afzonk geweest. We waren hier ook echt helemaal alleen op de wereld, altijd extra tof. Bijna helemaal alleen toch, er was een andere wandelaar die we in de verte zagen. We passeerden een Ore mijn, waar een bord stond dat je er ook “gems” mocht verzamelen en ook een stuk mijn dat duidelijk nog actief was. Bergop en bergaf kwamen we weer bij een wash (met weer een flinke afzonk) en zo liepen we canyon in met meteen mooi gekleurde en gevormde rotsen. Veel roze bijvoorbeeld, en verder ook heel hoge canyonwanden (met hier en daar mijnopeningen). We vonden op onze wandeling ook enkele geocaches. En daar waren dan de eigenlijk narrows; een slot canyon, heerlijk kronkelend. Ik ben gek op slot canyons en dit was een bijzonder fraai exemplaar met mooie lichtinval en kleuren en vormen. Top. En vooral, lekker lang, dat is meestal wel anders. Het kronkelen bleef maar duren (gelukkig). Er waren wel een paar obstakels maar niks onoverkomelijk. Op het einde van de narrows vonden we nog een geocache op een heuveltje in de wash, waar we even pauzeerden en rechtsomkeer te maken om weer volle bak te genieten van de terugwandeling. Heel tevreden arriveerden we terug bij onze auto.
Terug richting Vegas haalden we iets lekkers te drinken bij Starbucks om vervolgens ten zuiden van Las Vegas de Eldorado geocaching trail aan te vatten. Hier hadden we op eerdere reizen al stukken van gedaan. Het loopt te midden van de woestijn met veel cactussen en was bushes. Een zanderige weg met veel stenen. De weg lag veel slechter dan verwacht met soms flinke dips waar we erg voorzichtig door moesten rijden. Tegen zonsondergang moesten we jammer genoeg stoppen en was het wel even spannend of we route door konden rijden tot de highway of rechtsomkeer moesten maken. Een paar spannende passages maar we geraakten toch veilig en wel en net toen het donker was op de highway. Oef. Zo konden we weer vaart zetten op weg naar Sin City. Deze avond werd een avondje Downtown oftewel Fremont Street en zo reden we vlotjes (downtown is veel simpeler dan de Strip) de (gratis) self parking van onze favoriete hotel de Golden Nugget binnen! Hier kom je niet voor het mooie uitzicht zoals Vdara maar voor de ligging en het sfeervolle casino. Deze keer sliepen we weer in de Rush Tower, nogal een donkere maar weer comfortabele kamer.
Net als de avond er voor was het weer etenstijd en we trokken net als bij ons vorige Vegas bezoek twee jaar terug naar de Heart Attack Grill. We kregen patienten hortjes om en bestelden weer van de verpleegsters onze vodka spuiten en wijnbaxters. De burgers en frieten kregen we niet op, maar gelukkig vroeg de verpleegster of we gespankt wilden worden. Nee! Oef. We hebben hier minder gelachen dan de vorige keer, gewoon omdat er veel minder klanten waren en eigenlijk moet het hier druk zijn. De rest van de avond wandelden we Fremont Street af en enkele casino’s in en uit. Er waren een aantal heel leuke straat artiesten en optreden. Fremont street blijft mijn favoriet! Helaas krijg je wel nergens meer de beads (kralensnoeren). Boooo. We gingen ook iets (ik mimosa natuurlijk) drinken in een gezellige bar in een gloednieuw adults only casino/hotel (ik denk de Circa) waarvoor eerst onze ID gechecked werd. In veel casino’s was het echt super druk aan de tafels. Buiten was het wel wat rustiger dan andere bezoeken maar wel nog altijd gezellig en superplezant. De vele lichtjes en de Fremont Street Experience, me like! Als afsluiter dronken we iets aan een kleine bar in de Golden Nugget waar de laatste coctail wel wat te zwaar viel pfff. Maar gelukkig wist Roel de kamer nog zijn lol. Overnachting: Golden Nugget, Rush tower, Las Vegas
We sliepen langer dan deze reis onze gewoonte was en het was al licht toen onze rolgordijnen omhoog gingen. Ook ’s morgens was het uitzicht mooi en dan was het tijd om onze sjieke kamer vaarwel te zeggen. Aanrader hoor, dit hotel. Heel rustig ook! Voor overdag hadden we een dagje woestijn en stof happen voorzien en zo reden we Las Vegas uit in oostelijke richting. We zagen weer de nodige daklozen en wazige figuren. We volgden de Lake Mead Boulevard door een grillig rotsen/gebergte gebied. Wat ons opviel was het vele gebroken glas overal op de bergen en de vele mensen die hier schijnbaar in hun geparkeerde auto leefden. Bij Sunrise Mountain reden we een korte stuk dirtroad door een gebied met mooi gekleurde bergen en wat schijnbaar spannende dirt roads waren. Een beetje verder mochten we onze Nationale Parken pas bovenhalen want er stond een toegangskotje voor de Lake Mead National Recreation Area. De parkweg parallel aan het meer was super mooi, bochtig en kleurrijk, met soms heel mooie kleurrijke en ook rode rotspartijen. Veel foto’s gemaakt tijdens het rijden!
Ons doel was iets dat al jaren op mijn verlanglijst stond: Anniversary Narrows. Volgens mijn informatie moest je een dirtroad enkele mijlen volgen, maar tarara boem. Daar stonden we dan, bovenaan een steile afzonk naar de wash met veel grote stenen en los zand. Dat ging ‘m niet worden met onze rental SUV. We maakten al rechtsomkeer toen Roel voorstelde om gewoon verder te wandelen. Een paar mijltjes meer, en nogal vlak, daar malen wij inderdaad eigenlijk niet om. En heel blij dat we dat gedaan hebben. Na onze zware Vegas maaltijd (enkel een energie reep gegeten die middag) deed eens flink stappen ons deugd en de kleurrijke rotsomgeving was prachtig. We wandelden dus door een wash en over een dirt road die we prima hadden kunnen rijden, was het niet voor die afzonk geweest. We waren hier ook echt helemaal alleen op de wereld, altijd extra tof. Bijna helemaal alleen toch, er was een andere wandelaar die we in de verte zagen. We passeerden een Ore mijn, waar een bord stond dat je er ook “gems” mocht verzamelen en ook een stuk mijn dat duidelijk nog actief was. Bergop en bergaf kwamen we weer bij een wash (met weer een flinke afzonk) en zo liepen we canyon in met meteen mooi gekleurde en gevormde rotsen. Veel roze bijvoorbeeld, en verder ook heel hoge canyonwanden (met hier en daar mijnopeningen). We vonden op onze wandeling ook enkele geocaches. En daar waren dan de eigenlijk narrows; een slot canyon, heerlijk kronkelend. Ik ben gek op slot canyons en dit was een bijzonder fraai exemplaar met mooie lichtinval en kleuren en vormen. Top. En vooral, lekker lang, dat is meestal wel anders. Het kronkelen bleef maar duren (gelukkig). Er waren wel een paar obstakels maar niks onoverkomelijk. Op het einde van de narrows vonden we nog een geocache op een heuveltje in de wash, waar we even pauzeerden en rechtsomkeer te maken om weer volle bak te genieten van de terugwandeling. Heel tevreden arriveerden we terug bij onze auto.
Terug richting Vegas haalden we iets lekkers te drinken bij Starbucks om vervolgens ten zuiden van Las Vegas de Eldorado geocaching trail aan te vatten. Hier hadden we op eerdere reizen al stukken van gedaan. Het loopt te midden van de woestijn met veel cactussen en was bushes. Een zanderige weg met veel stenen. De weg lag veel slechter dan verwacht met soms flinke dips waar we erg voorzichtig door moesten rijden. Tegen zonsondergang moesten we jammer genoeg stoppen en was het wel even spannend of we route door konden rijden tot de highway of rechtsomkeer moesten maken. Een paar spannende passages maar we geraakten toch veilig en wel en net toen het donker was op de highway. Oef. Zo konden we weer vaart zetten op weg naar Sin City. Deze avond werd een avondje Downtown oftewel Fremont Street en zo reden we vlotjes (downtown is veel simpeler dan de Strip) de (gratis) self parking van onze favoriete hotel de Golden Nugget binnen! Hier kom je niet voor het mooie uitzicht zoals Vdara maar voor de ligging en het sfeervolle casino. Deze keer sliepen we weer in de Rush Tower, nogal een donkere maar weer comfortabele kamer.
Net als de avond er voor was het weer etenstijd en we trokken net als bij ons vorige Vegas bezoek twee jaar terug naar de Heart Attack Grill. We kregen patienten hortjes om en bestelden weer van de verpleegsters onze vodka spuiten en wijnbaxters. De burgers en frieten kregen we niet op, maar gelukkig vroeg de verpleegster of we gespankt wilden worden. Nee! Oef. We hebben hier minder gelachen dan de vorige keer, gewoon omdat er veel minder klanten waren en eigenlijk moet het hier druk zijn. De rest van de avond wandelden we Fremont Street af en enkele casino’s in en uit. Er waren een aantal heel leuke straat artiesten en optreden. Fremont street blijft mijn favoriet! Helaas krijg je wel nergens meer de beads (kralensnoeren). Boooo. We gingen ook iets (ik mimosa natuurlijk) drinken in een gezellige bar in een gloednieuw adults only casino/hotel (ik denk de Circa) waarvoor eerst onze ID gechecked werd. In veel casino’s was het echt super druk aan de tafels. Buiten was het wel wat rustiger dan andere bezoeken maar wel nog altijd gezellig en superplezant. De vele lichtjes en de Fremont Street Experience, me like! Als afsluiter dronken we iets aan een kleine bar in de Golden Nugget waar de laatste coctail wel wat te zwaar viel pfff. Maar gelukkig wist Roel de kamer nog zijn lol. Overnachting: Golden Nugget, Rush tower, Las Vegas
Terug naar boven
Dag 9: Vrijdag 10 Februari 2023
Van: Las Vegas, NV, United StatesVia: Chloride, Route 66
Naar: Williams, AZ, United States
10 februari: LAS VEGAS > WILLIAMS – van de woestijn over Route 66 naar de sneeuw
Het opstaan deed extra veel pijn deze morgen. Wij staan op reis graag vroeg op maar een Vegas bezoek gooit ons ritme altijd goed overhoop. Voor we Vegas achter ons lieten, was het tijd voor ons andere favoriete buffet: het Wynn. Omdat het een vrijdag was, was dat het brunchbuffet en na eventjes wachten kregen we een tafeltje. Met name de desserten toog is hier erg mooi. Maar er waren ook veel lekkere warme gerechten. We smulden dus weer. En genoten ook nog van een wandeling door het Wynn casino, waar we nog enkele dollars verspeelden. Geen geluk in het spel! Via een rit over de strip lieten we Vegas achter ons.... Op naar een tiende bezoek volgende keer....
Onze eerste stop was nog in Vegas zelf, bij de Ethel Chocolate Factory & Gardens. Niet voor de chocolade maar voor de voornamelijk cactus garden. Daarna ging het door naar Boulder City voor enkele geocaches en onze ondertussen nieuwe verslaving: de Honey Citrus Mint Tea van Starbucks. De rit ging verder langs de spectaculaire Hooverdam – die bezochten we deze keer niet maar we reden via de spectaculaire brug die er bij hoort over de Colorado (dat merk je overigens niet als je er over rijdt). De manier waarop de highway hier door de bergen snijdt en langs het blauwe Lake Mead is trouwens erg spectaculair! We stopten bij de parkeerplaats voor de wandeling naar hot springs en Liberty Bell arch. Die wandelingen stonden niet op het programma voor vandaag, maar moeten we onthouden voor een volgende keer, ziet er erg mooi uit al was het wel druk met andere wandelaars. Wat verder was er ook een uitzichtpunt op de Colorado (jaja dezelfde Colorado van in Yuma) in de verte. En veel wind hier! We volgden de rustige US93 regelmatig stoppend langs de highway voor geocaches. Onderweg dikke zwarte rook: er stond een brandwagen in brand oei oei! Een zijweg bracht ons tot Chloride een voormalig mijnstadje en nu een ghosttown. Nu ja, ghost town, er wonen nog wel enkele honderden mensen maar het had wel iet of wat de ghost town vibe met die ouderwete houten storefronts en “kunst”. Voorbij het stadje volgden we de dirtroad naar de overdreven goed aangeduide “Chloride Murals”. We wisten niet zeker wat dit ging zijn, maar het was een heerlijke kronkelende dirt road de canyon in te midden van de zogenaamde Cerbat Mountains. Mooie omgeving en daar waren de murals! Ze zijn heel kleurrijk enkele tientallen jaren oud (uit de jaren 60)– maar de echte verrassing waren de native petroglyphs die we vonden hogerop de rotsen aan de overkant van de canyon. De leukste was die dat een bighorn sheep (of iets dergelijk) voorstelde.
We naderden Kingman, een afdaling, met eerst een stop bij Cerbat Foothills Recreational Area, met zicht op heel geke grote rotsformaties. In Kingman keken we wat rond bij Route 66 plekken: het visitor center, de watertoren, en een heel heel uitgebreid beschilderd motel. We maakten ook een ommetour langs een bijzondere roadcut op de interstate met een witte “gebroken” breuklijn. Dan was het tijd om Route 66 weer te volgen, voor de rest van de dag; “The Route 66 drive from Kingman to Seligman, Arizona is known as the longest continuous section of Route 66”. Hier volgt Route 66 niet de nieuwe interstate maar maakt een grote kronkel door prachtige weidse landschappen. We maakten veel stops. Bij een authentieke bar, in Anteras met veel oude auto’s en de grote groen “Giganticus Headicus” (route 66 toerisme draait precies niet zo goed maar ik besloot toch maar iets te kopen in het winkeltje), langs de Hackleberry General Store, en veel andere vervallen leuke stops. Er waren ook een aantal mooie bergen en je had een goed zicht op de grote treinen die hier rijden en we weer zagen (blijkbaar komen treinspotters hier graag). Helaas haalde het donker ons in.... en konden we niet veel stops meer maken. Bvb Grand Canyon Caverns zag er best leuk uit, met bijhorend motel.
Zo arriveerden we in het meer toeristische Seligman en kozen het Roadkill Cafe uit voor het dinertje. Hun menu (de benamingen toch) was in sync met hun naam. Hoewel het donker was, bekeken we toch nog het een en ander in Seligman. Ik herinnerde het mij als slechts 1 of 2 Route 66 stijl winkels maar het was een hele hoofdstraat vol! We konden dus nog wat foto’tjes maken. Daarna was het nog een flink stuk karren over de Interstate tot in Williams. Eigenlijk had ik hier ook nog wat tijd willen doorbrengen, maar daarvoor was het wel wat laat geworden. Te veel gestopt vandaag. Williams ligt hoog – op 7000 feet dus er lag sneeuw. Veel sneeuw. Omdat het geruimd was lagen er hoge hopen sneeuw, ook rondom ons hotel waar we heel laat toekwamen dus de mooie kamer met goed bed deed weer deugd. Overnachting: Comfort inn near Grand Canyon, Williams
Het opstaan deed extra veel pijn deze morgen. Wij staan op reis graag vroeg op maar een Vegas bezoek gooit ons ritme altijd goed overhoop. Voor we Vegas achter ons lieten, was het tijd voor ons andere favoriete buffet: het Wynn. Omdat het een vrijdag was, was dat het brunchbuffet en na eventjes wachten kregen we een tafeltje. Met name de desserten toog is hier erg mooi. Maar er waren ook veel lekkere warme gerechten. We smulden dus weer. En genoten ook nog van een wandeling door het Wynn casino, waar we nog enkele dollars verspeelden. Geen geluk in het spel! Via een rit over de strip lieten we Vegas achter ons.... Op naar een tiende bezoek volgende keer....
Onze eerste stop was nog in Vegas zelf, bij de Ethel Chocolate Factory & Gardens. Niet voor de chocolade maar voor de voornamelijk cactus garden. Daarna ging het door naar Boulder City voor enkele geocaches en onze ondertussen nieuwe verslaving: de Honey Citrus Mint Tea van Starbucks. De rit ging verder langs de spectaculaire Hooverdam – die bezochten we deze keer niet maar we reden via de spectaculaire brug die er bij hoort over de Colorado (dat merk je overigens niet als je er over rijdt). De manier waarop de highway hier door de bergen snijdt en langs het blauwe Lake Mead is trouwens erg spectaculair! We stopten bij de parkeerplaats voor de wandeling naar hot springs en Liberty Bell arch. Die wandelingen stonden niet op het programma voor vandaag, maar moeten we onthouden voor een volgende keer, ziet er erg mooi uit al was het wel druk met andere wandelaars. Wat verder was er ook een uitzichtpunt op de Colorado (jaja dezelfde Colorado van in Yuma) in de verte. En veel wind hier! We volgden de rustige US93 regelmatig stoppend langs de highway voor geocaches. Onderweg dikke zwarte rook: er stond een brandwagen in brand oei oei! Een zijweg bracht ons tot Chloride een voormalig mijnstadje en nu een ghosttown. Nu ja, ghost town, er wonen nog wel enkele honderden mensen maar het had wel iet of wat de ghost town vibe met die ouderwete houten storefronts en “kunst”. Voorbij het stadje volgden we de dirtroad naar de overdreven goed aangeduide “Chloride Murals”. We wisten niet zeker wat dit ging zijn, maar het was een heerlijke kronkelende dirt road de canyon in te midden van de zogenaamde Cerbat Mountains. Mooie omgeving en daar waren de murals! Ze zijn heel kleurrijk enkele tientallen jaren oud (uit de jaren 60)– maar de echte verrassing waren de native petroglyphs die we vonden hogerop de rotsen aan de overkant van de canyon. De leukste was die dat een bighorn sheep (of iets dergelijk) voorstelde.
We naderden Kingman, een afdaling, met eerst een stop bij Cerbat Foothills Recreational Area, met zicht op heel geke grote rotsformaties. In Kingman keken we wat rond bij Route 66 plekken: het visitor center, de watertoren, en een heel heel uitgebreid beschilderd motel. We maakten ook een ommetour langs een bijzondere roadcut op de interstate met een witte “gebroken” breuklijn. Dan was het tijd om Route 66 weer te volgen, voor de rest van de dag; “The Route 66 drive from Kingman to Seligman, Arizona is known as the longest continuous section of Route 66”. Hier volgt Route 66 niet de nieuwe interstate maar maakt een grote kronkel door prachtige weidse landschappen. We maakten veel stops. Bij een authentieke bar, in Anteras met veel oude auto’s en de grote groen “Giganticus Headicus” (route 66 toerisme draait precies niet zo goed maar ik besloot toch maar iets te kopen in het winkeltje), langs de Hackleberry General Store, en veel andere vervallen leuke stops. Er waren ook een aantal mooie bergen en je had een goed zicht op de grote treinen die hier rijden en we weer zagen (blijkbaar komen treinspotters hier graag). Helaas haalde het donker ons in.... en konden we niet veel stops meer maken. Bvb Grand Canyon Caverns zag er best leuk uit, met bijhorend motel.
Zo arriveerden we in het meer toeristische Seligman en kozen het Roadkill Cafe uit voor het dinertje. Hun menu (de benamingen toch) was in sync met hun naam. Hoewel het donker was, bekeken we toch nog het een en ander in Seligman. Ik herinnerde het mij als slechts 1 of 2 Route 66 stijl winkels maar het was een hele hoofdstraat vol! We konden dus nog wat foto’tjes maken. Daarna was het nog een flink stuk karren over de Interstate tot in Williams. Eigenlijk had ik hier ook nog wat tijd willen doorbrengen, maar daarvoor was het wel wat laat geworden. Te veel gestopt vandaag. Williams ligt hoog – op 7000 feet dus er lag sneeuw. Veel sneeuw. Omdat het geruimd was lagen er hoge hopen sneeuw, ook rondom ons hotel waar we heel laat toekwamen dus de mooie kamer met goed bed deed weer deugd. Overnachting: Comfort inn near Grand Canyon, Williams
Terug naar boven
Dag 10: Zaterdag 11 Februari 2023
Van: Williams, AZ, United StatesVia: Grand Canyon South Rim, South Mountain Preserve Phoenix
Naar: Tucson, AZ, United States
11 februari: WILLIAMS > TUCSON: van een lege Grand Canyon met sneeuw naar een drukke berg met cactussen
Geen Vegas-buffetten meer, maar het standaard hotel ontbijtbuffet, waarna we richting Noorden reden, door een grotendeels (licht) besneeuwd landschap. Een soort hoogplateau met glooiende heuvels en toch ook nog wat dorpjes en dergelijke. Een uurtje rijden naar de Grand Canyon! De South rim, die we al eens bezochten in 2010 in de zomer (met drukte en onweer). In Tusayan (het dorp voor de Grand Canyon) gingen we eerst in de sympathieke lokale Starbucks onze thees halen (wie had gedacht dat we ooit een thee verslaving zouden krijgen) om alvast pro-actief op te warmen want hier lag veel veel sneeuw! We zaten hier immers nog altijd op 7.000 ft (2.100 meter) hoog! Niet op de weg. Die was perfect sneeuwvrij. Vanaf Tusayan rij je door het bos het Kaibab National Forest wat ik ook al heel mooi vind, licht glooiend met sneeuw tussen de groene dennenbomen. Het is wel speciaal hoe quasi vlak het hier al heel de tijd was. Een gigantisch hoogplateau waar de Grand Canyon dan ook een gewoon een gigantisch langerekt gat in is, uitgesneden door de Colorado rivier (jaja, die uit Yuma! Hoe ongelooflijk is het dat de rivier die in Yuma gebruikt wordt om leeg te pompen (?) om de salaat en brocoli water te geven, hier in Arizona deze fantastisch diepe canyon in de rode rotsen gevormd heeft (en ook in Utah al dat fraais)). “The Grand Canyon is a mile deep, 277 miles long and 18 miles wide.” De rivier heeft de canyon gevormd over een periode van 6 miljoen jaar en doordat het doorheen allemaal verschillende soorten rotslagen gaat (met verschillende kleuren) is het eigenlijk een geheel van heel grillige ravijnen geworden.
Onze eerste stop was bij Yavapai Point. Een lege parking. In het hoogseizoen (eigenlijk heel de rest van het jaar) is dat hier wel anders! Hier was de geology trail met langs de rim uitleg over de verschillende gesteentenlagen die de canyon vormen. We kleedden ons warm aan (Roel had ik voor de zekerheid maar zijn thermisch ondergoed laten aandoen) maar al bij al viel de temperatuur ons goed mee. Het was ondanks de sneeuw niet superkoud. Het was wel opletten geblazen want de meeste paden waren toch nog snow-covered en door de vele voetjes die er al over waren gestapt was het hier en daar heel glibberig. In het bos lag de sneeuw toch wel minstens 30 cm dik of zo. Hoewel het bewolkt was (wat ik wel jammer vond) en de zon maar af en toe een beetje kwam piepen, hadden we toch super geluk met het weer. De weer voor en de week na ons bezoek waren er immers grote sneeuwstormen en dan zijn de meeste wegen afgesloten. Het was heel bijzonder weer bij dan immense rode gat in de grond te zijn. Er zijn mijlen en mijlen wandelpaden langs de rim waar het echt bijna loodrecht naar beneden gaat, met veel kronkels naar de rotsuitsteeksels. Roel heeft het niet voor afgronden dus die zat al snel terug in de auto. Vanaf Yavapai point reden we door Grand Canyon village (de grote collectie hotels en historische gebouwen die ze hier hebben). Er hingen meterslange ijspegels aan de dakranden. En daar! Een groepje van drie elks stak de baan over en liep vrij rustig langs onze auto! Hoe leuk! We zouden er die dag op verschillende plaatsen nog zien staan dieper in het bos, en veel sporen zien.
Hoofddoel was de Hermits Rest Route. Normaal gezien kan je die enkel doen met een shuttle. Nu hadden wij geluk want de winter is de uitzondering dus konden we deze route lekker met eigen auto doen. En stoppen bij alle viewpoints, die een kleine parking hebben, maar die waren bijna altijd leeg. Super. De route kronkelt ook vlak langs de rim zodat je ook van in de auto veel uitzichten hebt op de canyon! Soms was een klein wandelingetje over de sneeuw nodig naar de viewpoints die vaak erg leuk aangelegd waren. (Trailview Point, Powell Point (met monument), Hopi Point, Mohave Point, Monument Creek Vista, Pima point). Ik was erg enthusiast toen ik bij een bepaald uitzicht de Colorado rivier beneden in de canyon kon ontwaren. Bleek dat deze bij vele van de komende uitzichtpunten goed te zien was. Het eindpunt was Hermits Rest, hier is zelfs een klein cafetje en winkeltje. Hier was het wel wat drukker. Tegen 11 u waren de andere toeristen blijkbaar ook wakker, maar toch nog totaal niet te vergelijken met de zomer. We reden weer naar Grand Canyon Village en hier volgde de grootste verrassing van misschien wel de hele reis: er liepen hier drie bruine varkentjes rond, in de sneeuw rondom het treinspoor. Google confirmeerde (duidelijk te zien aan hun schuine streep) dat dit javelina’s waren, een soort mini zwijntjes en geen familie van het everzwijn. Deze hadden we enkel nog maar gezien in Texas (ze zitten nogal zuidelijk) en ik geloof wel dat we enorme gelukzakken waren dat we deze cuties hier zomaar tegenkwamen.
We reden nog een klein stukje langs de Desert View Drive voor stops bij de Duck on a rock formatie en als allerlaatse Grand Canyon momentje Pipe Creek Vista. Toen was het mooi geweest. Ik was zeer zeer tevreden de Grand Canyon grandeur nog eens in alle rust en met mooie sneeuw EN elks en zwijntjes (!) bewonderd te kunnen hebben. Roel zal nooit een Grand Canyon fan worden, maar het is wel zo dat deze canyon wegens zo gigantisch ook minder goed te vatten is. Het was bijna middaguur dus besloten we maar meteen even te pauzeren en te lunchen in Tusayan waarvoor we Wendy’s uitkozen. Ja fastfoods, maar het was er relax zitten en we hielden het gezond met aardappel in de schil, chili en salade. En daarna was het op naar Starbucks voor onze nieuwe thee verslaving. Dat mocht wel na een halve dag sneeuw. Hoewel het zeker niet te koud geweest was – dat was meegevallen. We hadden een flinke rit voor de boeg en zetten er de vaart in: in een ruk reden we tot Phoenix. De route was mooi. Eerst via het Kaibab hoogplateau, interstate tot Flagstaff (veel sneeuw overal), en dan zuidelijker. Geen sneeuw meer maar wel heel bergachtig. Deze route richting Phoenix zijn we heel vertrouwd mee, hoewel meestal in omgekeerde richting op een eerste vakantiedag of zo. Deze keer geen stops! Maar het ruige landschap bewonderen kon natuurlijk wel.
Bij aankomst rondom Phoenix was de temperatuur flink hoger dan in het noorden van Arizona. De warmere kleding kon uit en het t-shirtje zonder mouwen kon aan! Dat omkleden deden we gauw in een mooi woonwijk -erg nette woningen met fruitbomen (citroenen en zo in de tuin). We hadden nog een wandeling voor de boeg van een dikke 2 uur en het was ondertussen al 4 uur of zo. Onze wandeling bracht ons doorheen South mountain preserve, eigenlijk een gigantisch groot en wild stadspark te midden van Phoenix en zijn suburbs en vlak naast de luchthaven. Enkele steile bergen, veel cactussen en begroeiing en best veel locals die hier aan hun conditie kwamen werden. Ons doel was een oude geocache dus het ging vrijwel meteen steil omhoog, om daarna een vrij moeilijk pad over de ridges van de bergen te zijn (in het midden van het gebied lag in een soort vallei een op het eerste zicht vlakker pad, maar nee daar moesten wij niet zijn). Roel haakte af (tja, afgronden, deze konden tellen) maar ik geraakte toch vrij vlot bij het doel: de GCFE Diablo point geocache uit 2000, met origineel logboek. Wel echt een toffe cache en goed verstopt onder grote rotsen. Na het loggen van de cache haastte ik mij terug. Het uitzicht was nu perfect, omdat de zon niet meer recht in mijn gezicht scheen en de avondschemering de lucht al wat begon te kleuren. Prachtige luchten en de uitzichten op de bergen en omringende stad waren machtig mooi, vooral door de voorgrond van cactussen (grote saguaro’s bijvoorbeeld) en ook hier en daar wat wildflower. Keurig op tijd waren we weer bij de auto (gelukkig, onze geocache vrienden hadden over deze hike twee dagen eerder 5 uur gedaan?).
Tijd voor de derde bestemming van de dag, nog een kleine 1.5 uur rijden: Tucson, nog meer zuidelijk dus. Daar hadden we afgesproken met forum-amerika-Belgen Evy en Bart die hier al sinds 2014 wonen! Wat we heel typisch vonden op de route naar hun huis waren de “ditches” hier in de weg, te midden van de droge woestijn. Het kan hier vast lelijk te keer gaan als het dan eens regent. Eerst bewonderden we het prachtige huis van Bart en Evy, en proefden de lekkere wafels van hun nieuwe business, voor we naar het Longhorn Steakhouse gingen voor het avondeten. Het was super gezelllig -tja, we hadden als Amerikaanse Belgen (of voor hun: Belgische Amerikanen) veel gespreksstof. Na deze topavond moesten we nog maar enkele minuutjes rijden naar ons hotel. Overnachting: Best Western InnSuites Tucson Foothills. Weer dik in orde.
Geen Vegas-buffetten meer, maar het standaard hotel ontbijtbuffet, waarna we richting Noorden reden, door een grotendeels (licht) besneeuwd landschap. Een soort hoogplateau met glooiende heuvels en toch ook nog wat dorpjes en dergelijke. Een uurtje rijden naar de Grand Canyon! De South rim, die we al eens bezochten in 2010 in de zomer (met drukte en onweer). In Tusayan (het dorp voor de Grand Canyon) gingen we eerst in de sympathieke lokale Starbucks onze thees halen (wie had gedacht dat we ooit een thee verslaving zouden krijgen) om alvast pro-actief op te warmen want hier lag veel veel sneeuw! We zaten hier immers nog altijd op 7.000 ft (2.100 meter) hoog! Niet op de weg. Die was perfect sneeuwvrij. Vanaf Tusayan rij je door het bos het Kaibab National Forest wat ik ook al heel mooi vind, licht glooiend met sneeuw tussen de groene dennenbomen. Het is wel speciaal hoe quasi vlak het hier al heel de tijd was. Een gigantisch hoogplateau waar de Grand Canyon dan ook een gewoon een gigantisch langerekt gat in is, uitgesneden door de Colorado rivier (jaja, die uit Yuma! Hoe ongelooflijk is het dat de rivier die in Yuma gebruikt wordt om leeg te pompen (?) om de salaat en brocoli water te geven, hier in Arizona deze fantastisch diepe canyon in de rode rotsen gevormd heeft (en ook in Utah al dat fraais)). “The Grand Canyon is a mile deep, 277 miles long and 18 miles wide.” De rivier heeft de canyon gevormd over een periode van 6 miljoen jaar en doordat het doorheen allemaal verschillende soorten rotslagen gaat (met verschillende kleuren) is het eigenlijk een geheel van heel grillige ravijnen geworden.
Onze eerste stop was bij Yavapai Point. Een lege parking. In het hoogseizoen (eigenlijk heel de rest van het jaar) is dat hier wel anders! Hier was de geology trail met langs de rim uitleg over de verschillende gesteentenlagen die de canyon vormen. We kleedden ons warm aan (Roel had ik voor de zekerheid maar zijn thermisch ondergoed laten aandoen) maar al bij al viel de temperatuur ons goed mee. Het was ondanks de sneeuw niet superkoud. Het was wel opletten geblazen want de meeste paden waren toch nog snow-covered en door de vele voetjes die er al over waren gestapt was het hier en daar heel glibberig. In het bos lag de sneeuw toch wel minstens 30 cm dik of zo. Hoewel het bewolkt was (wat ik wel jammer vond) en de zon maar af en toe een beetje kwam piepen, hadden we toch super geluk met het weer. De weer voor en de week na ons bezoek waren er immers grote sneeuwstormen en dan zijn de meeste wegen afgesloten. Het was heel bijzonder weer bij dan immense rode gat in de grond te zijn. Er zijn mijlen en mijlen wandelpaden langs de rim waar het echt bijna loodrecht naar beneden gaat, met veel kronkels naar de rotsuitsteeksels. Roel heeft het niet voor afgronden dus die zat al snel terug in de auto. Vanaf Yavapai point reden we door Grand Canyon village (de grote collectie hotels en historische gebouwen die ze hier hebben). Er hingen meterslange ijspegels aan de dakranden. En daar! Een groepje van drie elks stak de baan over en liep vrij rustig langs onze auto! Hoe leuk! We zouden er die dag op verschillende plaatsen nog zien staan dieper in het bos, en veel sporen zien.
Hoofddoel was de Hermits Rest Route. Normaal gezien kan je die enkel doen met een shuttle. Nu hadden wij geluk want de winter is de uitzondering dus konden we deze route lekker met eigen auto doen. En stoppen bij alle viewpoints, die een kleine parking hebben, maar die waren bijna altijd leeg. Super. De route kronkelt ook vlak langs de rim zodat je ook van in de auto veel uitzichten hebt op de canyon! Soms was een klein wandelingetje over de sneeuw nodig naar de viewpoints die vaak erg leuk aangelegd waren. (Trailview Point, Powell Point (met monument), Hopi Point, Mohave Point, Monument Creek Vista, Pima point). Ik was erg enthusiast toen ik bij een bepaald uitzicht de Colorado rivier beneden in de canyon kon ontwaren. Bleek dat deze bij vele van de komende uitzichtpunten goed te zien was. Het eindpunt was Hermits Rest, hier is zelfs een klein cafetje en winkeltje. Hier was het wel wat drukker. Tegen 11 u waren de andere toeristen blijkbaar ook wakker, maar toch nog totaal niet te vergelijken met de zomer. We reden weer naar Grand Canyon Village en hier volgde de grootste verrassing van misschien wel de hele reis: er liepen hier drie bruine varkentjes rond, in de sneeuw rondom het treinspoor. Google confirmeerde (duidelijk te zien aan hun schuine streep) dat dit javelina’s waren, een soort mini zwijntjes en geen familie van het everzwijn. Deze hadden we enkel nog maar gezien in Texas (ze zitten nogal zuidelijk) en ik geloof wel dat we enorme gelukzakken waren dat we deze cuties hier zomaar tegenkwamen.
We reden nog een klein stukje langs de Desert View Drive voor stops bij de Duck on a rock formatie en als allerlaatse Grand Canyon momentje Pipe Creek Vista. Toen was het mooi geweest. Ik was zeer zeer tevreden de Grand Canyon grandeur nog eens in alle rust en met mooie sneeuw EN elks en zwijntjes (!) bewonderd te kunnen hebben. Roel zal nooit een Grand Canyon fan worden, maar het is wel zo dat deze canyon wegens zo gigantisch ook minder goed te vatten is. Het was bijna middaguur dus besloten we maar meteen even te pauzeren en te lunchen in Tusayan waarvoor we Wendy’s uitkozen. Ja fastfoods, maar het was er relax zitten en we hielden het gezond met aardappel in de schil, chili en salade. En daarna was het op naar Starbucks voor onze nieuwe thee verslaving. Dat mocht wel na een halve dag sneeuw. Hoewel het zeker niet te koud geweest was – dat was meegevallen. We hadden een flinke rit voor de boeg en zetten er de vaart in: in een ruk reden we tot Phoenix. De route was mooi. Eerst via het Kaibab hoogplateau, interstate tot Flagstaff (veel sneeuw overal), en dan zuidelijker. Geen sneeuw meer maar wel heel bergachtig. Deze route richting Phoenix zijn we heel vertrouwd mee, hoewel meestal in omgekeerde richting op een eerste vakantiedag of zo. Deze keer geen stops! Maar het ruige landschap bewonderen kon natuurlijk wel.
Bij aankomst rondom Phoenix was de temperatuur flink hoger dan in het noorden van Arizona. De warmere kleding kon uit en het t-shirtje zonder mouwen kon aan! Dat omkleden deden we gauw in een mooi woonwijk -erg nette woningen met fruitbomen (citroenen en zo in de tuin). We hadden nog een wandeling voor de boeg van een dikke 2 uur en het was ondertussen al 4 uur of zo. Onze wandeling bracht ons doorheen South mountain preserve, eigenlijk een gigantisch groot en wild stadspark te midden van Phoenix en zijn suburbs en vlak naast de luchthaven. Enkele steile bergen, veel cactussen en begroeiing en best veel locals die hier aan hun conditie kwamen werden. Ons doel was een oude geocache dus het ging vrijwel meteen steil omhoog, om daarna een vrij moeilijk pad over de ridges van de bergen te zijn (in het midden van het gebied lag in een soort vallei een op het eerste zicht vlakker pad, maar nee daar moesten wij niet zijn). Roel haakte af (tja, afgronden, deze konden tellen) maar ik geraakte toch vrij vlot bij het doel: de GCFE Diablo point geocache uit 2000, met origineel logboek. Wel echt een toffe cache en goed verstopt onder grote rotsen. Na het loggen van de cache haastte ik mij terug. Het uitzicht was nu perfect, omdat de zon niet meer recht in mijn gezicht scheen en de avondschemering de lucht al wat begon te kleuren. Prachtige luchten en de uitzichten op de bergen en omringende stad waren machtig mooi, vooral door de voorgrond van cactussen (grote saguaro’s bijvoorbeeld) en ook hier en daar wat wildflower. Keurig op tijd waren we weer bij de auto (gelukkig, onze geocache vrienden hadden over deze hike twee dagen eerder 5 uur gedaan?).
Tijd voor de derde bestemming van de dag, nog een kleine 1.5 uur rijden: Tucson, nog meer zuidelijk dus. Daar hadden we afgesproken met forum-amerika-Belgen Evy en Bart die hier al sinds 2014 wonen! Wat we heel typisch vonden op de route naar hun huis waren de “ditches” hier in de weg, te midden van de droge woestijn. Het kan hier vast lelijk te keer gaan als het dan eens regent. Eerst bewonderden we het prachtige huis van Bart en Evy, en proefden de lekkere wafels van hun nieuwe business, voor we naar het Longhorn Steakhouse gingen voor het avondeten. Het was super gezelllig -tja, we hadden als Amerikaanse Belgen (of voor hun: Belgische Amerikanen) veel gespreksstof. Na deze topavond moesten we nog maar enkele minuutjes rijden naar ons hotel. Overnachting: Best Western InnSuites Tucson Foothills. Weer dik in orde.
Terug naar boven
Dag 11: Zondag 12 Februari 2023
Van: Tucson, AZ, United StatesVia: Mount Lemmon, Tucson
Naar: Phoenix, AZ, United States
12 Februari: TUCSON>naar huis: een laatste dag tussen de cactussen....
De laatste vakantie ochtend van een heerlijke reis... Deze Best Western leek weer op die van Yuma: ingewikkeld met het ontbijt geserveerd in het “cafe” op het binnenplein. Het ontbijt stelde niet veel voor maar gelukkig hadden we nog een Evy-wafel om te combineren met onze typische ochtend-geleM-koffie. Ons hoofddoel voor vandaag was de rit naar de top van Mount Lemmon, gelegen in de Santa Catalina Mountains, 9,159 feet (2.792 meter! Dat is heel wat!) hoog. Bovenop zou nog sneeuw liggen hadden Bart en Evy ons verteld. Deze berg ligt echt aan een buitenwijk van Tucson en bleek een populair zondagsuitje (al was het zeker niet te druk). Op de hellingen onderaan stonden heel veel saguaro’s dicht op elkaar en ik vond het erg mooi. De weg werd nog mooier: de hele weg is 27 miles lang(!) en laat je 6.000 feet stijgen. Dar zijn veel bochten voor nodig. Nog vrij onderaan was een leuke stop bij Molino Canyon Vista, waar een creek stroomde (een heel gekluffer om er bij te komen) met watervallen en potholes. Erg mooi. En even schrikken want er waren veel knallen, blijkbaar zijn hier een aantal plekken waar locals langs de weg komen targetshooten. Brrrr. We gingen verder. Niet heel snel want op bijna elke pull out lag een geocache. Ideaal om ook meteen van het uitzicht te genieten. Het werd mooier en mooier, met spectaculaire rotsen. Het deed mij vaak wat denken aan Chiricahua National Monument. Gek gevormde rotsen met hoodoo’s en pilaren. Windy Point viewpoint was goed aangelegd en je kon hier een heel eind op de rotsen. Maar er was geen wind vandaag (gelukkig). We gingen hoger en hoger op de “sky island scenic byway” tot we de eerste sneeuw tegenkwamen. Eerst sporadisch en dan consistent. De weg komt uit bij een ski resort, en niet echt een goed viewpoint bovenaan of zo (tenzij we dat gemist hebben). Tijd om rechtsomkeer te maken en tijdens het rijden nog eens goed de uitzichten te bewonderen.
Met dank aan onze vele stops waren we toch een goede halve dag zoet geweest met ons avontuur. In Tucson suburbs gingen we nog lunchen, op het terras van Panera, naast een kleine farmers market. We verkende Tucson nog al geocachend. Veel nette woonwijken en ze hebben hier fietsstraten? We zagen ook veel daklozen.... Allemaal laagbouw (alles gelijkvloers hier) in Tucson. In Old Tucson maakten we een rondwandeling langs kleurrijke huisjes en wat historische gebouwen. Het viel ons op dat het hiernogal lawaaiierig was met luide muziek. We gingen ook naar de universiteit. Slim zijn we al dus niet daarvoor maar wel voor weer een zeldzame webcam geocache, die niet was waar hij op de kaart stond maar wel waar de auto geparkeerd stond. Wandeling voor niets dus, hoewel... Iets heel grappig gezien! Kleine autorobotjes die hier rondrijden en echt too cute zijn! Ze leveren blijkbaar (grubhub en zo). Ongelooflijk. En er waren er niet een paar maar veel! En ze waren slim, ze stopten echt heel goed als ze dachten dat dat nodig was. Nog nooit gezien. Schattig maar ook wel creepy.
De tijd vloog en we moesten natuurlijk nog op de luchthaven geraken. Dus lieten we het centrum achter ons en trokken via de Gates Pas westwaarts. Eerst “moesten” we weer een Starbucks zoeken – niet simpel want de eerste was in een supermarkt! In Tucson waren we dus ook al in 2011 maar toen geocachten we nog niet. Onze route nu was dus geen volledig onbekend terrein. De Gates pas is een mooi route door de bergen en jaja over een pas waar het verschrikkelijk hard waaide. Zo hard dat het eigenlijk niet vol te houden was buiten de auto! Hier staan zo veel saguaro cactussen op de steile hellingen dicht op een. Zo kwamen we bij het Saguaro National Park, het West gedeelte. Een stop bij het visitor center en een rondrit op de dirtroad. En een poging tot wandeling, maar we vonden de trailhead pas te laat. Meer naar het Westen stond er nog een geocache serie op het programma. Te midden van niets. Hoewel niets, er wonen hier wel wat weirdo’s vonden we (Tucson is een beetje een gekke stad: deels woke en deels slab city style). De caches waren leuk al hadden we een lange vis-stok nodig. Helaas konden we maar een klein gedeelte van de serie afwerken... ons vliegtuig riep ons.....
Phoenix was een kleine 1.5 uur rijden.... Met een korte tankstation-hotdog stop.... En daar was dan jammer maar helaas de luchthaven. We waren vroeger dan we verkiezen want helaas was het die avond superbowl vlakbij de luchthaven. ... De Eagles (de ploeg van de streek waar wij wonen) versus Kansas (of Kansas city? We snappen niks van deze sport). En daardoor was de drukste dag ooit voor de Phoenix luchthaven aangekondigd. Als dat maar goed kwam. En het kwam goed. De luchthaven was zelfs vrij leeg, maar je zag dat ze zich voorbereiden op de grote storm loop. Auto afgeven (snif snif) (Hertz weer blij met onze stofbak). Koffer kon je al afgeven op de car rental maar het was zo rustig, we deden het maar op de normale manier. Hele rustige check in. Korte rij bij security (die al zenuwachtig waren). En de rest van de avond stelling genomen op het terras van Starbucks (jaja onze nieuwe thee verslaving... overgeschakeld van bier naar thee......) waar we een perfect zicht hadden op de teleurgestelde Eagles fans die langzaamaan toestroomden. Onze United vlucht UA2330 vertrok om half 12... En zat bom bom vol. Ondanks onze goede plaatsen op rij 7 in de Economy plus mochten we pas als bijna laatste boarden en moesten onze trolley’s afgeven en eindigde ik onze vakantie dan ook heel heel boos!
13 Februari – home sweet home
De vlucht verliep verder rustig en na 4 uurtjes landen we heel slaperig in Newark. De koffer en trolleys kwamen ons spoedig tegemoet gerold. Gelukkig! De bus vinden terug naar onze parking was nog niet zo simpel. Op naar eerst Hamilton en de petsitter en dan naar huis... Een top vakantie. Vol goed weer, mooie landschappen en geocaches. Roel droomt nog altijd van al die duizenden caches in Yuma die hij niet is kunnen gaan zoeken...... Een vakantie in de winter naar het Zuidwesten is echt ideaal voor de winterblues....! De dagen zijn korter, wat een groot nadeel is maar om de een of andere reden zijn onze dagen toch behoorlijk lang geweest allicht omdat we vaak in het donker nog rijden op de planning hadden staan. We hebben ook veel geluk gehad met het weer, want de weken voor en na ons vertrek was het weer heel wat slechter.
De laatste vakantie ochtend van een heerlijke reis... Deze Best Western leek weer op die van Yuma: ingewikkeld met het ontbijt geserveerd in het “cafe” op het binnenplein. Het ontbijt stelde niet veel voor maar gelukkig hadden we nog een Evy-wafel om te combineren met onze typische ochtend-geleM-koffie. Ons hoofddoel voor vandaag was de rit naar de top van Mount Lemmon, gelegen in de Santa Catalina Mountains, 9,159 feet (2.792 meter! Dat is heel wat!) hoog. Bovenop zou nog sneeuw liggen hadden Bart en Evy ons verteld. Deze berg ligt echt aan een buitenwijk van Tucson en bleek een populair zondagsuitje (al was het zeker niet te druk). Op de hellingen onderaan stonden heel veel saguaro’s dicht op elkaar en ik vond het erg mooi. De weg werd nog mooier: de hele weg is 27 miles lang(!) en laat je 6.000 feet stijgen. Dar zijn veel bochten voor nodig. Nog vrij onderaan was een leuke stop bij Molino Canyon Vista, waar een creek stroomde (een heel gekluffer om er bij te komen) met watervallen en potholes. Erg mooi. En even schrikken want er waren veel knallen, blijkbaar zijn hier een aantal plekken waar locals langs de weg komen targetshooten. Brrrr. We gingen verder. Niet heel snel want op bijna elke pull out lag een geocache. Ideaal om ook meteen van het uitzicht te genieten. Het werd mooier en mooier, met spectaculaire rotsen. Het deed mij vaak wat denken aan Chiricahua National Monument. Gek gevormde rotsen met hoodoo’s en pilaren. Windy Point viewpoint was goed aangelegd en je kon hier een heel eind op de rotsen. Maar er was geen wind vandaag (gelukkig). We gingen hoger en hoger op de “sky island scenic byway” tot we de eerste sneeuw tegenkwamen. Eerst sporadisch en dan consistent. De weg komt uit bij een ski resort, en niet echt een goed viewpoint bovenaan of zo (tenzij we dat gemist hebben). Tijd om rechtsomkeer te maken en tijdens het rijden nog eens goed de uitzichten te bewonderen.
Met dank aan onze vele stops waren we toch een goede halve dag zoet geweest met ons avontuur. In Tucson suburbs gingen we nog lunchen, op het terras van Panera, naast een kleine farmers market. We verkende Tucson nog al geocachend. Veel nette woonwijken en ze hebben hier fietsstraten? We zagen ook veel daklozen.... Allemaal laagbouw (alles gelijkvloers hier) in Tucson. In Old Tucson maakten we een rondwandeling langs kleurrijke huisjes en wat historische gebouwen. Het viel ons op dat het hiernogal lawaaiierig was met luide muziek. We gingen ook naar de universiteit. Slim zijn we al dus niet daarvoor maar wel voor weer een zeldzame webcam geocache, die niet was waar hij op de kaart stond maar wel waar de auto geparkeerd stond. Wandeling voor niets dus, hoewel... Iets heel grappig gezien! Kleine autorobotjes die hier rondrijden en echt too cute zijn! Ze leveren blijkbaar (grubhub en zo). Ongelooflijk. En er waren er niet een paar maar veel! En ze waren slim, ze stopten echt heel goed als ze dachten dat dat nodig was. Nog nooit gezien. Schattig maar ook wel creepy.
De tijd vloog en we moesten natuurlijk nog op de luchthaven geraken. Dus lieten we het centrum achter ons en trokken via de Gates Pas westwaarts. Eerst “moesten” we weer een Starbucks zoeken – niet simpel want de eerste was in een supermarkt! In Tucson waren we dus ook al in 2011 maar toen geocachten we nog niet. Onze route nu was dus geen volledig onbekend terrein. De Gates pas is een mooi route door de bergen en jaja over een pas waar het verschrikkelijk hard waaide. Zo hard dat het eigenlijk niet vol te houden was buiten de auto! Hier staan zo veel saguaro cactussen op de steile hellingen dicht op een. Zo kwamen we bij het Saguaro National Park, het West gedeelte. Een stop bij het visitor center en een rondrit op de dirtroad. En een poging tot wandeling, maar we vonden de trailhead pas te laat. Meer naar het Westen stond er nog een geocache serie op het programma. Te midden van niets. Hoewel niets, er wonen hier wel wat weirdo’s vonden we (Tucson is een beetje een gekke stad: deels woke en deels slab city style). De caches waren leuk al hadden we een lange vis-stok nodig. Helaas konden we maar een klein gedeelte van de serie afwerken... ons vliegtuig riep ons.....
Phoenix was een kleine 1.5 uur rijden.... Met een korte tankstation-hotdog stop.... En daar was dan jammer maar helaas de luchthaven. We waren vroeger dan we verkiezen want helaas was het die avond superbowl vlakbij de luchthaven. ... De Eagles (de ploeg van de streek waar wij wonen) versus Kansas (of Kansas city? We snappen niks van deze sport). En daardoor was de drukste dag ooit voor de Phoenix luchthaven aangekondigd. Als dat maar goed kwam. En het kwam goed. De luchthaven was zelfs vrij leeg, maar je zag dat ze zich voorbereiden op de grote storm loop. Auto afgeven (snif snif) (Hertz weer blij met onze stofbak). Koffer kon je al afgeven op de car rental maar het was zo rustig, we deden het maar op de normale manier. Hele rustige check in. Korte rij bij security (die al zenuwachtig waren). En de rest van de avond stelling genomen op het terras van Starbucks (jaja onze nieuwe thee verslaving... overgeschakeld van bier naar thee......) waar we een perfect zicht hadden op de teleurgestelde Eagles fans die langzaamaan toestroomden. Onze United vlucht UA2330 vertrok om half 12... En zat bom bom vol. Ondanks onze goede plaatsen op rij 7 in de Economy plus mochten we pas als bijna laatste boarden en moesten onze trolley’s afgeven en eindigde ik onze vakantie dan ook heel heel boos!
13 Februari – home sweet home
De vlucht verliep verder rustig en na 4 uurtjes landen we heel slaperig in Newark. De koffer en trolleys kwamen ons spoedig tegemoet gerold. Gelukkig! De bus vinden terug naar onze parking was nog niet zo simpel. Op naar eerst Hamilton en de petsitter en dan naar huis... Een top vakantie. Vol goed weer, mooie landschappen en geocaches. Roel droomt nog altijd van al die duizenden caches in Yuma die hij niet is kunnen gaan zoeken...... Een vakantie in de winter naar het Zuidwesten is echt ideaal voor de winterblues....! De dagen zijn korter, wat een groot nadeel is maar om de een of andere reden zijn onze dagen toch behoorlijk lang geweest allicht omdat we vaak in het donker nog rijden op de planning hadden staan. We hebben ook veel geluk gehad met het weer, want de weken voor en na ons vertrek was het weer heel wat slechter.
Aantal keren bezocht: 614
